‘Verlangen naar de terugkeer van het Grote Britse Rijk zal minder evident zijn dan velen hopen’

Lieven Buysse vergelijkt de brexit met een Britse pub waar net de bel geluid is om de last orders te bestellen. ‘Na een onwaarschijnlijk hobbelig parcours verlaat het VK de EU, maar er moeten nog veel pintjes getapt worden.’

Een geweldig evenement zou het worden, dat het historische begin inluidt van een grootse toekomst voor de natie. Het wordt vannacht uiteindelijk toch wat een brexit in mineur. Er werd een gelegenheidsmunt geslagen, Downing Street projecteert een aftelklok, en de premier houdt een toespraak. Naast enkele manifestaties (ook tégen de brexit) is het dat zowat. De Britten slagen er zelfs niet in om hun Big Ben te laten luiden en moeten het houden op de bel die nog altijd in veel pubs weerklinkt om ‘last orders‘ aan te kondigen om 23 u. lokale tijd, brexittijd vannacht. Symbolisch is het wel: na een onwaarschijnlijk hobbelig parcours verlaat het VK de EU, maar er moeten nog veel pintjes getapt worden.

Morgen verandert er in wezen niets. Alvast tot het einde van dit jaar zal het VK – o ironie – minder soeverein zijn dan ooit tevoren. Niet alleen moet het alle huidige Europese wetten en regels blijven naleven, het moet zelfs nieuwe wetgeving overnemen zonder dat het zelf aan tafel zit bij de regeringsleiders, de Commissie of het parlement die erover beslissen. Als het land wil blijven handel drijven met de EU zonder belemmeringen, zal het ook de Europese regels over normen en standaarden moeten aanvaarden zonder dat het die zelf kan beïnvloeden.

Verlangen naar de terugkeer van het Grote Britse Rijk zal minder evident zijn dan velen hopen.

De komende elf maanden moeten de EU en zijn vroegere lidstaat uitmaken hoe ze voortaan met elkaar willen omgaan, vooral op economisch vlak maar net zo goed qua veiligheid, rechten van elkaars burgers, enz. En dat alles moet gebruiksklaar geïmplementeerd worden op 1 januari 2021. Premier Johnson laat uitschijnen dat het een makkie wordt, en vroeg zijn Lagerhuis zelfs om hem te verhinderen om, als het zover zou komen, de overgangsperiode te verlengen. Daarmee wil hij ongetwijfeld druk op de ketel houden, maar de kans is groot dat hij ofwel een Houdini-truc moet uithalen om zijn handen weer los te maken en alsnog verder te kunnen onderhandelen, ofwel toch maar voor een brexit zonder akkoord moet opteren.

Het verlangen naar de terugkeer van het Grote Britse Rijk zal minder evident zijn dan velen hopen. De recepten van weleer – oorlogszuchtige dominantie op zee, massale kolonisatie, sterk protectionisme, … – zijn niet meteen voorhanden. En dus wenkt enkel de minder heldhaftige optie: simultaan met de vrijhandelsonderhandelingen met de EU aan tafel gaan zitten met elke andere handelspartner ter wereld om de beloofde betere deals te sluiten dan binnen Europa mogelijk was. Dat lijkt onwaarschijnlijk. Niet vergen zulke dossiers veel tijd, de Britten behoren ook niet langer tot het grootste handelsblok ter wereld, ze zijn ook wanhopig op zoek naar zulke akkoorden. Dat plaatst hen niet in de gunstigste onderhandelingspositie.

Intussen moet Johnson zijn binnenlandse agenda proberen waar te maken met investeringen in gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid en infrastructuur. Nog los van de vraag hoe zijn regering voldoende energie kan vrijmaken om niet met de brexitgevolgen bezig te zijn, moet het de middelen zien te vinden om de ambities waar te maken. Het budget dat gerecupereerd kan worden doordat het land niet meer bijdraagt aan de EU-begroting, zal lang niet volstaan om die noden te lenigen.

Minstens even zorgelijk is de politieke toestand. De brexit heeft enkele etterbuilen doen openbarsten in de twee grootste partijen. De sterke zetelwinst van de Conservatieve partij in de jongste verkiezingen geeft Johnson als partijleider veel krediet, maar of hij dat zal (kunnen) aanwenden om zijn partij te verenigen (en het vertrouwen van de linkerflank te herstellen)? Oppositiepartij Labour is dan weer op zoek naar een nieuwe leider die de interne twisten onder Jeremy Corbyn moet doen vergeten. Maar zolang de partij bezig is met haar interne keuken op te ruimen, kan ze enkel met de handrem op oppositie vormen tegen een premier die gewoon door raast.

De bevolking is al even verdeeld als de politieke partijen. Johnson zocht een democratische legitimatie voor zijn plan met de verkiezingen van december. Hij kreeg die in de vorm van een duidelijke meerderheid in het parlement, wat hem inderdaad perfect legitimeert als premier. Maar als de resultaten geïnterpreteerd worden als een tweede brexitreferendum (zoals vaak gesuggereerd wordt), liggen de kaarten anders: zo’n 52% van de kiezers stemde voor partijen die gekant zijn tegen een (harde) brexit. Als Johnson met dat sentiment de komende maanden geen rekening houdt, zou het beeld dat hij beoogt van een premier die verenigt, wel eens heel flou kunnen worden.

De eenheid van het land blijft ook op een andere manier zorgen baren. De Schotse nationalisten gebruiken de antibrexitgevoelens onder de Schotse bevolking om momentum te creëren voor hun onafhankelijkheidsstreven. De regering-Johnson zal nooit een nieuw Schots referendum toelaten maar dat hoeft minister-president Sturgeon er niet van te weerhouden om het vuur in Schotland te blijven oppoken.

Tegelijk drijft Johnson zelf de Noord-Ieren – die evenzeer tegen de brexit stemden in het referendum – geleidelijk aan richting Ierse republiek. Om een harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland te vermijden, creëert Johnsons brexitakkoord een barrière in de Ierse zee en dus binnen het koninkrijk: goederen die Noord-Ierland binnenkomen, ook van elders in het VK, zullen gecontroleerd moeten worden. De premier geeft te kennen dat het zo’n vaart niet hoeft te lopen, maar Europa zal erop toezien dat de (nog uit te werken) mechanismen om die grens te bewaken, voldoende robuust zijn om de integriteit van de Europese eenheidsmarkt en douane-unie te garanderen. Johnson heeft z’n brexit beet, maar houdt hij over enkele jaren nog een land over?

Na vandaag start het laatste rondje maar met deze hele lijst aan heikele punten, zou het wel eens heel lang kunnen duren voor de Britten de kelk tot op de bodem geledigd hebben en niet zonder enkele pub fights gevoerd te hebben.

Dat zal noch hen noch Europa ertoe bewegen om van hun adieu snel weer een au revoir te maken, al blijven we nauw verbonden met de Britten. For auld lang syne (for old times’ sake, zeg maar).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content