Dirk Draulans’ Beestenboel: grauwzwarte renmieren nemen medicatie als ze zich niet goed voelen

Renmier
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Sommige mieren zijn echte softies en gedragen zich ook zo. De grauwzwarte renmier, ook wel zwarte bosmier geheten, is er een voorbeeld van. Het zijn brave beestjes die conflictvermijdend door het leven gaan. Dat maakt hen wel wat kwetsbaar, zoals veel soorten die niet assertief of agressief uit de hoek komen.

Als softies zijn ze gemakkelijke slachtoffers voor mieren die individuen van andere soorten als slaaf voor hun eigen heil inzetten – het klinkt verrassend menselijk. Koninginnen van bijvoorbeeld de bloedrode roofmier kunnen een klein nest van grauwzwarte renmieren binnendringen, de plaatselijke koningin doden en er vervolgens zelf eieren leggen. Die worden dan in eerste instantie verzorgd door de oorspronkelijke bewoners. Na verloop van tijd sterven de renmiertjes uit – ze worden maximaal twee jaar – maar er zijn dan genoeg roofmierwerksters om de taken over te nemen. In hun takenpakket zit het uitvoeren van raids op naburige nesten van renmieren om er poppen uit te halen, die in het roofmierennest uitgroeien tot slavenwerksters.

Grauwe renmieren hebben gelukkig wel enkele aanpassingen gekregen om geen té gemakkelijke slachtoffers te worden. Ze kunnen tot een centimeter groot worden, vrij groot voor een mier, en ze lopen snel – vandaar hun naam. Bij het zoeken naar voedsel volgen ze geen vaste paadjes. Ze hebben ook niet de neiging elkaar te volgen, waardoor er weinig systematiek in hun verplaatsingen zit. Het beperkt de kans op een raid op hun nest.

Renmieren kunnen slachtoffer worden van slavenraids door andere mierensoorten.

In een nest kunnen drie koninginnen samen voorkomen, die naar verluidt ‘redelijk vriendschappelijk’ met elkaar omgaan. De maximaal 2500 werksters verzorgen de eitjes en larven, en slepen voedsel aan. Ze houden ook elkaar in de gaten. Als een werkster het nodig vindt om zelf eitjes te gaan leggen, worden die vernietigd door collega’s. Alleen eitjes van de koninginnen worden gekoesterd – je moet als werkstermier geen te grote ambities hebben.

Intrigerend is de ontdekking dat grauwe renmieren een vorm van besef hebben van ongezonde leefomstandigheden en zich ernaar gedragen. Een tijdje geleden toonden onderzoekers in het vakblad Evolution aan dat de miertjes actief waterstofperoxide opnemen als ze in contact zijn gekomen met een besmettelijke schimmel. De stof is in principe schadelijk, maar als ze ziek zijn verhoogt ze hun overlevingskansen. De mieren zijn zo geëvolueerd dat ze dat ‘weten’.

Recent meldde Biology Letters dat besmette renmieren actief stukjes bladluis eten om te genezen. Die bevatten het heilzame waterstofperoxide. Als ze gezond zijn doen ze dat nooit, dus het lijkt er echt op dat ze het als medicatie inzetten. Net als andere mieren zijn renmieren gek van de suikerachtige dauw die bladluizen produceren. Ze kunnen troepjes bladluizen zelfs als een soort kudde hoeden. Blijkbaar fungeert een kudde ook als medicijnkast.

Grauwzwarte renmieren hebben wel een natuurlijke hoge weerstand tegen besmettingen met ziekmakers. Het zou een neveneffect zijn van het mierenzuur dat ze ter verdediging produceren en dat als een soort antibioticum kan werken. De brave beestjes zijn dus toch niet al te kwetsbaar.

Partner Content