Voor de N-VA is het een toonbeeld, ‘maar volksberoep ligt hier in Canada hevig onder vuur’

Doug Ford, premier van Ontario.
Doug Ford, premier van Ontario. © Getty Images
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Via de invoering van een volksberoep wil de N-VA uitspraken van ‘activistische rechters’ terugdraaien in het parlement. De partij verwijst naar Canada als inspiratiebron. ‘Maar dat principe ligt hier hevig onder vuur’, zegt de Canadese grondwetspecialist Sonia Lawrence.

‘We herstellen de parlementaire autonomie door, naar Canadees voorbeeld, de mogelijkheid in te voeren om bepaalde gewone wetgeving af te schermen van welbepaalde grondwettelijke toetsing en vernietiging.’

Zo omschrijft de N-VA haar voorstel voor een volksberoep in haar ontwerpteksten met het oog op het partijcongres. In eerste instantie halen de Vlaams-nationalisten de mosterd bij Mark Elchardus (VUB). De socioloog opperde in 2021 in zijn boek Reset al de mogelijkheid om via een volksberoep bepaalde rechterlijke beslissingen terug te draaien in het parlement. De N-VA is de eerste politieke partij die het voorstel overneemt.

Het volksberoep kan alleen bij wetgeving die gerelateerd is aan zogenoemde niet-klassieke grondrechten. Het gaat dus niet om vrije meningsuiting of vrijheid van geloof, maar over sociaal-economische grondrechten. ‘In die gevallen’, aldus de partij, ‘kan het parlement met een tweederdemeerderheid een beslissing van het Grondwettelijk Hof verwerpen, waarna een soortgelijke procedure op dezelfde gronden gedurende vijf jaar niet meer aangespannen kan worden bij het Hof.’

De Vlaams-nationalisten zeggen hun inspiratie te halen bij Elchardus en ook uit Canada. Volgens de N-VA komt de zogenaamde notwithstanding clause overeen met het volksberoep dat de partij wil.

Laïcité

Maar klopt die vergelijking ook? Volgens grondwetspecialist Sonia Lawrence van de Osgoode Hall Law School in Toronto dient de clausule om bepaalde politieke beslissingen af te schermen voor rechtspraak, niet om rechters terug te fluiten. Via de clausule kan een regering vijf jaar lang bepaalde rechten uit het Charter van basisrechten – zeg maar de Canadese Bill of Rights – opheffen.

De clausule ontstond in jaren 1980 en kan zowel door de tien provinciale regeringen, als door de federale regering gebruikt worden. Er is slechts een gewone parlementaire meerderheid voor nodig.

Volgens Lawrence wordt het instrument zelden ingezet. De federale regering deed het nog nooit, maar de Franstalige provincie Quebec al herhaaldelijk. ‘Vooral wanneer het gaat over de laïcité’, zegt Lawrence.

Zo besliste Quebec in 2019 om bepaalde ambtenaren te verbieden om religieuze tekens te dragen, wat doet denken aan onze discussie rond het hoofddoekenverbod. In 2021 erkende het Canadees hooggerechtshof dat de wet in strijd was met de vrijheid van religie. Maar omdat Quebec de notwithstanding clause had ingeroepen, bleef de wet grotendeels overeind.

Zoals bekend botst de visie op laïcité, of de neutraliteit van de staat, wel vaker met de Angelsaksische visie op de scheiding tussen kerk en staat.

Recht op staken

‘Ik vind persoonlijk’, zegt professor Lawrence, ‘dat de clausule een ernstige en gevaarlijke schending vormt voor religieuze rechten van minderheden, en tot een vorm van discriminatie leidt. De notwithstanding clause ligt hier dan ook hevig onder vuur.’

‘In tegenstelling tot het huidige Amerikaanse hooggerechtshof, is het Canadese hof eerder progressief’, vervolgt Lawrence. ‘Daarom komt de clausule doorgaans ter sprake wanneer de overheid een eerder conservatieve positie aanneemt.’

Zo werd de clausule vorig jaar ingeroepen in de provincie Ontario. Daar wilde de centrumrechtse premier Doug Ford tijdelijk het recht op staken opheffen toen de grote leraarsvakbond met actie dreigde. Zelfs premier Justin Trudeau mengde zich in het debat en vroeg dat politici ‘geen overmatig gebruik’ zouden maken van de notwithstanding clause.

Ook al is Lawrence geen grote fan, toch blijft ze genuanceerd. ‘Enerzijds zie ik het als een oproep aan het electoraat, waarbij we kiezers duidelijk maken dat bepaalde zaken nu eenmaal niet uitsluitend door rechtbanken behandeld kunnen worden. Anderzijds is het duidelijk dat de meerderheid de clausule kan gebruiken om rechten voor minderheden met de voeten te treden. Daardoor komt voor de meest kwetsbaren de grondwettelijke bescherming in gevaar. En dat ondergraaft het hele idee achter het hebben van rechten.’

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content