Christian Leysen (Open VLD)

‘In het Paleis der Natie is men blijven hangen in de tijd van ‘De Collega’s”

Christian Leysen (Open VLD) Ondernemer en federaal volksvertegenwoordiger voor Open VLD

‘Te veel regeltjes behoeden de werking van het parlement voor revoluties, maar beletten efficiëntiewinsten en betere werkprocessen’, schrijft Kamerlid Christian Leysen. ‘Waarop wacht de Kamer om zichzelf te hervormen?’

Een nieuw jaar dat begint is altijd een moment van vernieuwing en hoop. Een propere lei ligt klaar. Het Federaal parlement kan zo’n reset dit jaar goed gebruiken. Het pensioenschandaal en een vernietigende audit van het Rekenhof schetsten een ontluisterend beeld van de gang van zaken in het Paleis der Natie. Onze democratie en ons belastinggeld verdienen beter.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers kost ons allemaal jaarlijks bijna 200 miljoen euro. Met dat geld worden de parlementsleden betaald, maar het dient ook om het parlementsgebouw te onderhouden en de meer dan 600 vaste personeelsleden te verlonen. Ook een reeks instellingen zoals het Rekenhof, het Grondwettelijk Hof en de Comité’s P en I hangen af van de Kamer. De werking en de personeelslast van de 800 medewerkers daarvan kosten iets meer dan 130 miljoen. Het gaat dus om veel centen maar het is ook in essentie goed besteed geld. Die honderden toegewijde medewerkers schragen wel degelijk onze democratie. Ze zien toe op de opmaak van onze wetten en vrijwaren onze grondrechten.

Maar de manier waarop deze instellingen worden gerund schiet schromelijk tekort. Terwijl moderne managementprincipes in vele overheden hun intrede deden, is men in het Paleis der Natie in vele opzichten nog in de tijd van ‘De Collega’s’ blijven hangen. Te veel regeltjes behoeden de werking van het parlement voor revoluties, maar beletten efficiëntiewinsten en betere werkprocessen. Zo werkt men nog steeds met een eenvoudige kasboekhouding en mankeert elke vorm van strategische planning. De politieke verantwoordelijkheid is collectief. De versnippering van bevoegdheden over diverse bestuursorganen verschaft de bestuurders paraplu’s om open te trekken, maar belet een brede kijk op wat er zich binnen de organisatie afspeelt.

(Lees verder onder de preview.)


Deze gang van zaken verklaart dat het tot de aanstelling van een nieuwe directeur boekhouding duurde tot de pensioenbom in maart 2023 barstte. Verschillende topambtenaren verschaften zichzelf buiten de reguliere boekhouding om torenhoge onwettelijke pensioenbonussen. Hierna kwamen ook een aantal gewezen Kamervoorzitters omwille van hun pensioen onder vuur te liggen. Nadien volgde vorige maand een proces-audit van het Rekenhof die op een beleefde manier brandhout maakte van de manier van werken in de Kamer. Dit alles belette het parlement niet om voor de kerstvakantie alvast een begroting 2024 van de Kamer goed te keuren. Logisch, de lonen van januari moeten worden betaald.

Die goedkeuring mag echter geen excuus zijn om te doen alsof er niets is gebeurd. Daarvoor is de situatie té ernstig. Tegelijk moet men oppassen de discussies niet te vermengen. Er is een debat nodig over het statuut van parlementsleden, hun vergoedingen en het einde van hun loopbaan. Die discussie moet grondig worden gevoerd en mag niet vervallen in een race to the bottom. Wat verwachten we dat parlementsleden doen en wat mag daar tegenover staan? Wat is billijk en wat zijn voordelen die niet meer van deze tijd zijn?

(Lees verder onder de preview.)

Vervolgens is er het debat over de werking van het zowel de Kamer als de Senaat en de instellingen die eraan vasthangen. Dat is complexer, minder mediatiek maar minstens even belangrijk voor de werking van de democratie. Men moet op de werkvloer aan de slag kunnen gaan met het Rekenhof-rapport.

Tegelijk is er een blauwdruk nodig over hoe men het parlement wil besturen. Wat mij betreft moet er heldere scheiding komen tussen het ‘politiek’ en het ‘ambtelijk’ bestuur. Dat laatste orgaan moet worden versterkt met bekwame onafhankelijke bestuurders en moet worden verbreed met zowel een benoemingscomité als een auditcomité. Enkel zo is een cultuuromslag mogelijk.

De hervorming van onze parlementaire instellingen kan niet blijven wachten. Verkiezingen zijn in aantocht, maar mogen géén excuus zijn om de hete aardappel door te schuiven tot nà de volgende periode van lopende zaken. Er is een aanzet nodig in zowel het debat over het statuut van het parlementslid als de hervorming van de federale parlementaire instellingen. Als de federale parlementsleden in juni de kiezer recht in de ogen willen kijken, zullen alleen goede voornemens niet volstaan.

Partner Content