Pieter Omtzigt: de redder van de Nederlandse christendemocratie?

© belgaimage
Jeroen Zuallaert

Sinds hij furore maakte als onvermoeibaar kritisch parlementslid en nadien door de eigen partij aan de deur werd gezet, geniet Pieter Omtzigt een verregaande staat van genade. Omtzigt, die sinds 2003 namens het christendemocratische CDA in de Tweede Kamer zat, leek plotseling de redder der Nederlandse democratie. Vorig jaar, toen hij nog geen eigen partij of partijprogramma had, werd hij al op 26 zetels gepeild. Nu de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november in volle gang is, lijkt Omtzigt dat grote potentieel te verzilveren. In de peilingen strijdt zijn Nieuw Sociaal Contract (NSC) met de rechts-liberale VVD om de grootste partij van Nederland te worden.

Omtzigt is lang niet de eerste witte raaf in de volière van paradijsvogels die de Nederlandse politiek heet. Na de moord op Pim Fortuyn was er nochtans geen gebrek aan politieke hypes. Geert Wilders, Rita Verdonk, Peter R. de Vries, 50Plus-voorzitter Henk Krol, Thierry Baudet: allen dienden ze zich ooit aan als parlementaire hemelbestormers. Geen van hen slaagde erin zijn of haar stempel te drukken. Zelfs de BoerBurgerBeweging (BBB) van Caroline van der Plas die bij de Eerste Kamerverkiezingen van 30 mei nog de grootste werd, lijkt ondertussen al op haar retour.

In vergelijking met het narrenschip dat de inderhaast opgetuigde Lijst Pim Fortuyn bleek te zijn, lijkt Omtzigt zijn kandidaten met enige zorgvuldigheid te hebben gekozen. Zowel bij het NSC als bij de BBB staan voornamelijk oude CDA’ers met een zekere staat van verdienste op de lijst. ‘Eigenlijk zijn de BBB én het NSC scheurpartijen van het CDA’, zegt politicoloog André Krouwel van de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘Inhoudelijk zijn de BBB, het CDA en het NSC nauwelijks van elkaar te onderscheiden.’

Omtzigt heeft nauwelijks voorstellen over hoe het concreet beter moet.

Dat leidt tot de komieke vaststelling dat de christendemocratie bij de komende Tweede Kamerverkiezingen misschien wel de hoogste score in twintig jaar zal laten optekenen. In de laatste Ipsos-peiling behalen CDA (4), NSC (26) en BBB (12) samen maar liefst 42 zetels. Dat is slechts twee zetels minder dan de 44 zetels die het CDA onder Jan Peter Balkenende in 2003 liet optekenen.

Bestaanszekerheid

In tegenstelling tot eerdere hemelbestormers voert Omtzigt een opvallend sobere campagne. Zijn partijprogramma schuwt de grote woorden. Omtzigt pleit voor migratiebeperking, maar wil geen ‘hard plafond’. Hij wil de industrie vergroenen ‘maar niet verjagen’. Hij wil de huidige stikstofregeling op de schop nemen, maar wil wel degelijk de veestapel verkleinen.

Die voorzichtige aanpak mag niet verbazen, zegt Krouwel. ‘Pieter Omtzigt is een typische CDA-leider. Hij is kritisch voor het establishment, maar hij heeft nauwelijks voorstellen over hoe het concreet beter moet. Omtzigt is het soort politicus die de motorkap openklapt, hier en daar een schroefje aandraait, maar niet van plan is om iets fundamenteels te veranderen. Hij gaat voor 99,9 procent hetzelfde doen als het CDA.’

Hij gaat voor 99,9 procent hetzelfde doen als het CDA.

Omtzigt zelf legt in de campagne graag de nadruk op wat hij ‘bestaanszekerheid’ noemt, een term die zelfs de Nederlandse linkerzijde de voorbije jaren nauwelijks in de mond durfde te nemen. Krouwel ziet er in de eerste plaats vooral een slimme vorm van politieke marketing in. ‘Bestaanszekerheid kan zowat alles betekenen’, zegt Krouwel. ‘Bovendien is het volstrekt onduidelijk hoe Omtzigt hoopt daarin verandering te brengen. Hij is niet van plan om meer huizen voor jongeren te bouwen, meer te herverdelen of de rijken zwaarder te belasten. Er is geen enkel voorstel in zijn programma waarmee de bestaanszekerheid van de middenklasse wordt vergroot.’

Teleurstelling

Bovendien zal ook Omtzigt het bijzonder moeilijk vinden om in het versplinterde Nederlandse partijlandschap een coalitie te smeden. Het is niet meteen een politieke context waarin de grote ommezwaai voor de hand ligt. ‘Politieke verandering gaat nu eenmaal traag’, stelt Krouwel. ‘Als je dingen wilt veranderen, heb je toch algauw drie à vier regeringen nodig om je stempel te drukken. Er moet een soort brede maatschappelijke consensus bestaan over de richting die je wilt uitgaan. Die is er in Nederland gewoon niet.’

En dus loert ook deze keer de teleurstelling onvermijdelijk om de hoek, zegt Krouwel. ‘Er is enorm veel hoop dat we onze overheid heel snel helemaal kunnen omgooien. Je kunt op een verkiezing van nul naar twintig zetels. Alleen ben je die één verkiezing later vaak alweer kwijt. Ook Pieter Omtzigt zal enorm veel Nederlanders teleurstellen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content