De Leraarskamer van Knack: ‘Kortere zomervakantie? Als we maar genoeg kunnen recupereren’

De Leraarskamer op de (klas)foto met Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. © Rebecca Fertinel
Ann Peuteman

Voor De Leraarskamer van Knack 2022-2023 afzwaait hebben we nog één vraag voor onze leerkrachten: kan de zomervakantie beter met een paar weken worden ingekort?

Bent u een leerkracht en wilt u ook uw stem laten horen in ons onderwijspanel?
Schrijf u dan hier in voor De Leraarskamer 2023-2024.

Sinds dit schooljaar hebben leerlingen in het Franstalige onderwijs een zomervakantie van zes weken in plaats van acht. Ter compensatie duurt zowel de herfstvakantie als de krokusvakantie er nu twee weken. Zou Vlaanderen dat voorbeeld moeten volgen?

Saskia Van Lanckere (leerkracht maatschappelijke vorming en STEM): In mijn ogen is dat een luxeprobleem. Op die manier krijg je niet meer lestijd om de leerachterstand weg te werken, en ouders moeten gewoon voor andere weken in het schooljaar opvang zoeken. Wat winnen we daarbij?

Hans Verbrugghe (leerkracht Nederlands, geschiedenis en aardrijkskunde): Na 25 jaar voor de klas verandert mijn lesopdracht nog elk schooljaar terwijl er steeds meer administratief werk bij komt en ik meer leerlingen met een zorgvraag heb. Daardoor wordt mijn batterij intensiever gebruikt en is die tegen eind juni helemaal leeg. Die eerste weken van de vakantie gaan dan ook louter op aan recupereren.

Veerle Roelandt (leerkracht kleuteronderwijs): Toen ik voor het eerst van dat idee hoorde, dacht ik ook: Help! Minder tijd om te recupereren. Maar door er met collega’s over te praten, begint mijn mening te veranderen. Een kortere zomervakantie betekent dat alle andere schoolvakanties twee weken duren. Kinderen die het op school moeilijk hebben, krijgen dan dus meer tijd om tot rust te komen. En ik ook.

Saskia Boelens (leerkracht geschiedenis): Wordt de zomervakantie ingekort, dan ontstaat er vanzelf een standvastig ritme van telkens zes weken les gevolgd door twee weken vakantie. Dat lijkt mij heel positief.

Een kortere zomervakantie betekent meer gelijke kansen.

Selwin Maginet (leerkracht wiskunde en STEAM): Het belangrijkste argument is natuurlijk dat leerlingen tijdens de twee maanden zomervakantie te veel kennis verliezen. Ik denk dat een kortere vakantie nodig is om het leerrendement tijdens het jaar hoog genoeg te houden.

Trudo Herman (leerkracht vierde leerjaar): Voor leerlingen van de basisschool die een leerachterstand hebben, ligt het taal- en rekenonderwijs het best niet te lang stil. Na twee maanden zie je bij hen een grotere achteruitgang.

Jan Toremans (leerkracht klassieke talen): Ook in het secundair onderwijs moeten we in september extra tijd besteden aan een hele reeks herhalingslessen. Voor sommige leerlingen valt die lange onderbreking nog mee doordat ze dan in een cognitief en cultureel stimulerende omgeving terechtkomen. Maar voor veel anderen is dat niet het geval en daardoor lopen zij meer achterstand op. Een kortere zomervakantie zorgt dus voor meer gelijke kansen.

Aileen Debusscher (leerkracht Nederlands en geschiedenis):Voor mijn leerlingen is de zomervakantie een periode waarin ze geen of nauwelijks Nederlands horen, spreken, lezen of schrijven. Voor sommigen valt dan ook alle structuur weg doordat hun ouders moeten werken en zij er alleen voor staan. In september voel ik de gevolgen daarvan in de klas.

Bjorn Rondags (leerlingenbegeleider): Maar worden de krokusvakantie en de herfstvakantie tot twee weken verlengd, dan vrees ik dat onze leerlingen ook in die tijd veel zullen vergeten. Nu al moeten er zowel na de paasvakantie als na de kerstvakantie herhalingslessen worden gegeven.

Alle kinderen zouden tijdens de zomervakantie naar een sportkamp, speelplein of sportclub moeten kunnen gaan.

Zahia Ghamrane (leerkracht zesde leerjaar): Leerstof die leerlingen écht kennen, blijft volgens mij wel hangen. Soms lijkt het alsof ze veel zijn vergeten, maar meestal komt die kennis weer naar boven na wat herhaling. Volstaat dat niet, dan is er meer aan de hand. Dan beheersten de leerlingen de leerstof ook voor de vakantie wellicht nog niet goed genoeg. Een kortere zomervakantie is dus zeker geen wondermiddel.

Johan Van Holderbeke (leerkracht buitengewoon secundair onderwijs): We mogen ook niet vergeten dat leerlingen tijdens zo’n vakantie heel andere, interessante dingen leren. Al geldt dat niet voor iedereen. Daarom zouden we ervoor moeten zorgen dat álle kinderen tijdens vakanties de kans krijgen om, bijvoorbeeld, naar een speelplein, jeugdbeweging of sportclub te gaan.

Boelens: Voor sommigen bestaat de zomervakantie inderdaad uit een reis naar het strand of de bergen, themakampen, een scoutskamp en ook nog een rist logeerpartijen. Maar evenveel kinderen brengen die weken door in een niet al te comfortabele woning waar ze alleen met hun broers en zussen kunnen spelen. Ondertussen zien ze op sociale media blitse foto’s van al het vertier dat andere gezinnen zich kunnen veroorloven.

Senne Heremans (leerkracht basisonderwijs): Hoelang de zomervakantie moet zijn, hangt ook van de leeftijd van de leerlingen af. Opgroeiende tieners hebben waarschijnlijk meer baat bij een langere vakantie, want de middelbare school kan voor veel stress zorgen.

Herman: Leerlingen uit de hogere jaren van het secundair onderwijs kunnen die twee maanden vakantie inderdaad heel goed gebruiken. Dan kunnen ze een studentenjob doen en hebben ze nog genoeg tijd voor een ontspannende vakantie. Ik vind het ook belangrijk dat zij hun blik kunnen verruimen door, bijvoorbeeld, op kamp te gaan, zich als monitor of redder te engageren of gewoon een nieuwe omgeving te verkennen. Toch lijkt het me geen goed idee om leerlingen van het basisonderwijs een kortere vakantie te geven dan secundair onderwijs.

Karo Voets (leerkracht Frans): Hoe dan ook vind ik het raar dat er in ons kleine landje twee verschillende systemen bestaan. Collega’s die over de taalgrens lesgeven terwijl hun kinderen in Vlaanderen naar school gaan, hebben echt een probleem. Praktisch gezien zou het beter zijn als de vakanties in het hele land weer op hetzelfde moment worden ingepland.

Carolien De Schrijver (leerkracht basisonderwijs): Zeker. Voor veel gezinnen uit de regio Brussel is de huidige situatie een absolute ramp. Kinderen uit het Nederlandstalige en Franstalige onderwijs kunnen er niet eens samen van de vakantie genieten. Als Brusselse leerkracht hoop ik écht dat de betrokkenen heel binnenkort aan tafel gaan zitten om een oplossing te vinden.

Partner Content