Nederlandse verkiezingen: ‘Dilan Yesilgöz heeft weinig diepgang, maar die had Mark Rutte ook niet’

De 'politieke redder des vaderlands' Pieter Omtzigt van het NSC (links) zal wellicht moeten onderhandelen met de VVD van Dilan Yesilgöz (midden) en de PvdA-GroenLinks van Frans Timmermans. © ANP / Bart Maat

Op 22 november trekt Nederland naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te verkiezen. Wat ook de uitslag wordt, de formatie belooft opnieuw loodzwaar te worden.

En of Nederland Mark Rutte zal missen zodra hij premier af is. Frans Timmermans, lijsttrekker voor de Partij van de Arbeid en GroenLinks, vond Rutte naar eigen zeggen ‘echt een aardige vent’ en hoopt ‘door Rutte geïnspireerd te worden’. Pieter Omtzigt, lijsttrekker voor het christendemocratische Nieuw Sociaal Contract, gaat ‘zijn optimisme missen’. Zelfs PVV-leider Geert Wilders was na Ruttes afscheid een en al bewondering voor ‘zijn tomeloze inzet voor Nederland’.

Het leidt tot de opmerkelijke situatie waarbij Dilan Yesilgöz, Ruttes opvolger bij de liberaalconservatieve VVD, tegenwoordig Ruttes meest nadrukkelijke criticaster lijkt. In een interview met het Algemeen Dagblad eind oktober stelde ze dat Rutte te lang aan de macht was gebleven, waardoor haar partij ‘de kleur op de wangen’ was kwijtgeraakt. Nauwelijks een dag later trok Rutte met de eeuwige glimlach het boetekleed aan: ‘na lang nadenken’ was hij inderdaad tot de conclusie gekomen dat hij eerder had moeten opstappen. Het is het soort ingestudeerd nummertje waarvoor Rutte zich nog steeds graag laat gebruiken. Ook in deze campagne duikt hij op om VVD-flyers uit te delen, voor selfies te poseren en zijn aanstekelijke vrolijkheid op de kiezer los te laten.

Met Yesilgöz, die sinds januari 2022 minister van Justitie en Veiligheid is, opteerde de VVD allerminst voor een zwaargewicht om Rutte op te volgen. Gedoodverfde opvolgers zoals Jeanine Hennis of Edith Schippers gaven verstek, beducht voor de dreigende electorale optater. ‘De keuze was minimaal’, zegt voormalig VVD-minister Ed Nijpels. ‘Doordat Rutte zo lang aan de macht is gebleven, heeft de VVD verzuimd om een breed aanbod aan kopstukken te verzamelen. Uiteindelijk kies je dan voor de persoon met de grootste naamsbekendheid.’

Veel Nederlanders vinden Nederland nog steeds een gaaf land.

Koen Vossen, populisme-expert aan de Radboud Universiteit Nijmegen

In het immer volatiele Nederlandse partijlandschap lijkt de VVD zowat over het eeuwige politieke leven te beschikken. Mark Rutte werd de langst zittende minister-president in de geschiedenis van Nederland en sloot deals met zowat alle relevante politieke partijen in Nederland. Coalitiepartijen kregen na elke regeerperiode een oplawaai, terwijl Rutte glimlachend elk politiek schandaal overleefde en de VVD keer op keer de grootste maakte. Zelfs nadat Rutte zijn eigen kabinet ten val had gebracht en zijn afscheid als lijsttrekker had aangekondigd om een motie van wantrouwen te voorkomen, maakt de VVD volgens de peilingen kans om de grootste partij te blijven.

Yesilgöz slaagt er bovendien in om in de debatten de erfenis van 13 jaar VVD-bestuur achteloos weg te moffelen. ‘Onderschatting is de rode draad in de carrière van Yesilgöz’, zegt Coen van de Ven, politiek journalist bij De Groene Amsterdammer. ‘Ze werd onderschat toen ze in Amsterdam gemeenteraadslid was. Ze werd onderschat toen ze als niet-juriste minister van Justitie werd. Ondertussen is ze de enige minister van Justitie in twaalf jaar tijd die dat ministerie zonder kleerscheuren heeft geleid. Oké, ze heeft misschien weinig intellectuele diepgang. Maar die had Rutte ook niet, en niemand heeft dit land zo lang geleid als hij.’

‘Behoorlijk wat Nederlanders zijn nog steeds harstikke tevreden met hoe Nederland werkt’, zegt Koen Vossen, populisme-expert aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. ‘De ideologische positie van de VVD komt overeen met hoe veel Nederlanders naar het leven kijken: hard werken, ondernemen, lage belastingen, streng op migratie en veiligheid. Ja, er is natuurlijk ongenoegen. Maar voor veel Nederlanders is Nederland, zoals Mark Rutte het altijd zei, nog steeds een gaaf land.’

De tijdelijke messias

Hoewel de ontkerkelijking in Nederland stevig heeft doorgezet, wisselt de Nederlandse politiek om de paar jaar van messias. De huidige politieke redder des vaderlands heet Pieter Omtzigt, een christendemocraat die tussen 2003 en 2021 parlementslid was voor het CDA. Hij werd vooral bekend door zijn onvermoeibare parlementaire werk om de Toeslagenaffaire naar boven te spitten, een schandaal waarbij tienduizenden ouders door de belastingdienst ten onrechte vervolgd werden voor fraude. Omtzigt werd buiten gewerkt bij het CDA en viel uit met een burn-out. Tijdens de coalitiebesprekingen voor de huidige regering werd het plan opgevat om hem middels een ‘functie elders’ weg te promoveren. Desondanks zou Omtzigt na 22 november de sleutels van de formatie in handen kunnen krijgen.

Mark Rutte bleef volgens de eigen partijvoorzitter te lang op post.
Mark Rutte bleef volgens de eigen partijvoorzitter te lang op post. © Getty Images

In tegenstelling tot voorgaande politieke hemelbestormers als Pim Fortuyn, Rita Verdonk of Thierry Baudet bevindt Omtzigts Nieuw Sociaal Contract zich in het politieke centrum. Op maatschappelijk vlak is het NSC enigszins conservatief. Omtzigt wil bijvoorbeeld een maximaal migratiesaldo van 50.000 mensen op jaarbasis, al gaf hij meteen aan dat het geen strikt plafond hoeft te zijn. Op sociaal vlak sluit het NSC dan weer aan bij de linkerzijde. Omtzigt profileert zich nadrukkelijk als een kandidaat van de regio’s, die zich in Nederland traditioneel benadeeld voelen door de Randstad. Zo wil hij regionale kieskringen invoeren om meer politiek gewicht te geven aan de minder stedelijke gebieden.

Omtzigt profiteert van de vertrouwenscrisis die in de Nederlandse politiek heerst. ‘Het politieke vertrouwen ligt erg laag in vergelijking met de afgelopen vijftien jaar’, zegt Lamyae Aharouay, politiek redacteur bij NRC Handelsblad. ‘Veel Nederlanders vinden dat politici niet langer in staat zijn om problemen op te lossen. Het hielp ook niet dat het kabinet-Rutte-IV een voortzetting was van Rutte III, het kabinet dat gevallen was door de Toeslagenaffaire, waarbij grotendeels ook nog eens dezelfde mensen minister bleven.’

Door de opkomst van het NSC is de BoerBurgerBeweging van Caroline van der Plas opnieuw op de achtergrond beland. De BBB, die verrassend de grootste partij werd bij de Eerste Kamerverkiezingen in mei, heeft ondertussen niet langer de wind in de zeilen. De partij deed zichzelf geen plezier met een nogal klungelige campagnestart, waarbij oud-CDA-staatssecretaris Mona Keijzer gepresenteerd werd als kandidaat-premier. Nauwelijks enkele dagen na die aankondiging meldde Van der Plas dat Keijzer toch geen kandidaatpremier was. Bovendien meerden de voorbije maanden ook het nodige aantal gelukszoekers uit fors rechtse partijen als JA21 en de PVV aan. ‘Van der Plas is in wezen het slachtoffer van haar eigen impact,’ zegt Van de Ven. ‘Haar grote overwinning een half jaar geleden heeft ervoor gezorgd dat alle partijen de deadline voor de stikstofdoelen los hebben gelaten. Daarmee heeft ze, tragisch genoeg, zichzelf zo goed als overbodig gemaakt.’

De BoerBurgerBeweging van Caroline van der Plas heeft niet langer de wind in de zeilen.
De BoerBurgerBeweging van Caroline van der Plas heeft niet langer de wind in de zeilen. © ANP / ANP

Opvallend: zowel Omtzigt als Van der Plas geeft aan niet op het premierschap te azen. Van der Plas zei in juli al dat ze opziet tegen ontmoetingen met buitenlandse regeringsleiders omdat ze geen zin heeft om ‘nette kleren aan te moeten’. Ook Omtzigt kondigde aanvankelijk aan geen premier te willen worden. Tijdens de campagne leek hij zelf aan die belofte te gaan twijfelen en klonk het dat hij het zou overwegen ‘als hij het met zijn gezin kan combineren’. Tegenwoordig houdt Omtzigt het erop dat hij ‘een stellige voorkeur’ heeft voor het fractievoorzitterschap. Hij liet zelfs de mogelijkheid open om iemand van buiten zijn lijst premier te maken. Het zou een ongeziene zet zijn in een land waar de minister-president sinds 1973 uit de grootste partij komt.

De opkomst van het NSC en de BBB valt niet toevallig samen met de nagenoeg volledige ineenstorting van het CDA. In de peilingen behaalt de partij nauwelijks vier zetels. De crash valt in grote mate te verklaren door de nogal onkiese manier waarop het CDA Omtzigt buiten de deur zette, en de bijzonder ongelukkige keuze voor Wopke Hoekstra als lijsttrekker. ‘Een volledige miscast’, zegt Vossen. ‘Ze dachten een soort jongere versie van Rutte gevonden te hebben met wie ze de premier konden leveren. Voor een partij die het vooral van de regio’s moest hebben, was dat een vreemde keuze. Het was een beetje alsof je een Antwerpenaar lijsttrekker maakte in West-Vlaanderen.’

De algehele staat van genade die Omtzigt ten deel valt, is ongezien. In het terugkerende onderzoek van I&O Research, waarbij kiezers per enquête punten moeten toekennen aan een politicus, scoort Omtzigt een 7,2. Ter vergelijking: Mark Rutte behaalde nooit meer dan een 7,3. Het zorgt ervoor dat zijn partij niet echt aangevallen wordt. Omtzigt heeft de luxe om verstek te kunnen geven voor lijsttrekkersdebatten. Hij antwoordt op de vragen die hij wil, in het tempo dat hij wil. Nochtans bestaan er wel degelijk twijfels over Omtzigts functioneren. Voormalige medewerkers schetsen een beeld van een man met wie het moeilijk samenwerken is. In zijn ijver om onrecht boven te spitten flirt hij soms met samenzweringstheorieën. Hij heeft de neiging om moeilijke beslissingen voor zich uit te schuiven. Het is bovendien ook maar de vraag hoe zijn in korte tijd opgetuigde partijvehikel de komende maanden overeind blijft.

Wopke Hoekstra, lijstrekker van het CDA. 'Een volledige miscast.'
Wopke Hoekstra, lijstrekker van het CDA. ‘Een volledige miscast.’ © ANP / Peter Hilz

In januari waarschuwde Rutte zijn achteloze kiespubliek al: er is een ‘linkse wolk’ in aantocht. Die dreiging moest ernstig genomen worden en mocht absoluut niet te groot worden, waarschuwde Rutte. Van links heb je alleen maar last, waarschuwde hij in de aanloop naar de Eerste Kamerverkiezingen. Nauwelijks was hij opgestapt, of GroenLinks en de PVDA kondigden aan dat ze in het huwelijk zouden treden.

De ironie is natuurlijk dat Rutte in zekere mate meegewerkt heeft aan het ontstaan van de linkse samenwerking. Na de verkiezingen van 2021, waarbij de Partij van de Arbeid en GroenLinks respectievelijk negen en acht zetels behaalden, durfde geen van beide partijen op haar eentje in een door de VVD geleide coalitie te stappen, beducht om bij de volgende stembusslag opnieuw vermalen te worden. Toen D66-verkenner Kajsa Ollongren tijdens de coalitiegesprekken per ongeluk haar aantekeningen lekte, stond daarop te lezen dat de linkse partijen elkaar niet echt vasthielden. Betere reclame voor linkse samenwerking was moeilijk denkbaar.

Inhoudelijk zijn de verschillen tussen beide partijen te verwaarlozen. In 2019 liep de Stemwijzer voor de Europese Parlementsverkiezingen vertraging op omdat PvdA en Groenlinks exact dezelfde antwoorden hadden doorgegeven. Door de krachten te combineren hopen beide partijen een duidelijk alternatief voor de VVD te vormen. Links is in Nederland verdeeld over tal van kleine partijtjes zoals Denk, de Socialistische Partij, Bij1 en de Partij voor de Dieren. Ook de droom om de oude arbeidersstemmen die ondertussen voor extreemrechts kiezen binnen te halen, is niet weg. Zelfs als links in Nederland niet het potentieel heeft om het partijlandschap te domineren, is een partij van twintig à dertig zetels nooit ver van regeringsdeelname.

Met Frans Timmermans heeft de linkse wolk een absoluut zwaargewicht als lijsttrekker. Hij was buitenlandminister in het tweede kabinet van Rutte. Als Europees commissaris voor Klimaat is hij de architect – de Europese klimaatpaus, schertst de rechterzijde – van de Europese klimaatdeal. Tegelijk roept Timmermans bij een aanzienlijk deel van de Nederlanders een bijna irrationele afkeer op. Dat heeft ten dele te maken met ’s mans stijl. Toen hij begin juli een overlijden tijdens de zomerstorm Poly linkte aan klimaatverandering kwam hem dat op forse kritiek te staan. ‘Timmermans is de gedroomde kandidaat voor die linkse kiezers die zich zorgen maken over het klimaat en de positie van Nederland in de wereld’, zegt Simon Otjes, docent Nederlandse politiek aan de Universiteit Leiden. ‘Hij is dat minder voor de traditionele, niet academisch geschoolde kiezer die zich vooral zorgen maakt over betaalbaarheid. Zij zien Timmermans als een eurocraat die oneindig veel talen spreekt en niet in staat is om hun positie te begrijpen. Ik geloof niet dat hij veel SP-kiezers zal overtuigen om te stemmen op een linkse partij die wél kans maakt om deel uit te maken van de coalitie.’

Ondanks de aanzienlijke verschillen in partijcultuur en achterban houdt het huwelijk tussen PVDA en GroenLinks vrij probleemloos stand. Zelfs toen Timmermans aankondigde dat de deadline om de Nederlandse stikstofuitstoot te halveren voor hem ook ná 2030 mocht liggen – nochtans een speerpunt van het programma van GroenLinks – zorgde dat nauwelijks voor gemor. Voorlopig lijkt de linkse samenwerking evenwel nog geen spectaculaire resultaten te boeken. In de peilingen behaalt PvdA-Groenlinks 22 à 24 zetels, oftewel een vijftal zetels te weinig om zich de grootste te kunnen noemen. Bovendien is er de concurrentie van het Nieuw Sociaal Contract, dat op socioeconomisch vlak aanschurkt bij de linkerzijde. Tijdens de campagne zette Timmermans meermaals de paringsdans met Omtzigt in, al houdt die voorlopig de boot af.

Geert Wilders en Thierry Baudet: Regeringsdeelname van radicaalrechts is zo goed als uitgesloten.
Geert Wilders en Thierry Baudet: Regeringsdeelname van radicaalrechts is zo goed als uitgesloten. © ANP / ANP

Radicaal-rechts verkruimeld

Heel even leek Geert Wilders terug in het spel te komen. Sinds zijn PVV tussen 2010 en 2012 gedoogsteun gaf aan een minderheidskabinet van VVD en CDA, ligt rondom de partij evenwel een feitelijk cordon sanitaire. Liet VVD-lijsttrekker Dilan Yesilgöz in augustus nog de deur op een kier voor een vorm van samenwerking, dan werd die deur al snel toegegooid. Ed Nijpels acht de kans klein dat de VVD er na de verkiezingen mee doorzet. ‘Als ze dat doet, breekt de pleuris uit’, voorspelt Nijpels.

In tegenstelling tot de Tweede Kamerverkiezingen van 2016, toen het partijprogramma van de PVV welgeteld een A4’tje bestreek, heeft Wilders bij deze verkiezingen een iets ernstigere poging ondernomen. ‘Het grote probleem met de PVV is dat alle macht bij Wilders ligt’, zegt Vossen. ‘Het is een soort bedrijfje waar je werknemer bent maar niet echt iets kunt betekenen. Dat beperkt toch de mogelijkheden om als partij te groeien.’ Voor de rest is het radicaal-rechtse partijlandschap vrijwel volledig versplinterd.

Het Forum voor Democratie van Thierry Baudet leek aanvankelijk nog een aaibare variant van de PVV, maar vandaag grossiert Baudet in regelrechte samenzweringstheorieën en steunt hij de Russische invasie van Oekraïne. Ja21, een afsplitsing van Forum die zich lange tijd probeerde te profileren als een fatsoenlijkere rechtse versie van de VVD, keldert in de peilingen. Ook Belang van Nederland (BVNL), de partij van voormalig VVD- en Forum-parlementslid Wybren Van Haga, hoopt nog een zetel binnen te halen. Hoewel radicaalrechts samengeteld bijna even groot is als de Nederlandse linkerzijde, lijkt regeringsdeelname dus zo goed als uitgesloten.

Belgische toestanden

Het mag niet verbazen dat de regeringsformatie in Nederland erg moeilijk belooft te worden. De huidige Tweede Kamer telt twintig fracties, waarvan de meeste nauwelijks enkele zetels hebben. Van de 26 partijen die deelnemen aan de verkiezingen, zullen 15 of 16 partijen effectief in de Tweede Kamer raken. Bovendien zullen verschillende Kamerleden zich de komende jaren afscheiden en een aparte fractie beginnen. Het maakt de formatie er niet gemakkelijker op. De vorige regeringsformatie in Nederland duurde 299 dagen, en ook dit keer wordt gevreesd voor ‘Belgische toestanden’.

Alle peilingen wijzen erop dat de VVD, het NSC en PVDA-GroenLinks de drie grootste partijen zullen worden en dus mogelijk aan zet komen. De onderlinge ideologische verschillen zijn evenwel groot. Een coalitie tussen de drie ligt dus niet voor de hand. De sleutel voor de formatie lijkt in handen te zijn van het NSC, dat zowel ter linker- als ter rechterzijde een coalitie kan vormen. Omtzigt zelf spreekt geregeld zijn voorkeur uit voor een minderheidskabinet. Op die manier wil hij naar eigen zeggen meer macht aan de Tweede Kamer geven. In de praktijk lijkt dat moeilijk werkbaar, denkt Vossen. ‘In theorie kan een minderheidskabinet bij de eerste stemming in de Tweede Kamer al weggestemd worden. Ook voor een minderheidskabinet zul je op voorhand dus moeten onderhandelen. Je zult dus toch op zoek moeten gaan naar gedoogpartners.’

Het helpt ook niet dat veel Grote Vraagstukken in de Nederlandse politiek tijdens de campagne nauwelijks aan bod komen. Migratie en asielopvang, de aanleiding voor de val van Rutte IV, is slechts zijdelings een onderwerp. Ook over de onderwijscrisis wordt nauwelijks gedebatteerd. Zelfs stikstof, hét onderwerp dat de Nederlandse politiek de voorbije jaren domineerde, is bijna volledig afwezig. Nochtans komt stikstof na 22 november onverbiddelijk op de agenda. ‘Nederland heeft nog steeds strikte deadlines om zijn stikstofuitstoot te verminderen’, waarschuwt Aharouay. ‘Het nieuwe kabinet zal nog rigoureuzer te werk moeten gaan om stikstof terug te dringen. Het lijkt me niet handig dat over die moeilijke beslissingen nu nauwelijks wordt gesproken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content