Hoe Mark Rutte de langst zittende premier van Nederland werd

MARK RUTTE. In zijn stellingnames is zijn parcours bochtiger dan het circuit van Zandvoort. © BelgaImage
Jeroen Zuallaert

Naar alle waarschijnlijkheid wint Mark Rutte volgende week voor de vierde keer op rij de verkiezingen. Hoe komt dat toch?

Dit portret werd geschreven naar aanleiding van de Nederlandse verkiezingen in 2021. Naar aanleiding van diens afscheid uit de politiek in 2023, werd de titel aangepast.

In een tijdsgewricht waarin politici steeds sneller afgeserveerd worden, is Mark Rutte een anomalie. Behoudens een mirakel zal zijn VVD op 17 maart voor de vierde keer op rij de grootste partij van Nederland worden. Als hij de komende twee jaar aan de macht blijft, wordt Rutte de langst zittende Nederlandse premier aller tijden.

Dat dankt hij in eerste instantie aan zijn onderhand legendarische flexibiliteit. In 2010 ging hij samen met het christendemocratische CDA een gedoogcoalitie aan met de extreemrechtse PVV van Geert Wilders. Voor Rutte II vormde hij een coalitie met de sociaaldemocratische PvdA. En de voorbije vier jaar bestuurde hij met de ChristenUnie, het linksliberale D66 en (opnieuw) het CDA. ‘Die flexibiliteit heeft hij in alles’, zegt Petra de Koning, die als journalist voor NRC Handelsblad vorig jaar een vermakelijke biografie over Rutte schreef. ‘Als Mark Rutte zijn zin niet krijgt, buigt hij mee. Hij aanvaardt dat je soms eens dingen voor elkaar krijgt, en een andere keer niet.’

Rutte is de Bermudadriehoek van de Nederlandse politiek: iedereen weet dat het levensgevaarlijk is om erheen te gaan, en toch wil iedereen er absoluut heen.

Voormalig VVD-leider Ed Nijpels

Nochtans komt Rutte voor zijn coalitiepartners met een bijsluiter. Een partij die met Rutte in coalitie gaat, krijgt daarvoor bij de volgende verkiezing doorgaans de rekening gepresenteerd. ‘Rutte is de Bermudadriehoek van de Nederlandse politiek’, zegt voormalig VVD-leider Ed Nijpels. ‘Iedereen weet dat het levensgevaarlijk is om erheen te gaan, en toch wil iedereen er absoluut heen. De andere partijen staan nog steeds in de rij om mee te regeren.’ Ruttes grootste kwaliteit, aldus Nijpels, is zijn ‘volstrekte gebrek aan ego’. ‘Er is niets wat hij absoluut wil realiseren, en er is niets wat hij absoluut niet wil. Hij is een functionele allemansvriend: hij kan met iedereen door de deur, hij heeft geen enkele vorm van rancune en niemand lijkt ooit boos op hem te zijn.’

Er spelen ook structurele evoluties die Rutte bevoordelen. ‘De voorbije decennia is er in de Nederlandse politieke cultuur een soort traditie ontstaan dat de grootste centrumpartij de premier levert’, zegt politoloog Tom van der Meer van de Universiteit Amsterdam. ‘Bovendien ligt de nadruk in Nederland erg op besturen, wat de zittende premier bevoordeelt. Dat wordt nog eens versterkt door de coronacrisis, waarin veel mensen op zoek gaan naar een soort veilige haven.’ Stond de VVD vóór de pandemie op zwaar verlies in de peilingen, vandaag lijkt de liberale partij net een stevige zetelwinst te boeken. Daarbij speelt ook dat het CDA en D66, de typische uitdagers van de VVD, mee in de regering zitten. ‘Telkens als een CDA’er Rutte probeert aan te vallen, wijst Rutte erop dat ze de beslissingen samen hebben genomen’, aldus Van der Meer. ‘Dat maakt het natuurlijk moeilijk om de strijd aan te gaan.’

Doodzonde

In zijn stellingnames is Ruttes parcours bochtiger dan het circuit van Zandvoort. Toen hij in 2012 aantrad, beloofde hij dat er in de eurocrisis geen geld meer zou gaan naar Zuid-Europa, dat elke werkende Nederlander duizend euro extra zou overhouden en er geen aanpassing zou komen van de hypotheekrenteaftrek. Het bleken allemaal loze beloften. De zorgpremie zou eerst inkomensafhankelijk worden, en werd uiteindelijk toch niet ingevoerd. Wilde hij eerst de dividendbelasting (de Nederlandse versie van de onroerende voorheffing, nvdr) afschaffen, dan noemde hij dat achteraf een ‘bizarre maatregel’. Tijdens Ruttes tweede kabinet namen maar liefst zeven ministers ontslag, onder wie vijf van zijn eigen VVD. En er was natuurlijk de toeslagenaffaire, waarbij tienduizenden ouders onterecht beticht werden van fraude met hun kinderopvangtoeslag en door forse terugvorderingen zwaar in de schulden raakten. Die leidde in januari tot de val van het derde kabinet-Rutte.

Telkens vond Rutte het doodzonde dat het zo gelopen was. Bij elk schandaal en elke gebroken belofte excuseerde hij zich omstandig, zwoer hij dat hij de volgende keer echt beter z’n best zou doen en ging hij vervolgens doodleuk over tot de orde van de dag. Sorry seems to be the hardest word, maar niet voor Rutte. Toch lijken die verontschuldigingen hem politiek nauwelijks te verzwakken, en ook kiezers lijken er niet op af te knappen. De Koning, die toegeeft dat ze er zelf nog altijd met verbazing naar kijkt, wijt dat vooral aan zijn onverstoorbaarheid. ‘Bij de meeste politici die door het stof zijn gegaan, merk je aan hun uitstraling dat er iets veranderd is. Bij Rutte niet. Hij ziet er altijd exact hetzelfde uit. Zelfs op momenten waarop hij onder grote politieke druk staat, blijft hij, zoals hij het zelf noemt, het vrolijke mannetje dat op zijn fiets springt. Voor veel kiezers lijkt dat te werken.’

Mark Rutte op 1 december 2020.
Mark Rutte op 1 december 2020.© Getty Images

Mazzel

Bovendien heeft Rutte op cruciale momenten ook gewoon mazzel. Tijdens de vorige campagne werd hij gered door niemand minder dan de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, die tezelfdertijd in Turkije campagne voerde voor een referendum over een grondwetswijziging. Hoewel Nederland duidelijk had gemaakt dat het geen Turkse campagnebijeenkomsten op zijn grondgebied wilde, dook een week voor de verkiezingen een Turkse AKP-minister op in Rotterdam. Rutte liet haar met het nodige vertoon het land uitzetten. Door dat spierballengerol haalde de VVD, die in de peilingen op zwaar verlies stond, toch heel wat kiezers ter rechterzijde binnen, waardoor de afstraffing uitbleef. En ook in de coronacrisis had Rutte een geluk bij een ongeluk toen Bruno Bruins, de VVD-minister voor Medische Zorg, onwel werd in de Tweede Kamer en ontslag nam. Daardoor is vooral Hugo de Jonge, de CDA-minister van Volksgezondheid, vandaag de kop van Jut.

Het helpt natuurlijk dat de VVD al jaren met voorsprong de best gerunde campagnepartij van Nederland is. ‘Ze doen enorm veel kiezersonderzoek’, zegt De Koning. ‘Ze weten welke evoluties hun kiezerspubliek doormaakt, en Rutte gaat daar soepeltjes in mee.’ Ook voor deze campagne toont Rutte, en bij uitbreiding de VVD, zich uitermate buigzaam. De premier houdt al tien jaar de vinger op de knip en bezuinigt graag op de openbare sector, maar knikt dezer dagen heftig instemmend wanneer partijen ter linkerzijde de onderfinanciering van de zorg en het onderwijs aanhalen. Tegelijk speelt Rutte ook in deze campagne de verbinder. Eind februari publiceerde hij een open brief in verschillende landelijke dagbladen waarbij hij opriep de politieke verschillen niet uit te vergroten. ‘Rutte is er enorm goed in zijn tegenstanders te depolitiseren’, zegt Van der Meer. ‘De enige conflicten die hij opzoekt in deze campagne zijn de conflicten met radicaalrechts. Het is immers veel gemakkelijker om je als een verantwoordelijke leider te positioneren als je voornaamste tegenstanders populisten of regelrechte complotdenkers zijn.’

Toch is het niet zo dat de VVD nu een enorme ruk naar links maakt. ‘Er zijn zeker accentverschuivingen binnen de programma’s’, aldus Van der Meer. ‘Maar het is niet zo dat de VVD nu even van plan is om de portemonnee open te trekken om de publieke sector te ondersteunen. En zelfs in die linksere accenten houdt Rutte nog graag een slag om de arm. Dan wil hij toch nog even kijken of het allemaal wel haalbaar is.’

In zijn eigen partij is Rutte ondertussen onbetwist. Tegelijk blijkt ook dat in de schaduw van het vrolijke mannetje niets groeit. De VVD heeft vandaag geen kroonprins. Gedoodverfde opvolgers als Edith Schippers, Jeanine Hennis en Halbe Zijlstra verlieten om verschillende redenen al de actieve politiek, en ook Klaas Dijkhoff is aan zijn laatste maanden als fractievoorzitter bezig. De inschatting dat de VVD na Rutte door de woestijn zal moeten, wordt binnen de partijtop breed gedeeld. Ook Ed Nijpels deelt die zorg. ‘De top van de VVD is veel te smal’, aldus Nijpels. ‘Er is te weinig tegengeluid binnen de partij. Het zou goed zijn als onze parlementsleden meer ruimte zouden krijgen om tegen de regeringslijn in te gaan. Er is geen enkel alternatief wanneer het met Rutte misloopt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content