Noah Janssen, algemeen directeur van Natuurpunt: ‘Ik dacht dat ons politiek draagvlak vrij groot was. Helaas’

Jeroen de Preter

De afgelopen jaren groeide Natuurpunt uit tot een van de grootste grondeigenaars van Vlaanderen. Maar samen met die expansie groeide ook de kritiek. Een gesprek met de nieuwe algemeen directeur Noah Janssen. ‘Wij zijn niet langer drie mannen in een groene parka die ergens in de rand één hectare aan het beheren zijn.’

Het natuurgebied De Blankaart bij Diksmuide vormde vorige maand het decor voor een bijzondere primeur. Voor zover bekend was nooit eerder in dit land een zeearend ter wereld gekomen.

De zeearend is een succesverhaal waar Natuurpunt, als beheerder van het gebied, ongetwijfeld een belangrijk aandeel in heeft. De afgelopen jaren werd De Blankaart systematisch uitgebreid, waardoor de zeearenden er de rust en de bescherming konden vinden die ze nodig hebben om te broeden.

Die rust was ver te zoeken in het kantoor van Noah Janssen, sinds februari de nieuwe algemeen directeur van Natuurpunt. Nauwelijks zat hij op zijn stoel of hij werd getrakteerd op een paar stevige aanvallen, onder meer uit politieke hoek.

Zo verklaarde CD&V-voorzitter Sammy Mahdi dat hij Natuurpunt wil verbieden om nog landbouwgronden te kopen. Volgens hem drijft Natuurpunt, als ‘kapitaalkrachtige vereniging’ en ‘derde grootste grondbezitter van Vlaanderen’ de grondprijzen op, waardoor landbouwers uit de markt worden geconcurreerd.

Heeft Mahdi geen punt?

Janssen: Ik las het als een zoveelste poging om, uit electorale overwegingen, natuur en landbouw tegenover elkaar te zetten. Ik begrijp natuurlijk wel dat mensen zich vragen stellen bij onze expansie. Wij hebben, met dank aan ons unieke netwerk van duizenden lokale vrijwilligers, de afgelopen jaren veel gronden kunnen kopen. Natuurpunt beheert ondertussen ongeveer twee procent van het Vlaamse grondgebied. Dat is niet weinig, maar het is natuurlijk nog altijd peanuts als je dat vergelijkt met de landbouw, die de helft van het grondgebied in beslag neemt.

Mahdi’s punt was dat Natuurpunt door subsidies de prijzen de hoogte injaagt.

Janssen: Dat is manifest onwaar. Het subsidiesysteem zit zo in elkaar dat onze aankopers er alle belang bij hebben om de prijs zo laag mogelijk te houden. Heel concreet: als we een grond aankopen voor een euro per vierkante meter, wordt die voor 90 procent gesubsidieerd. Als we twee euro per vierkante meter betalen, is dat 80 procent. Enzovoort. En omdat ze dat verschil dus telkens zelf gefinancierd moeten krijgen, zullen onze aankopers er alles aan doen om een zo laag mogelijke prijs te betalen.

De indruk wordt soms gewekt dat wij boeren onteigenen. Dat is onzin. Als een boer zijn grond aan ons verkoopt, is dat zijn eigen beslissing.

Wij hebben zelf onderzocht hoe dat precies zit voor agrarisch gebied. Daarvoor hebben we de prijzen die wij hebben betaald vergeleken met de gemiddelde prijzen volgens de notarissen. Uit ons onderzoek bleek dat wij in elke provincie minstens 15 procent minder hadden betaald dan het gemiddelde. Daar zit ook een logica achter. De gronden die wij kopen zijn vaak natte gronden, die veel natuurwaarde hebben maar minder waardevol zijn voor landbouwers. In veel gevallen zijn het trouwens de landbouwers die die gronden aan ons aanbieden. De indruk wordt soms gewekt dat wij boeren onteigenen. Dat is natuurlijk onzin. Als een boer zijn grond aan ons verkoopt, is dat zijn eigen beslissing.

Dezelfde partijvoorzitter had het eerder over ‘drie bomen met een speciale vleermuis in’ die een hele sector zouden bedreigen.

Janssen: Natuurbeschermers de zwartepiet toespelen is makkelijker dan te moeten toegeven dat je als regeringspartij het stikstofdossier decennialang hebt laten verzieken. En misschien zeggen die aanvallen ook iets over onze veranderde status. Natuurpunt, dat is niet langer drie mannen in een groene parka die in een hoekje van de gemeente één hectare aan het beheren zijn. Vandaag zijn meer dan 130.000 families lid van Natuurpunt. Wij zijn een hoge boom geworden, en die vangt zoals bekend veel wind.

De CD&V probeerde zich de afgelopen maanden wel vaker op deze manier te profileren. Denk aan het voorstel om de bescherming van de wolf op te heffen.

Janssen: Ze hebben even geprobeerd om daar een verkiezingsthema van te maken, maar ik heb niet de indruk dat ze daarin geslaagd zijn. Ik durf met enige trots te zeggen dat wij dat mee hebben helpen voorkomen. Samen met WWF België hebben we een ‘Wolf Fencing Team’ opgericht. Dat team heeft ondertussen al meer dan duizend eigenaars van landbouwdieren geholpen door wolfwerende afrastering te plaatsen. Het aantal dieren dat door een wolf is gepakt, is daardoor sterk gedaald, met als gevolg dat het draagvlak voor de wolf nog altijd erg groot is.

Dat sommige politieke partijen jullie de zwartepiet toespelen is niet helemaal onbegrijpelijk. Het stikstofdossier kwam pas in een stroomversnelling na juridische stappen die Natuurpunt zette tegen de uitbreiding van een pluimveebedrijf in Kortessem. Voor een aantal landbouwbedrijven betekende dat stikstofarrest de doodsteek.

Janssen: Door het zo voor te stellen ga je mee in de gedachte dat de boeren vandaag alleen kunnen overleven als ze uitbreiden. Dat is niet zo. Er zijn landbouwmodellen die minder intensief zijn en dus minder schadelijk voor de kwaliteit van de bodem, het water en de lucht. Maar daarvoor moet je af van het idee dat je de opbrengst alleen kunt verhogen als je het volume opdrijft. Je kunt je opbrengst ook verhogen door een kwaliteitsvoller product aan te bieden en daar een hogere prijs voor te vragen. Mensen zijn bereid om daarvoor te betalen. Als ik in een café mag kiezen tussen een zelfgebakken taart en een gewone taart uit de supermarkt, zal ik voor de eerste gaan, zelfs als die wat duurder is. Toegegeven, dat opschalen is een uitdaging.

Noah Jansen: ‘Over Demirs klimaatbeleid kunnen we onmogelijk tevreden zijn’.

Jef Colruyt zal u vertellen dat voor verreweg de meeste consumenten de prijs het belangrijkste argument is.

Janssen: Oké, maar er is ook een reden waarom Colruyt steeds meer uitpakt met bijvoorbeeld de lokale herkomst of de diervriendelijke manier waarop een product is geproduceerd. Het aantal mensen dat bereid is om voor lokale, eerlijk geproduceerde en gezonde producten iets meer te betalen, neemt duidelijk toe. De keuze voor kwaliteit lijkt me in deze regio trouwens de enige weg. Met lage kosten zullen we het in elk geval niet halen.

Om nog even terug te komen op het stikstofarrest: minister van Landbouw Jo Brouns noemde dat in De Tijd een voorbeeld van ‘juridisering’. Door telkens te procederen zou Natuurpunt het vertrouwen van de landbouwers schaden.

Janssen: In werkelijkheid gebruiken we heel zelden het instrument van de juridische procedure. De afgelopen jaren zijn er minstens duizend bouwvergunningen voor stallen aangevraagd. Ik denk dat we tegen acht aanvragen hebben geprocedeerd. Het is dus echt niet zo dat wij systematisch de bouw van nieuwe stallen proberen tegen te houden. Maar je kunt het een natuurvereniging moeilijk kwalijk nemen dat ze opkomt voor de natuur. Soms moet je ook eens durven te laten zien dat je die opdracht serieus neemt. En wetten zijn er om nageleefd te worden. Jarenlang is dat niet gebeurd, terwijl iedereen heel goed wist dat er een groot stikstofprobleem was.

Zuhal Demir is de eerste die het stikstofprobleem grondig durft aan te pakken. Dat is niet eens een appreciatie. Het is gewoon een feit.

Misschien nog opzienbarender dan het stikstofarrest was het feit dat de bevoegde N-VA-minister Zuhal Demir er rekening mee hield.

Janssen: Dat klopt. Zij is de eerste die het probleem grondig durft aan te pakken. Dat is niet eens een appreciatie. Het is gewoon een feit. Haar voorgangers hebben de boeren jarenlang wijsgemaakt dat er geen probleem was, of dat alles op te lossen viel met technologische oplossingen, zoals luchtwassers. Maar die oplossingen zijn duur, en maken meestal ook niet waar wat ze beloven. In wezen zijn het schijnoplossingen voor een probleem dat je in de kern moet aanpakken. Onze landbouw telt te veel dieren. Ooit was onze landbouw circulair. De stikstof die gebruikt werd op het land kwam van dat land. Vandaag komt de stikstof van kunstmest, of wordt ze geïmporteerd in de vorm van sojaschroot dat aan het vee wordt gevoerd. Die ingevoerde stikstof stapelt zich op in het systeem, met als gevolg dat we niet alleen de bovenste lagen maar ook het diepere grondwater aan het vervuilen zijn.

De partij van Demir heeft wel, net als de Open VLD, de CD&V en het Vlaams Belang, tegen de Europese natuurherstelwet gestemd.

Janssen: De minister verdient goede punten voor haar bosuitbreiding en Blue Deal, maar er zijn zeker ook dossiers waarin de minister ons heeft ontgoocheld. De natuurherstelwet is er daar een van, maar ook over haar klimaatbeleid kunnen we onmogelijk tevreden zijn.

Dat zo veel partijen de natuurherstelwet willen kelderen, lijkt moeilijk te rijmen met jullie stelling dat er een groot draagvlak is voor natuurherstel.

Janssen: Uit verschillende enquêtes blijkt dat ongeveer 80 procent van de bevolking voor natuurherstel is. Het interessante is dat volgens de Boerenbond een soortgelijk percentage achter de boeren staat. Je zou kunnen besluiten dat er iets niet klopt, maar ik zie het anders. Voor mij betekent het dat 60 procent én achter de boeren staat én voor natuurherstel is. Voor ons is dat geen contradictie, wel integendeel. Natuurpunt is niet tegen de boeren. Wij werken met 700 boeren samen om een deel van onze gronden te beheren. Die samenwerkingen verlopen prima. Verschillende boeren hebben me trouwens al verteld dat ze niet mee willen stappen in het polariserende verhaal van boeren versus natuur.

Het is zover gekomen dat imkers liever hun kasten in de stad zetten dan op het platteland.

Als reactie op het boerenprotest schrapte Commissievoorzitter Ursula von der Leyen het voorstel om het gebruik van pesticiden te halveren.

Janssen: Dat gaat mijn verstand te boven. Ik zeg niet dat we naar een totaalverbod op pesticiden moeten – in sommige gevallen zal dat wel nodig zijn – maar het was absoluut een goed idee om het gebruik minstens te halveren. Er zijn teelten die in een jaar tijd zes keer met pesticiden worden behandeld. We weten wat daar de gevolgen van zijn. Meer en meer studies wijzen op een link met alzheimer, parkinson en verschillende kankers. En dan zwijg ik nog over de gevolgen van neonicotinoïden voor het ecosysteem. Je ziet de insecten gewoon uit de lucht vallen. Het is zover gekomen dat imkers liever hun kasten in de stad zetten dan op het platteland.

Het boerenprotest heeft duidelijk op de politieke besluitvorming gewogen.

Janssen: Ja, en je kunt je dan de vraag stellen waarom de klimaatmarsen zo veel minder effect hadden. Het aantal deelnemers was vele malen groter, maar blijkbaar leeft bij politici het idee dat daar minder draagvlak voor is. Wat ik hier mis is staatsmanschap. Politici die iets verder durven te kijken dan de volgende verkiezingsuitslag. Op dat vlak zie ik een groot verschil met de bedrijfswereld, waarin veel vaker op lange termijn wordt gedacht. De industrie heeft de afgelopen decennia echt veel moeite gedaan om de uitstoot naar beneden te krijgen. Als vereniging werken we ook bijzonder goed samen met de industrie. De haven van Antwerpen is een goed voorbeeld. Uit onze vroegere conflicten is ondertussen een mooie samenwerking gegroeid.

Een transitie naar een meer plantaardige landbouw zou veel van de huidige problemen oplossen.

In het stikstofdebat opperde zowel de Boerenbond als de CD&V dat de landbouw veel harder wordt aangepakt dan de industrie. Voor de multinationals in de Antwerpse haven zouden andere wetten gelden dan voor onze landbouwers.

Janssen: Hun argument is: stikstof is stikstof. Voor de natuur zou er geen verschil bestaan tussen ammoniak die door veehouders wordt uitgestoten en de stikstof die de industrie uitstoot. Als bio-ingenieur die over dat thema toevallig zijn thesis heeft geschreven, weet ik dat dat niet klopt. Eenvoudig gesteld: ammoniak is een reactieve stof, die vrij lokaal neerdaalt, terwijl stikstofdioxide uit de industrie zich een stuk minder lokaal verspreidt en verder wegwaait. Daarom is een nabijgelegen fabriek met evenveel stikstof vaak minder schadelijk voor een natuurgebied dan een grote koeienstal. Wat hier verder nog een rol speelt, is dat de industrie de afgelopen decennia de uitstoot aanzienlijk naar beneden heeft gehaald. Dat is voor de landbouw veel minder het geval. Een transitie naar een meer plantaardige landbouw zou veel van de huidige problemen oplossen.

Is de indruk juist dat jullie het klimaatthema vandaag een stuk nadrukkelijker op de agenda zetten?

Janssen: Misschien spreken we het nadrukkelijker uit, maar eigenlijk hebben we ons altijd al voor het klimaat ingezet. Bosuitbreiding en natuurherstel zijn met grote voorsprong de goedkoopste manieren om klimaatproblemen aan te pakken. De stijgende zeespiegel kun je tegenhouden met gigantische dijken, maar duinen zijn veel efficiënter en goedkoper. Dat willen we in de toekomst nog meer benadrukken, al willen we tegelijk ook vermijden dat natuurbehoud een puur utilitair verhaal wordt. Een lieveheersbeestje heeft behalve een economische waarde ook een waarde op zichzelf.

In de aanloop naar 9 juni hebben jullie een ‘Kieswijzer’ op de website geplaatst. De boodschap is duidelijk. Wie natuur een prioriteit vindt, moet voor Groen of Vooruit stemmen.

Janssen: Wij kiezen geen partij, ook vanuit onze overtuiging dat de natuur geen politieke kleur heeft. In onze kieswijzer hebben politieke partijen zelf mogen aangeven in welke mate ze het eens waren met onze voornaamste eisen. En dan blijkt dat bij die twee inderdaad vaak het geval. Maar kiezers moeten zelf hun keuzes maken. De tijd dat pastoors zeiden op wie je moet stemmen is voorbij.

Je zou eruit kunnen besluiten dat Natuurpunt een linkse organisatie is.

Janssen: Ik zie onze eisen niet als linkse eisen. Progressief lijkt me hier een correcter woord. Met de blik op de toekomst. Transitie is nodig, dat ziet toch iedereen? Daarom zetten wij ons bijvoorbeeld ook af tegen een in onze ogen veel te conservatief klimaatbeleid. Ik denk dat intussen wel duidelijk is wat de gevolgen van dat beleid zijn.

Hoort een progressieve organisatie ook niet te waken over haar diversiteit? Het bestuur van Natuurpunt bestaat voornamelijk uit blanke mannen.

Janssen: Dat is zo, en ja, daar moeten we iets aan doen. We hebben al wat stappen in die richting gezet, maar makkelijk is het niet. Vandaag zitten we nog een beetje vast in een vicieuze cirkel. Omdat het beeld bestaat dat wij een mannelijke, blanke organisatie zijn, zullen vrouwen en mensen van kleur zich er niet zo snel in herkennen en zich minder snel aansluiten. We zijn niet de enige organisatie die met dat probleem kampt, maar goed, uw punt is wel terecht. En ik ben ervan overtuigd dat het anders kan. Voetbal is daar een goed voorbeeld van. Tot voor kort was dat een echt mannenbastion. Vandaag zie je dat de pogingen om die wereld te vervrouwelijken vruchten beginnen af te werpen. Ik heb verschillende vrienden met voetballende dochters.

Hebt u, behalve de diversiteit vergroten, nog andere prioriteiten gesteld?

Janssen: Ik wil Natuurpunt nog verder doen groeien. 130.000 leden mag geen eindpunt zijn. En ja, we zullen gronden blijven aankopen. Dat is nodig om de natuur in Vlaanderen gezonder te maken. Om dezelfde reden wil ik ook werken aan het politieke draagvlak. Ik dacht dat dit, zeker bij partijen die het middenveld omarmen, vrij groot was. Blijkbaar is dat niet zo. Al kan het ook liggen aan de electorale koorts.

Bio Noah Janssen

Geboren in 1978 in Neerpelt.

Studeerde bio-ingenieur (land- en bosbeheer) aan de UGent en management in de sociale economie aan de Antwerp Management School.

Werkt sinds 2006 bij Natuurpunt, waar hij sinds februari 2024 algemeen directeur van is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content