#CorruptionEurope: Van Quickenborne spijkert spionagewetgeving bij

© Getty Images

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) kondigt aan dat België spionage en buitenlandse inmenging effectief gaat bestraffen. Een nieuw wetsontwerp daarover moet nog voor de zomer naar het parlement gaan, bevestigt de minister aan Knack en Le Soir. Het onderzoek naar mogelijke corruptie in het Europees Parlement bewijst volgens Van Quickenborne het ‘grote belang’ van de nieuwe wetgeving.

In april 2019 boog het Gentse hof van beroep zich over de zaak-Oswald G. Zeven jaar eerder was de Belgische consul teruggeroepen uit zijn post in Kopenhagen, op verdenking van spionage. Hij had een kwarteeuw contacten onderhouden met Russische geheime diensten. Uiteindelijk werd de man in beroep schuldig bevonden aan onder meer het ‘plegen van valsheid in paspoorten’. Maar Oswald G. werd dus níét veroordeeld voor ‘spionage’. Het wettelijke kader daarvoor ontbrak.

In de huidige geopolitieke context is het van groot belang om spionage en buitenlandse inmenging effectief te vervolgen’, zegt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. ‘Het onderzoek naar mogelijke omkoping in het Europees Parlement dat de Belgische Justitie voert, bewijst dat eens te meer.’

Volgens de minister is het Strafwetboek achterhaald: ‘archaïsche’ voorwaarden en omschrijvingen zorgen ervoor dat de huidige bepalingen rond spionage en buitenlandse inmenging de facto onbruikbaar zijn. ‘Ze baden namelijk nog in een oorlogssfeer. De aanpassingen die we doorvoeren moeten de bestaande wetten opnieuw tanden geven.’

Verkiezingen beïnvloeden

De nieuwe bepalingen rond spionage en inmenging staan in het ontwerp van het nieuwe Strafwetboek. Dat is eind oktober in eerste lezing al door de ministerraad goedgekeurd. ‘De tekst is nu voorgelegd aan verschillende instanties voor feedback’, zegt Maxim Laporte, woordvoerder van Van Quickenborne. ‘Nadat de regering die adviezen heeft doorgenomen, wordt de tekst voor een tweede lezing voorgelegd aan de ministerraad. Vervolgens gaat de tekst nog voor de zomer naar het parlement.’

De strafbepalingen zijn volgens het kabinet-Justitie zo herschreven dat ze altijd gebruikt kunnen worden – en niet enkel in oorlogstijd of louter ten aanzien van personen uit zogenoemde ‘vijandelijke landen’. Ook het begrip ‘inmenging’ is geactualiseerd. Iedereen die actief, clandestien en zonder medeweten van de Belgische overheid democratische besluitvormingsprocessen probeert te beïnvloeden, met als doel de nationale belangen te schaden, zal vervolgd kunnen worden. Denk aan het beïnvloeden van verkiezingsresultaten, parlementaire stemmingen en gunningen van overheidsopdrachten vanuit het buitenland.

Van Quickenborne: ‘De nieuwe bepalingen moeten ons land – maar ook de Europese Unie en andere internationale instellingen in ons land– nog meer wapenen tegen buitenlandse inmenging en spionage.’

De voorziene strafmaat is 5 tot 10 jaar celstraf voor spionage en 3 tot 5 jaar voor inmenging.

Gedateerd wettelijk arsenaal

In 2018 kaartte Brussels procureur-generaal Johan Delmulle de gebrekkige strafbaarstelling van spionage al eens aan, in zijn toespraak op de openingszitting van het gerechtelijk jaar. ‘Ons wettelijke strafarsenaal om spionagemisdrijven te vervolgen is zeer gedateerd en moet aangepast worden aan de hedendaagse maatschappij en realiteit’, zei Delmulle toen.

Om feiten van spionage en inmenging te vervolgen en te berechten, moest justitie andere tenlasteleggingen hanteren – zoals inbreuken tegen de classificatiewet, bendevorming, informaticabedrog, corruptie enzovoort.

Persona non grata

Hoewel België al ruim een halve eeuw een magneet is voor buitenlandse 007’s, komt het vrijwel nooit tot spionageprocessen. In maart verklaarde België nog 21 Russische diplomaten ‘persona non grata’ omdat ze betrokken zouden zijn bij ‘spionage- en beïnvloedingsactiviteiten’. Zo worden spionage-affaires doorgaans opgelost.

‘Buitenlandse spionnen worden nu meestal op diplomatieke wijze uit het land gezet’, bevestigt Van Quickenborne. ‘Het vergt namelijk veel tijd en doorgedreven onderzoek om activiteiten van spionage en inmenging juridisch te bewijzen, terwijl er net snel gehandeld moet worden bij aanwijzingen van spionage.’

Bovendien wordt informatie over spionnen vaak aangeleverd door inlichtingendiensten. ‘Deze gevoelige informatie, soms uit het buitenland, moet vaak vertrouwelijk blijven en kan niet altijd worden aangewend bij strafrechtelijke procedures. Het geheimhouden van die informatie tijdens een proces zou dan weer de rechten van de verdediging schenden. Toch moet justitie in de toekomst bij duidelijke gevallen van spionage en buitenlandse inmenging rechtstreeks kunnen bestraffen.’

Instrumenten geven

Het kabinet-Justitie benadrukt dat in België ‘heel wat spionage- en inmengingsactiviteiten plaatsvinden’, onder meer door de aanwezigheid van de Europese instellingen en het NAVO-hoofdkwartier. ‘Het dossier inzake corruptie in het Europees Parlement bewijst dat eens te meer. Met alle aandacht voor dat onderzoek naar omkoping willen we ook duidelijk maken dat het niet enkel een corruptie- en smeergelddossier is. We willen het gerecht de instrumenten geven om dat soort buitenlandse inmenging ook als dusdanig te vervolgen met een specifieke kwalificatie in de strafwet.’

Partner Content