Jan Walraven
‘Ook in het Westen zijn de kiemen gelegd van een kredietscore naar Chinees model’
‘Onze privacy is grof wild’, schrijft journalist Jan Walraven, auteur van ‘De Diefstal van de Eeuw’. Hij waarschuwt voor de logica van het ‘datakapitalisme’. ‘Onze persoonlijke data worden gebruikt om betere consumenten van ons te maken.’
Wat als we iedereen konden beoordelen aan de hand van één enkel cijfer? Dat elke stap die je zet, elke aankoop die je doet, elke vriendschap die je sluit, in kaart wordt gebracht. En dat elke gedraging, keuze en beweging die je maakt een positieve of negatieve score krijgt, waarop dan al deze scores gecombineerd worden tot één enkel getal, dat bepaalt hoe betrouwbaar je bent. Het klinkt als iets dat zelfs George Orwell niet zou durven bedenken. In China testen ze het vandaag al uit. En ook hier sluipt deze dystopie steeds dichterbij.
Vanaf 2020 wordt elke Chinees verplicht om deel te nemen aan wat ze er het Sociaal Kredietsysteem noemen. Het doel: de uitbouw van ‘een harmonieuze socialistische samenleving’, het perfectioneren van de ‘socialistische markteconomie’ en het versterken van ‘de oprechtheid van de Chinezen’. Hoewel het nog niet verplicht is, zijn er verrassend genoeg al miljoenen Chinezen die het systeem uittesten.
Ook in het Westen zijn de kiemen gelegd van een kredietscore naar Chinees model.
Om het systeem op poten te zetten schakelde de overheid de hulp in van acht private bedrijven, waaronder twee Chinese internetgiganten. Zowel Tencent, de ontwikkelaar van WeChat (de Chinese tegenhanger van WhatsApp), als de Alibaba Group, die onder meer de grootste webwinkel ter wereld in handen heeft, ontwikkelden applicaties die het Sociale Kredietsysteem nu al in de praktijk brengen.
Rachel Botsman toont in haar boek ‘Who Can You Trust?‘ hoe het systeem precies werkt aan de hand van Sesame Credit, het project van Alibaba Group. Binnen Sesame Credit krijgen deelnemers een score tussen 350 (onbetrouwbaar) en 950 punten (betrouwbaar). Hoe het bedrijf precies tot de score komt, geeft het niet prijs. Gebruikers weten in principe dus niet welke actie goed of slecht is voor hun score. Alibaba gaf wel vijf factoren prijs waarmee het rekening houdt: betalingsgeschiedenis, het nakomen van contractverplichtingen, persoonlijke informatie als adres en leeftijd, gedrag en voorkeuren, en vriendschappen en sociale interactie.
Een goeie score levert nu al bepaalde voordelen op. Een score van meer dan 650 maakt het bijvoorbeeld mogelijk om een auto te lenen zonder waarborg te moeten betalen. Iemands persoonlijke score is tegelijk een statussymbool waarover op het sociale netwerk Weibo gepocht wordt. Dat Chinezen in de app hun score kunnen vergelijken met die van hun vrienden, voegt nog een competitie-element aan het hele systeem toe.
‘In plaats van conformisme en stabiliteit af te dwingen met de grove middelen en een goeie dosis angst probeert de overheid gehoorzaamheid te laten aanvoelen als gamen. Het is sociale controle, vermomd als een soort bonuspuntensysteem’, stelt Botsman.
Een Westerse score
Dystopisch, niet? Maar wat als je hoort dat in het Westen de kiemen gelegd zijn om een gelijkaardig systeem op poten te zetten? Dat niet enkel Chinezen een score krijgen, gebaseerd op wie ze zijn en wat ze doen? Dagelijks verzamelen talloze bedrijven, organisaties en overheden namelijk miljoenen terabytes aan data over ons gedrag en onze gewoontes. Om orde te scheppen in deze gigantische databerg worden er algoritmes op losgelaten. Op basis van de beschikbare data worden vervolgens voorspellingen, beslissingen en oordelen gemaakt over de personen achter de data. Over ons.
Uit persoonlijke informatie wordt zo nieuwe informatie gepuurd, en dat is niet zelden informatie over ons leven, ons gedrag, en onze persoonlijkheid, die we meestal liever voor onszelf willen houden. Gewoon aan de hand van wat we leuk vinden op Facebook is een algoritme al in staat om onze politieke voorkeur, of zelfs seksuele geaardheid met vrij grote nauwkeurigheid te voorspellen.
Zonder het goed en wel te beseffen worden we in vakjes gestopt en gequoteerd.
Zonder het goed en wel te beseffen worden we in vakjes gestopt en gequoteerd. We lopen bovendien het risico om in een verkeerd vakje terecht te komen, en ook daarvan de gevolgen te moeten dragen. We hebben nauwelijks weet van die beslissingen en weten nog minder op basis van welke informatie ze gemaakt worden. We kunnen ze dus ook niet controleren. Nochtans zijn het niet zelden beslissingen die ons leven mee bepalen. Krijgen we een lening of niet? Zijn we te vertrouwen? Voor welke job zijn we geschikt?
Zodra je een score opgeplakt krijgt, dreigt die je bovendien te achtervolgen. Want al deze voorspellingen en beoordelingen worden niet gemaakt om er slechts één beslissing op te baseren. De data en de daarop gebaseerde scores worden op grote schaal verhandeld, gedeeld en gebruikt. Wat het ene bedrijf over je weet, weet misschien ook je bank, supermarkt of de overheid.
Profielhandelaren
De grootste datahandelaren ter wereld zijn Amerikaanse bedrijven, die hoofdzakelijk in de VS actief zijn, maar evengoed naar Europa lonken. Al is hier eveneens een rist bedrijven actief in het verzamelen, analyseren, verpakken en verhandelen van persoonlijke data. Eén daarvan is het van oorsprong Nederlandse, maar ook in ons land actieve bedrijf Focum. Deze ‘profielhandelaar’ ontstond in de schoot van incassobureau Vesting Finance en kreeg dankzij onderzoek van De Groene Amsterdammer in 2017 nog de Nederlandse Big Brother Award ‘voor het profileren en beïnvloeden van levenskansen, zonder daar de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor te nemen’.
Focum helpt bedrijven om het potentiële financiële risico van nieuwe consumenten en klanten in te schatten. Het bedrijf levert zogenaamde ‘kredietwaardigheidsinformatie’. Het verhandelt bovendien ook adressen, telefoonnummers en gegevens over koopgedrag van consumenten. Om het kredietrisico van consumenten te bepalen is het natuurlijk interessant om te weten of iemand zijn energiefactuur wel steeds op tijd heeft betaald. Als dochter van incassobureau Vesting Finance is het dan niet zo moeilijk om aan deze financiële gegevens te geraken.
Alle bedrijven die in de komende jaren willen meetellen, volgen het voorbeeld van de techgiganten en richten zich op dataverzameling en analyse, en de daarbij horende personalisering.
Focum heeft incassogegevens van 10,5 miljoen Nederlanders, of zo goed als elke Nederlander met een eigen bankrekening. Die krijgen dus allemaal een kredietscore. En Focum heeft daarvoor niet eens informatie nodig over iemand. Als er geen gegevens beschikbaar zijn over jou, dan wordt je score soms gewoon bepaald op basis van waar je woont.
De scores die Focum en andere gelijkaardige bedrijven opstellen, kunnen grote gevolgen hebben. Als je ergens op de zwarte lijst staat, dan betekent dit dat bedrijven als bijvoorbeeld onlinewinkel bol.com of verzekeraar AON, die deze kredietscores gebruiken, jou anders zullen benaderen. Iemand met een lage kredietscore kan dan bijvoorbeeld gedwongen worden om zijn aankopen bij bol.com met een kredietkaart te betalen, of uitgesloten worden van een voordelige autoverzekering. Of die score nu waarheidsgetrouw is of niet. Als je dat al kan achterhalen.
Betere consumenten
En het stopt niet bij kredietwaardigheid. Op basis van onze online verzamelde persoonlijke data maken bedrijven inschattingen over ons (toekomstig) koopgedrag, onze interesses, levensstijl, en zelfs onze persoonlijkheid. We worden continu geprofileerd, en dat niet om ‘oprechte, socialistische burgers’ van ons te maken zoals in China, maar wel om advertenties en producten zodanig op maat te maken dat we er niet aan kunnen weerstaan. Onze persoonlijke data worden gebruikt om betere consumenten van ons te maken.
Dit is de logica waarop het surveillance capitalism, of datakapitalisme draait. Onze persoonlijke data worden op enorme schaal verzameld en geanalyseerd, onze privacy stelselmatig geschonden zodat we beter beïnvloed kunnen worden, we meer zouden consumeren en bedrijven meer winst kunnen maken. Onze privacy is grof wild. En dat allemaal om die ene koffiemachine te kunnen verkopen, of om die ene politicus de verkiezingen te doen winnen. (Cambridge Analytica, iemand?)
Het zijn bovendien lang niet meer enkel Facebook en Google die volgens deze logica werken. Alle bedrijven die in de komende jaren willen meetellen, volgen het voorbeeld van de techgiganten en richten zich op dataverzameling en analyse, en de daarbij horende personalisering. Van uw bank en supermarkt tot onze Vlaamse nieuwsmedia.
In vergelijking met het Chinees Sociaal Kredietsysteem heeft ons scoresysteem één groot voordeel: het gebrek aan centrale sturing. Laat ons China beschouwen als waarschuwing. Want nu Google, Facebook, Amazon en consorten monopolisten worden (of al zijn), moeten ook wij beginnen vrezen voor dat ene, allesbepalende getal.
Jan Walraven, De diefstal van de eeuw, Van Halewyck, 224 p., 21,99 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier