‘Onwaarschijnlijke comeback’? Leer Gwendolyn Rutten niet hoe politiek in elkaar zit

Gwendolyn Rutten. © Getty
Walter Pauli

Het gebeurt niet elke dag dat twee krantentitels uit twee verschillende mediabedrijven op hun voorpagina uitpakken met dezelfde kop: de ‘onwaarschijnlijke comeback’ van Gwendolyn Rutten. Onwaarschijnlijk? Echt?

Leer een raspolitica als Gwendolyn Rutten niet hoe ze de media moet bespelen. Een paar weken geleden greep ze de aanstelling van Paul Van Tigchelt als minister van Justitie en vooral als federaal vicepremier aan om haar afscheid aan de nationale politiek aan te kondigen.

Rutten trok zichzelf terug in Aarschot, zei ze, waar ze burgemeester is. Een erger hol dan ‘de hoofdstad van de Marginale Driehoek’ om zich in te verstoppen, is nauwelijks denkbaar. Toen al mocht bij geïnformeerde waarnemers een belletje zijn afgegaan dat in de Wetstraat en omstreken niet elk dreigement even letterlijk te nemen is.

Zeker niet wanneer die nog veel oudere rot genaamd Patrick Dewael in eenzelfde beweging aankondigde dat hij niet naar het volgende partijbureau van de Open VLD zou komen – zou er iemand in zijn plaats op zijn stoel hebben durven te zitten? – en met het idee speelde om de partij te verlaten.

Dat zal wel, op een moment dat in Limburg zijn deal rond was om zijn zoon Frank eerste opvolger te laten worden in het Vlaams Parlement. In 2025 zal Frank Dewael Marino Keulen ook daadwerkelijk opvolgen, en mag hij zich als eerste lid van de vierde generatie van zijn illustere familie parlementslid noemen – na overgrootvader Arthur Vanderpoorten, grootoom Herman Vanderpoorten en vader Patrick Dewael.

Patrick Dewael is veel te verstandig om zijn partij op zo’n moment in een nog ergere crisis te storten. Dat geldt ook voor Gwendolyn Rutten.

Toen al ging het niet om echte dreigementen met vertrek of ontslag, maar om een politiek signaal naar de partijtop: stop met het paniekvoetbal.

(Lees verder onder de preview)

De Croo

Er zijn nog een kleine acht maanden te gaan tot de verkiezingen. Waarom zou de Open VLD gelaten moeten afwachten tot de N-VA met nog meer kiezers gaat lopen – alsof die partij zo’n schitterend parcours gelopen heeft in de oppositie? Zeker, in de Kamer heeft Sander Loones indruk gemaakt met zijn messcherpe kritiek op de begroting. De vraag is: indruk op wie, en waarmee?

Indruk op de insiders, zeker wel, met begrotingscijfers waarvan de technische finesses alleen echt doorgrond worden door een nog kleinere groep van kenners.

Toch had Loones’ kritiek op de budgetopmaak een bijzonder grote politieke draagwijdte: hij bracht de geloofwaardigheid en in één moeite de verantwoordelijkheidszin van de premier in het gedrang, en dat straalde zéér hard af op de Open VLD – ook al omdat premier Alexander De Croo de kunst niet begrijpt van de strategische terugtocht. Hij wilde mordicus bewijzen wat niet te bewijzen viel: dat hij voor elk cijfer tot achter de komma gelijk had.

Toen al zei Gwendolyn Rutten in Knack, ruim één jaar voor ze ermee dreigde haar bestaan te beperken tot Aarschot en omstreken: ‘Een begroting is altijd politiek. Het is een raming. Je corrigeert de cijfers toch gewoon bij de eerste begrotingscorrectie – dat is toch een doodnormale procedure?’

Nogmaals: leer Gwendolyn Rutten niet hoe politiek in elkaar zit. In de vroege paarse jaren leerde ze de stiel als beleidsmedewerker van toenmalig partijvoorzitter Karel De Gucht. Hij had meteen begrepen dat de jonge juriste een rastalent was. Haar passage als kabinetschef algemeen beleid bij de opeenvolgende Vlaamse ministers Fientje Moerman en Dirk Van Mechelen (2005-2009) was een eerste doorgedreven stage voor het echte werk dat haar nog te wachten stond.

Het is een van die vele fijne toevalligheden in de geschiedenis dat het grote publiek haar écht leerde kennen als onverwachte outsider bij de voorzittersverkiezingen tussen, nieuweling (en winnaar) Alexander De Croo en zogezegd ervaren rot (maar wel verliezer) Marino Keulen. Rutten werd derde, maar wel met bijna 28 procent van de stemmen. De knepen van het vak begon ze al onder de knie te krijgen, nu had ze ook zelf voor haar eigen naamsbekendheid gezorgd. De Gucht zag het monkelend aan.

Thatcher

Sindsdien is Gwendolyn Rutten in de Open VLD een politica om rekening mee te houden. Een apart figuur, daar niet van. Ze is mee de architect én is deel geweest van de successen van die partij, maar ook van haar neergang. Ze kent haar dossiers, ze durft het spel zéér politiek en zéér liberaal te spelen, altijd met een oog op what’s in it for me.

Ze kan ook show verkopen als geen ander. Ze liet zich voor De Morgen ooit opmaken als Margaret Thatcher – je had al een scherp oog nodig om het verschil te zien met de echte Lady Thatcher, en dat op een foto zonder digitale trucage. Te bescheiden is onze Iron Lady of the Hagueland nooit geweest. Dat moet ook wel, voor een vrouw die wil overleven in een partij van mannetjesputters en vermeende ladykillers die de Open VLD altijd al is geweest.

Tegelijk was het de gedroomde politieke omgeving voor een macha als Gwendolyn Rutten. Macht fascineert haar: om te doen wat ze wil doen, en ook wel om de macht zelf – iemand met een béétje allure zit niet in een parlement of een partijbestuur om de zaken van een afstand te aanschouwen, toch?

En dus stonden vicepremier Alexander De Croo en minister van Volksgezondheid en stemmenkanon Maggie De Block er verbijsterd bij toen ze kort voor de verkiezingen van 2019 tijdens een zeldzame gezamenlijke persconferentie ineens het onaangekondigde bezoek kregen van partijvoorzitster Gwendolyn Rutten, die in één moeite en zonder voorafgaande afspraak het hele gebeuren kaapte door zichzelf uit te roepen tot kandidaat-premier. Dat dat ook de intieme ambitie was van minstens één andere liberaal in de kamer kon Rutten beter inschatten dan wie ook. Juist daarom moest ze Alexander De Croo te snel af zijn.

Gelukkig zijn liberalen elk om beurten ook heerlijke egoïsten – zonder hen zou de Wetstraat zeker saaier zijn. Na de verkiezingen kreeg Rutten haar soloslim natuurlijk cash terugbetaald. Ei zo na was ze er al in geslaagd een vroege variant van Vivaldi op de been te brengen, maar toen heette dat nog Paars-Groen. Zeker voor centrumrechts Vlaanderen is die naam alleen al een framing te ver, en dat stond het groepje Alexander De Croo – Vincent Van Quickenborne – Egbert Lachaert toe om Rutten voetje te lichten.

(Lees verder onder de preview)

Even dacht ze daadwerkelijk in de running te zijn als eerste minister, maar een gericht lek maakte een einde aan die formule én aan haar ambitie. Het trio ging erop en erover: Rutten had gehoopt om zichzelf te laten opvolgen door Bart Tommelein, waardoor ze toch nog een belangrijke rol zou kunnen spelen bij het uitzetten van de partijlijn (en het uitdelen van gebeurlijke ministersposten), maar Lachaert had zowel de brede rechterzijde van zijn partij mee als de diepblauwe sympathie.

Tommelein trok zich mokkend en teleurgesteld terug in Oostende, Rutten deed alsof in Aarschot. In werkelijkheid bleef ze alert voor nationale thema’s die haar aangaan. Dat zal haar collega van Omgeving in de Vlaamse regering wel ervaren wanneer er een akkoord moet worden gemaakt rond stikstof, en al die andere belendende dossiers. Natuurpunt heeft er een geduchte tegenstander bij: Rutten ként de Ferrariskaart – een kaart uit 1770-1777 die vandaag vaak wordt gebruikt om de ‘natuurlijke toestand’ van het Vlaamse landschap te bepalen. Ze moet er niet van weten.

Macbeth

Crisissen zijn uitdagingen, heet het gezegde, en wat de voorbije maanden aan het gebeuren was in de Open VLD was gesneden koek voor een politica als Gwendolyn Rutten. Terwijl zij zogezegd op een zijspoor was beland, maakten haar opvolgers in de partijleiding er een zichtbaar zootje van – heerlijk. Daarmee brachten ze de hele partij wel op de rand van de afgrond. Beter kon eigenlijk niet, al was nóg een stap verder te gevaarlijk, ook voor Rutten zelf. Maar er lagen ineens wel kansen voor het grijpen, want het móést natuurlijk anders en beter.

Hoe kun je beter opnieuw de teugels in handen nemen dan door met het juiste gevoel voor drama te doen alsof je van de rijdende trein springt? Leer een dramaqueen niet wat toneel is.

Toen Knack enkele maanden geleden de liberale partijtop vergeleek met een genootschap dat de drama’s van Shakespeare op de planken brengt in plaats van aan politiek te doen, en daarbij aan Gwendolyn Rutten de rol van Lady Macbeth toebedeelde, reageerde ze prompt per sms met een (verkorte) weergave van haar beroemde citaat: ‘Things without all remedy should be without regard: what’s done, is done.’ Vertaald: ‘Zaken die toch niet te verhelpen zijn, zouden niet eens in overweging moeten worden genomen. Wat gedaan is, is gedaan.’

Ook die uitspraak is Gwendolyn Rutten ten voeten uit. Gevoel voor drama gaat hand in hand met een fijne (zij het niet feilloze) politieke feeling, een behoorlijke dossierkennis en een inschatting om hoe dan ook het mogelijke voordeel te maximaliseren.

Bart Somers had zijn redenen om voor Mechelen te kiezen. Bij die overweging zal de (in zijn geval niet zeer gunstige) volgorde op de Antwerpse Open VLD-kieslijst voor het Vlaams Parlement ongetwijfeld meegespeeld hebben: in het beste geval zou hij lijstduwer zijn. Dat blijft een zogezegde ereplaats, maar wel een die in de gegeven omstandigheden geen honderd procent zekerheid geeft om verkozen te raken.

Somers weg, Rutten erin. Het toeval helpt, maar zij weet natuurlijk goed dat haar partij geen overschot heeft aan parlementsleden die van de ene op de andere dag in staat zijn om een plaats af te dwingen in het Vlaamse kernkabinet, die de dossiers inhoudelijk aankunnen én ze politiek kunnen inschatten. Vandaar dat Rutten ineens terug is, zogezegd. Terwijl ze natuurlijk nooit echt weg was geweest.

Dieu

Het is een kunstje dat je alleen kunt spelen als je van jezelf beseft dat je op dat specifieke moment eigenlijk onvervangbaar bent. In de jaren 1980 ‘verdween’ de legendarische PS-voorzitter Guy Spitaels op een bepaald moment plots van het toneel. Hij was weg, zonder meer, onvindbaar en onbereikbaar: hij vond dat hij met te weinig respect (en te veel tegenspraak) bejegend werd.

Spitaels’ bijnaam was Dieu, zo alomtegenwoordig was de man, zo veel indruk maakte hij op de gemiddelde militant. Prompt brak in de hele partij, vakbond en ziekenfonds inbegrepen, en zelfs bij driekwart van de Franstalige pers paniek uit. Dat was natuurlijk wat Spitaels wilde: men sméékte hem om opnieuw te verschijnen. Wat hij na enig aandringen ook deed, minzaam glimlachend, en machtiger dan ooit.

Gwendolyn Rutten hoefde geen sollicitatiebrief te schrijven om Bart Somers op te volgen, niet alleen als Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, maar ook als viceminister-president. Samen met Hilde Crevits (CD&V) is ze ineens de machtigste vrouw in de Vlaamse regering, en als gevolg daarvan ook opnieuw de vrouwelijke nummer één in de Open VLD. Over goed een half jaar zijn het verkiezingen: zeker tot 9 juni 2024 zal de Open VLD haar goed kunnen gebruiken. Aarschot kan wachten.

Gwendolyn Rutten verontschuldigt zich trouwens voor de voorbije weken: ‘Misschien heb ik wat overdreven.’ Zo zei ze het echt: ‘Misschien.’

Partner Content