Bert Bultinck

Waarom Rik Devillé de Mens van het Jaar van Knack is

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘De eerste doos.’ Rik Devillé zegt het zonder pathos terwijl hij de bruine opbergmap erbij neemt, in de laatste aflevering van Godvergeten. Voor de vierdelige VRT-documentaire over kerkelijk misbruik heeft de priester-activist diep in zijn verleden gegraven, naar het begin van zijn archief van leed en onrecht. Wanneer hij die eerste doos opnieuw opent, spreekt Devillé, nochtans bijna 80 jaar oud, niet als een oude man. Zijn taal is helder, zijn stem reikt ver: ‘Hier is dat een dossierke,’ zegt hij, ‘maar dat is telkens één mens.’ Het is precies wat Devillé de afgelopen decennia heeft gedaan: dossiers een gezicht geven, slachtoffers een stem, daders een naam.

De slotaflevering van de reeks die heel Vlaanderen dit jaar in rep en roer heeft gezet, begint met een oud verhaal van een veertienjarige vrouw die in 1948 twee keer is aangerand door dezelfde priester – pijnlijk genoeg toen ze hulp ging vragen na een verkrachting. Eva is het oudste nog levende slachtoffer van seksueel misbruik in de kerk, zo heet het in de reeks. Na haar hulpvraag werd ze veroordeeld wegens landloperij en ontucht en voor jaren opgesloten.

Het is een van de vele verhalen die Godvergeten zo beklemmend maakt. Het gaat niet alleen om het vernietigende misbruik maar ook om de wraakroepende manieren waarop de verhalen van de weerloze slachtoffers zijn weggemoffeld. Niet zelden werden ze met – nieuw – geweld uit het zicht gehouden. In 1948 heette zoiets nog niet ‘victim blaming’, vandaag weten we dat het verhaal van Eva precies dat is. Ze zou een priester ‘verleid’ hebben, terwijl ze eigenlijk door hem verkracht werd: het slachtoffer krijgt de schuld. In Godvergeten krijgt de kerk de allure van een misdaadorganisatie, van een maffia die handelt in misbruik. En de paus, de grote baas? Die blijkt immuun voor vervolging.

Rik Devillé is onze Mens van het Jaar omdat de verhalen over kerkelijk misbruik nog niet verteld zijn.

Maar kerkelijk misbruik, is dat niet yesterday’s story? Is dat geen oudbakken verhaal? Weten we niet al lang hoeveel levens de katholieke kerk kapotgemaakt heeft, het instituut waarvan de leden elkaar de hand boven het hoofd houden? Was de oorlog die in Oekraïne voortwoedde, en in een eindeloos dodelijke patstelling belandde, dit jaar niet belangrijker? Moeten we geen Mens van het Jaar uit Gaza kiezen, of een vredesactivist in Israël? En is AI, een nieuw soort God, niet de echte bedreiging vandaag? Het zijn relevante tegenwerpingen in de onmogelijke discussie die elk jaar opnieuw de redactie van Knack in de ban houdt. ‘Onmogelijk’, omdat leed moeilijk te vergelijken valt met ander leed. Onmogelijk omdat geografische en historische afstanden een rol spelen, terwijl dat moreel gezien geen maatstaven zijn. Onmogelijk omdat helden altijd in andere gedaantes komen.

Als we dit jaar voor Rik Devillé kiezen, dan is het omdat alles erop wijst dat de verhalen over kerkelijk misbruik nog niet verteld zijn, zelfs niet na Godvergeten. Omdat misbruik in Vlaanderen elke dag opnieuw nieuwe slachtoffers maakt. In het interview met Devillé (en documentairemaaksters Ibbe Daniëls en Ingrid Schildermans) vertelt Knacks Mens van het Jaar hoe Eva dan toch niet het oudste slachtoffer is dat bij hem heeft aangeklopt. Het leed van een ander slachtoffer ging nog verder terug: ‘Een meneer van 86 belde me vanuit zijn auto. Hij stond aan de kant van de weg. Ik hoorde hem huilen.’ Patrick, een ander slachtoffer dat aan bod komt, brengt een moedeloze boodschap: ‘Ik zie het niet veranderen.’

Als Rik Devillé de Mens van het Jaar van Knack is, dan is dat vanwege dezelfde feiten die N-VA-parlementslid Valerie Van Peel dit najaar aanhaalde, in het debat over kerkelijk misbruik in de Kamer. Een op de tien mensen, zo zei Van Peel, wordt het slachtoffer van kindermisbruik en moet daar een heel leven mee worstelen. Ze worden zo snel weer vergeten: ‘Altijd zijn het weer de slachtoffers die hun nek moeten uitsteken om aandacht te vragen. Beseffen jullie wel hoeveel opoffering dat vraagt? Dat is verschrikkelijk cynisch.’

Het is de grote verdienste van Rik Devillé, en van de makers van Godvergeten, dat ze precies aan die slachtoffers aandacht blijven geven. In een jaar van diepe duisternis zorgden zij daarmee voor een beetje hoop. Zij zorgden niet voor de vergoelijking, maar voor de waarheid. Niet voor cynisme, maar voor het antigif.

Partner Content