Dirk Draulans’ Beestenboel: hoe de muskusrat België veroverde en erna bijna werd uitgeroeid

Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De muskusrat is gemaakt om in water te leven. Ze heeft een dichte vacht die een lang verblijf in zelfs koud water mogelijk maakt. Daardoor kwam ze in het vizier van de jagende mens: haar pels was gewild als bont. De muskusrat, die meer verwant is aan woelmuizen dan aan echte ratten, stamt uit Noord-Amerika. Ze werd in het begin van de twintigste eeuw voor haar bont in Europa ingevoerd – ze kan gekweekt worden.

Zoals met kweekprojecten de regel is, ontsnapten er exemplaren – als ze al niet bewust werden losgelaten. Binnen de kortste keren ontpopten de dieren zich tot een ‘probleem’. Muskusratten hebben namelijk de gewoonte om gangen te graven in oevers van beken en rivieren. Die leiden naar nestholtes waarin ze hun jongen grootbrengen: in goede jaren twee tot drie keer per jaar, telkens een zestal. Het gaat vooruit in het muskusrattenbestaan.

De gangen brengen de stevigheid van oevers en dijken in het gedrang, waardoor de rat ergernis opwekte. Ze heeft ook de neiging om zich op de oevers meer aan landbouwgewassen, zoals maïs, tegoed te doen dan aan natuurlijke planten, wat haar populariteit niet verhoogde. Het gevolg laat zich raden. De eerste waarnemingen van verwilderde muskusratten in België dateren van 1928, de eerste verordening om de soort te verdelgen kwam er al in 1938. Gemakshalve werd vergeten dat wij de dieren zelf hadden binnengehaald.

Vooral in Vlaanderen werd de soort genadeloos bestreden met fuiken en klemmen, en tot 2000 ook met gif. Op het hoogtepunt werden er tot 150.000 muskusratten per jaar gedood, maar in 2020 waren het er nog maar een vijfduizendtal. De muskusrat is zeldzaam geworden in onze contreien.

In het vakblad Animals schrijven bioloog Koen Van Den Berge en zijn collega’s van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) dat er in Vlaanderen vooral langs de taalgrens nog muskusratten gezien worden. Het dier is talrijker in Wallonië, waar het minder intens bestreden wordt. De meerderheid van de Vlaamse dieren zijn Waalse mannetjes die wegtrekken uit hun geboorteterritorium om een eigen plek te zoeken. Het muskusrattenarme Vlaanderen is dan aantrekkelijk, maar gevaarlijk. De kans op succes is er klein, maar dat weten de arme dieren niet.

In Genome Biology and Evolution verscheen een bespreking van het genoom van de muskusrat. Ze heeft bijna 20.000 genen, ongeveer evenveel als de mens. Speciaal is een batterij genen voor de productie van de muskus die uit klieren aan de basis van de staart van het mannetje komt en waarmee het zijn territorium markeert.De onbehaarde staart is uniek, want hij is verticaal afgeplat, zodat hij kan dienen als roer bij het zwemmen.

Een muskusrat kan meer dan een kwartier onder water blijven. Vroeger werd ze ook ‘waterkonijn’ genoemd. Haar vlees was een waar genot.

Partner Content