Simon Van Hoeymissen

‘Pleidooi om een publiek sociaal medium te ontwikkelen: van het volk, voor het volk, en door het volk’

Simon Van Hoeymissen Criminoloog en politicoloog bij het Studiecentrum Veiligheid en Defensie van de Koninklijke Militaire School

‘Vandaag maken private sociale mediabedrijven ons verslaafd aan aandacht, en gebruiken andere landen dat om extremisme, wantrouwen en passiviteit onder onze bevolking aan te wakkeren’, schrijft Simon Van Hoeymissen. ‘Die onderlinge strijd om aandacht tussen politieke partijen en tussen burgers biedt op deze manier geen constructieve bijdrage tot ons beleid, onze welvaart, of ons welzijn. Toch moet het zeker mogelijk zijn om digitale technologie wél te gebruiken op een manier dat die ons algemeen belang dient.’

Er vloeit heel wat inkt over het uitblijven van investeringen in onze Defensie. Helaas lijkt het publiek debat hierover steeds meer gepolariseerd te raken. Daarmee deelt ons antwoord op de Russische oorlog tegen Oekraïne hetzelfde lot als heel wat andere discussies over maatschappelijke uitdagingen: Corona, klimaat, migratie, enzovoort.

De rol van sociale media hierin is niet te onderschatten. De bedrijven achter die platformen strijken miljarden op aan advertentie-inkomsten door hun gebruikers verslaafd te maken aan het gevoel van sociale waardering telkens een post wordt geliket of gedeeld. Maar die erkenning is erg vluchtig. Om onze digitale competitie om aandacht te winnen moet alles steeds extremer: een nóg langere afstand lopen, een nóg mooiere foto, of een nóg controversiëlere mening.

Dat vormt in de eerste plaats een uitdaging voor ieder van ons individueel: het kan heel wat schade aanrichten aan ons zelfbeeld en mentale gezondheid. Maar dit heeft ook maatschappelijke en politieke gevolgen. Want hierdoor neigt elke maatschappelijke discussie op het internet uiteindelijk naar extremisme, onwaarheden en cynisme. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat extremistische groepen erg veel investeren in hun zichtbaarheid op sociale media, gaande van ISIS, tot Trump, tot onze eigen extremistische partijen.

Bovendien stellen we vast dat buitenlandse mogendheden dit actief uitbuiten om onze samenleving te verzwakken. We kunnen hier een parallel zien met het China van de 19de eeuw. Toen maakten de Britten de Chinese samenleving kapot door er grote hoeveelheden opium te dumpen. De verslaving van een groot deel van de Chinese bevolking leidde tot hun politiek verval. In onze hedendaagse samenleving maken private sociale mediabedrijven ons verslaafd aan aandacht, en gebruiken andere landen dat om extremisme, wantrouwen en passiviteit onder onze bevolking aan te wakkeren.

De onderlinge strijd om aandacht tussen politieke partijen en tussen burgers biedt op deze manier geen constructieve bijdrage tot ons beleid, onze welvaart, of ons welzijn. Toch moet het zeker mogelijk zijn om digitale technologie wél te gebruiken op een manier dat die ons algemeen belang dient. Wat dat betreft kan het interessant zijn om een publiek sociaal medium te ontwikkelen: van het volk, voor het volk, en door het volk.

We zouden een sociaal medium ván het volk kunnen maken, door de data die dat platform genereert van onze burgers te nationaliseren. We weten bijvoorbeeld dat landen alvast versleutelde data verzamelen en bewaren om die later te kunnen kraken, eenmaal quantum-computers daartoe in staat zijn. We moeten onze data daar nu al tegen beschermen. Een sociaal medium is ook maar van het volk indien het profiel van elke gebruiker op dat platform geverifieerd is en rechtspersoonlijkheid heeft. Dat zou toelaten om elke Belgische burger op het sociaal medium alle toepasselijke rechten en plichten te geven, zodat de vrijheid van ieder ophoudt waar de vrijheid van een ander begint.

Dat sociaal medium kan ook vóór het volk werken, door verzamelde data te gebruiken om onze openbare dienstverlening te verbeteren. Bijvoorbeeld onderzoekt de Thomas More hogeschool hoe we met behulp van digitale hulpmiddelen onze mentale gezondheidszorg kunnen verbeteren. Verder zouden we een heel nieuw model van openbaar vervoer kunnen implementeren door op grote schaal autodelen te integreren in het platform. Ook zouden we met behulp van artificiële intelligentie een levenslang onderwijssysteem kunnen ontwikkelen op maat van elk individu. Er zijn nog heel wat andere mogelijkheden denkbaar hoe een openbaar sociaal medium onze openbare voorzieningen kan verbeteren.

Ten slotte zou dat sociaal medium ook democratisch dóór het volk moeten worden aangestuurd. In China heeft de overheid een systeem geïmplementeerd waarbij het burgers kan controleren met een digitale munt. Er is niets dat ons ervan weerhoudt om op een eigen publiek sociaal medium deze logica om te draaien: burgers zouden aan de hand van een politieke digitale munt in realtime het publiek beleid kunnen beïnvloeden en ter verantwoording roepen. Daarnaast kunnen we de toon en inhoud van het maatschappelijk debat verrijken door algoritmes te ontwerpen die genuanceerde, voorzichtige, onderbouwde, en beleefde inhoud systematisch meer zichtbaarheid verlenen. Dat zou ons in staat stellen om wetenschap en debat opnieuw ten volle te waarderen. Ook zou dit de opmars van cynisme en passiviteit in ons denken over burgerschap kunnen ombuigen in een herwaardering van klassiek stoïcisme en verantwoordelijkheidszin. Wanneer burgers die algoritmes bespelen, zou dat de samenleving mooier en sterker maken. Wanneer politieke partijen dat doen, zou dit ideologische gematigdheid en pragmatisme aanmoedigen.

Een initiatief om een sociaal medium te bouwen van het volk, voor het volk, en door het volk zal op heel wat weerstand stuiten. Een onhandige nationalisering van zo’n miljardenbusiness kan zelfs ronduit gevaarlijk zijn. Bijvoorbeeld werd de Iraanse premier Mossadegh in de jaren ’50 het slachtoffer van een buitenlands aangestuurde staatsgreep, na zijn poging om Irans olierijkdom te nationaliseren. Zo’n onderneming zou dus moeten worden omkaderd door heel wat diplomatie. Maar niets doen is geen optie. Op momenten van snelle technologische vooruitgang is het nalaten om die technologie ten volle aan te wenden om de democratie te versterken op zich al antidemocratisch. In 1831 was de Belgische grondwet een van de meest vooruitstrevende van zijn tijd.

Gezien de politieke uitdagingen waar ons land mee worstelt is het tijd om opnieuw die zin voor institutionele vernieuwing en politieke moed te tonen.

Simon Van Hoeymissen is als criminoloog en politicoloog werkzaam bij het Studiecentrum Veiligheid en Defensie van de Koninklijke Militaire School. Hij doet onderzoek naar de Europese veiligheids- en defensiearchitectuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content