Hugo Lamon

‘Rechters in de verdomhoek duwen helpt niemand vooruit’

Hugo Lamon Advocaat

‘Is het niet transparanter om  eenvoudigweg aan de bevolking te zeggen dat het plan is om aan de grondrechten te morrelen, eerder dan te schieten op de rechters die de Grondwet uitvoeren?’ vraagt Hugo Lamon. Hij formuleert een aantal bedenkingen bij het recente voorstel van N-VA om een ‘volksberoep’ in te voeren, waarbij het parlement met een tweederdemeerderheid een beslissing van het Grondwettelijk Hof zou kunnen ‘overrulen’.

De N-VA knokte zich deze week in het nieuws met een voorstel om een “volksberoep” in te voeren, waarmee volgens de initiatiefnemers een halt kan worden toegeroepen aan “activistische rechters”.  Bij nader inzien gaat het over een vrij technische kwestie, maar het is natuurlijk aanlokkelijk om met mediagenieke quotes de zaken op scherp te zetten. Dat daarmee een geheel andere perceptie wordt gecreëerd dan wat het voorstel beoogt, moet dan maar als colateral damage worden beschouwd.

Een “volksberoep” zou betekenen dat het parlement met een tweederdemeerderheid arresten van het Grondwettelijk Hof in bepaalde materies zou kunnen opzijschuiven. Het gaat dan meer in het bijzonder over toepassingen van de  “tweede generatie”-mensenrechten, die sociale grondrechten invoeren. Zo voorziet artikel  23 van de Grondwet dat ieder van ons recht heeft om een menswaardig leven te leiden en dus o.m. het recht om te werken “in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil”,  maar ook recht heeft op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand, recht op een behoorlijke huisvesting, recht op de bescherming van een gezond leefmilieu, recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing en recht op gezinsbijslagen.  

Dat artikel 23 houdt ook een zogenaamde “standstill“-verplichting in. Volgens het Grondwettelijk Hof  betekent dit dat “de bevoegde wetgever het beschermingsniveau dat wordt geboden door de van toepassing zijnde wetgeving” niet in aanzienlijke mate mag verminderen, tenzij daarvoor redenen zijn “die verband houden met het algemeen belang”. Het vernietigt wetten die dat principe miskennen.

Volgens de indieners van het voorstel zou die door de Grondwet verankerde standstill over sociale rechten een nieuw sociaal beleid (al dan niet op maat van de Vlamingen) onmogelijk maken. Is het niet eerder zo dat de Grondwet aan de wetgever de opdracht heeft gegeven om eventuele  aan die vrijheden zeer deugdelijk te motiveren in het licht van het algemeen belang? Het N-VA-voorstel lijkt te suggereren dat de wetgever onmachtig is, terwijl het volstaat om zorgvuldige en deugdelijke wetgeving te maken om aan de kritiek van het Grondwettelijk Hof te ontsnappen.

Het N-VA-voorstel wil die rechtspraak van het Grondwettelijk Hof neutraliseren wanneer tweederde van het parlement dat vraagt. Dat is dezelfde meerderheid die nodig is om de Grondwet zelf te veranderen. Is het dan niet transparanter om dan eenvoudigweg aan de bevolking te zeggen dat het plan is om aan die grondrechten te morrelen, eerder dan te schieten op de rechters die de Grondwet uitvoeren? 

In dat technisch debat komt ook de vraag aan de orde hoe die discussie zich verhoudt tot  de mensenrechten uit het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens en de grondrechten uit het Europees Unieverdrag. Als het wetsvoorstel ooit wet wordt, is het dan niet logisch dat België zich dan ook niet meer gebonden  moet achten door de arresten van het Hof van Straatsburg, daarmee in de voetsporen tredend van het Rusland van Poetin?

En betekent het dan ook dat België de rechtspraak over grondrechten van het Europees Hof van Justitie naast zich neer moet leggen, net op een ogenblik dat zelfs het Verenigd Koninkrijk na de Brexit toch bereid is die arresten te aanvaarden in de Noord-Ierse kwestie?

Het debat over dat volksberoep en de gevolgen daarvan is technisch en mag uiteraard worden gevoerd. Veel nefaster is dat dit nu wordt ingekleed als een operatie om de activistische rechters een halt toe te roepen, zeker omdat die kritiek systematisch wordt herhaald.  

In die communicatie is weinig ruimte voor nuance en het geeft de indruk at alle rechters aan politiek doen en hun plaats niet kennen in de wijze waarop de staatmachten zich ten aanzien van mekaar verhouden. Dat is niet alleen een vorm van fake news, maar is ook bijzonder nefast voor de goede werking van justitie zelf. De samenleving moet vertrouwen kunnen hebben in de rechters, net zoals voor andere gezagsinstituten. We moeten als samenleving ook vertrekken van de gedachte dat ouders te vertrouwen zijn en het goed voorhebben bij de opvoeding van hun kinderen. Het zou onbegrijpelijk zijn indien scholen aan de kinderen systematisch zouden zeggen dat ze hun ouders moeten wantrouwen omdat ze activistisch zijn in hun opvoeding. 

Zo moeten we ook principieel vertrouwen hebben in de politie, aan wie we als samenleving het monopolie van het geweld hebben toevertrouwd. Wanneer we ieder hervormingsvoorstel over de politie meteen zouden linken aan de gedachte dat politiemensen machtswellustelingen zijn, zou dit de werking van de staat niet ten goede komen. 

Dat is bij magistraten niet anders. Ze kunnen zich in concrete zaak enkel uitspreken via hun vonnissen en arresten.  En indien ze, zoals in de discussies over het “volkbsberoep” collectief zouden willen reageren, zijn ze voor de financiering van hun woordvoerders afhankelijk van de wetgevende macht. Het is de wetgever die de financiering van de rechterlijke macht regelt, en die voorziet geen budget voor Zuhallekes en andere mediatechnieken om de burger op het verkeerde been te zetten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content