Mark Elchardus: ‘De groenen rijden zich in de vernieling’

Mark Elchardus © Belga
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

‘We beleven een Weimar-moment’, zegt socioloog Mark Elchardus (VUB).

De federale regering beleeft woelige weken. Terwijl voorzitters Egbert Lachaert (Open VLD) en Georges-Louis Bouchez (MR) de vredespijp roken na een zoveelste woordenwisseling, maant Sammy Mahdi (CD&V) de regering aan om meer te hervormen. De trammelant rond de begroting en de exit van staatssecretaris Eva De Bleeker zinderen na. Ook na een broodnodig akkoord over de loonnorm lijkt premier Alexander De Croo (Open VLD) steeds minder bij machte om zijn ploeg bijeen te houden.

Toch staat regeringsdeelname niet de facto gelijk aan tegenspoed. Vooruit scoort al enkele peilingen op rij behoorlijk, en dat is ook socioloog Mark Elchardus (VUB) opgevallen. Jarenlang stond hij bekend als de ‘huisideoloog’ van de socialisten. Met zijn veelbesproken boek Reset wakkerde hij eind 2021 het debat aan over de plaats van gemeenschapsdenken en nationalisme. Vandaag ziet hij een socialistische partij op dreef. ‘En dat is vooral te danken aan voorzitter Conner Rousseau.’

Hoe verklaart u zijn aantrekkingskracht?

Mark Elchardus: Hij communiceert goed. Tegelijkertijd doet dat compliment hem tekort. Sommigen zeggen dat er achter de communicatie geen inhoud schuilgaat, maar die heeft hij wél. Hij denkt helder na over de zorgen van zijn potentieel electoraat. Bovendien kan hij een kritische afstand nemen van zusterpartij PS zonder dat het lijkt alsof hij de regering boycot. Maar er komt ook geluk bij kijken.

Hoezo?

Elchardus: Al tientallen jaren zijn Vooruit en Groen communicerende vaten. Op dit moment rijden de groenen zich in de vernieling. Ze willen de klimaattransitie in goede banen leiden, maar bouwen tegelijkertijd de kernenergie af. Nu gaan we zelfs Amerikaans schaliegas importeren. Bovendien stellen de groenen zich in steden en gemeenten zeer arrogant op in alles wat mobiliteit betreft.

Zelfs de eeuwige rode rebel Erik De Bruyn heeft lof voor Rousseau. ‘Hij weet de schade van woke te beperken’, zei de ex-SP.A’er tegen Knack.

Elchardus: Daar ben ik het mee eens. Het wokedebat is een van de moeilijkste zaken voor Rousseau. Woke heeft lelijk huisgehouden in het middenkader van de partij. Hij danst nu op een slappe koord om iedereen tevreden te houden.

Nochtans heeft Rousseau geen probleem met een hoofddoek in de klas. Hij noemt het debat een ‘identitaire symbooldiscussie’. Zulke uitspraken lagen vroeger toch moeilijk bij de partij?

Elchardus: Maar dat is geen woke standpunt. Ik ben óók tegen een verbod op hoofddoeken voor leerkrachten. Een leraar moet een leraar zijn. Geen man, geen vrouw, geen transgender, geen blanke, geen gekleurde, maar gewoon: een leraar.

Staat de partij open voor uw visie op gemeenschapsdenken?

Elchardus: De reacties zijn niet bemoedigend geweest. (lacht) De sociaaldemocratische partijen zitten nochtans met een probleem. Ze zijn geneigd te denken dat mensen wakker liggen van inflatie en bestaansonzekerheid. Maar we zitten in een situatie waarin we een stuk van onze levenstandaard zullen moeten inleveren. Politiek inzetten op herverdeling werkt enkel goed wanneer de koek groot genoeg is om te verdelen – en dat is niet zo. Meer overheidsschulden maken is niet aantrekkelijk. Geld halen bij de rijken? Dat geloven de mensen niet meer, uiteindelijk komt men toch bij de middenklasse uit. Daarom zie ik heil in gemeenschapsdenken: mensen het gevoel geven dat ze weer greep krijgen op de toekomst. Kijk naar het nationalisme in de speeches van Emmanuel Macron of Joe Biden. Biden zegt dat Amerikanen uniek zijn en altijd alles hebben aangekund. Mocht Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zulke dingen zeggen, er zouden protesten tegen hem uitbreken.

Onlangs ging u akkoord met de stelling van N-VA-voorzitter Bart De Wever – een fan van u – dat we een ‘Weimar-moment’ beleven. Kunt u dat eens uitleggen?

Elchardus: Uit onderzoek weten we dat mensen tot voor kort een gitzwart toekomstbeeld hadden over de maatschappij, maar een positief beeld over zichzelf. In Nederland had men daar een uitdrukking voor: ‘Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht’. Dat is veranderd. Mensen maken zich nu ook zorgen over hun eigen toekomst. Dát is het Weimar-moment. Een zwart maatschappelijk en persoonlijk toekomstbeeld maakt mensen wanhopig, en de vraag is of democratische partijen nog een gepast antwoord kunnen bieden. In de jaren 1930 hebben ze het tij niet kunnen keren. Wat wordt het vandaag, nu extremistische partijen de wind in de zeilen hebben? In sommige landen durft men nu wel de eigenheid af te bakenen. Ook op het vlak van migratie neemt de lichtzinnigheid af. Zelfs binnen de Europese Commissie groeit het besef dat onze buitengrenzen beschermd moeten worden. Al bij al zijn dat positieve evoluties.

Hoe rechts is Conner Rousseau (SP.A)?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content