90.000 asbestdoden in de EU, maar Commissie zwakt voorstel asbestbeleid af

© Getty

Jaarlijks sterven in Europa 90.000 mensen door asbestblootstelling op het werk. Maar een wetgevend initiatief van het Europees Parlement voor een omvattend asbestplan, wordt sterk afgezwakt door de Commissie.

Lees hier alles over het Knack Asbestdossier.

Jaarlijks sterven in Europa 70.000 tot 90.000 mensen door asbestblootstelling op het werk. Hallucinante cijfers, die het groeiend aantal kankers door blootstelling op andere plaatsen zoals huizen, scholen en ziekenhuizen, niet meerekenen. Dat zet de Europese wetgevers onder druk. Vakbonden en het Europees Parlement hebben een initiatief voor een strenger asbestafbouwbeleid genomen. Dat wijkt af van de normale wetgevende gang van zaken bij de EU. 

Normaal is het aan de Commissie, zeg maar de regering van de EU, om wetsvoorstellen te doen. Daarna worden die voorstellen besproken in het Parlement en de Europese Raad, waarin alle nationale regeringen zijn vertegenwoordigd. Zij kunnen mogelijke aanpassingen doorvoeren en nemen het uiteindelijke besluit. 

Nu zijn de rollen omgekeerd. In oktober 2021 riep een ongewoon brede meerderheid in het Europees Parlement op tot het ontwikkelen van een strategie die voor eens en altijd een einde moet maken aan de dodelijke asbestdreiging. Het voorstel ingediend door de linkse Deense Europarlementariër Nikolaj Villumsen werd sterk gesteund.

Met 675 leden voor, twee tegen en 23 onthoudingen vroeg het Parlement om een brede asbeststrategie. Het voorstel omvat onder meer een verplichting aan lidstaten om een nationale asbeststrategie te ontwikkelen, nieuwe grenswaarden voor beroepsmatige asbestblootstelling voor werknemers die 100 keer lager zijn dan de huidige grenswaarde, een verplicht asbestregister voor gebouwen en een pan-Europese erkennings- en schadevergoedingsregeling voor asbestslachtoffers.

Gedeelde visie – op het eerste gezicht

In september 2022 kwam ook de Commissie met een voorstel voor “een asbestvrije toekomst”. Op het eerste gezicht lijken zowel het Parlement als de Commissie uit te gaan van de nood aan gecoördineerde actie. Van naderbij bekeken bestaan er grote verschillen tussen beide voorstellen.

De Commissie herhaalt enkele aspecten uit het Parlementsvoorstel, zoals een herziening rond afvalbeheer en het voornemen om later een voorstel te doen rond de screening van asbest in gebouwen. 

Maar op vlak van concrete voorstellen schoof de Commissie tot nu toe enkel een wijziging van de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling (occupational exposure limits, OEL) naar voor, waarbij ze een grenswaarde van 0,01 vezels per cm3 voorstelt. Dat is tien keer zo laag als de huidige grenswaarde, maar tien keer zo hoog als het Parlement eiste. 

Bovendien is die voorgestelde nieuwe grenswaarde gelijk aan of hoger dan de huidige grenswaarden in Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Nederland. De Nederlandse limiet ligt al zeven jaar op 0,002 vezels/cm3.

In een commentaar op het voorstel voor een verlaging van de OEL reageerde Tony Musu van het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) in Brussel ontgoocheld: ‘Dit wetsvoorstel is op twee punten teleurstellend. Enerzijds is de voorgestelde OEL-verlaging (van de Commissie, nvdr.) niet toereikend om de gezondheid van blootgestelde werknemers effectief te beschermen. Anderzijds is ook de aanbevolen meetmethode van de OEL te archaïsch.’ 

Voor de toepassing van lagere blootstellingsgrenswaarden is elektronenmicroscopie nodig om vezels op te sporen. De lobbygroep de European Construction Industry Federation (FIEC) maakte eerder dit jaar echter bezwaar tegen deze wijziging: ‘Er zouden zeer specifieke instrumenten en expertise nodig zijn (meestal met behulp van elektronenmicroscopische methoden). Dat is voor kmo’s haast onbetaalbaar.’ 

Afgezwakt voorstel

Voorlopig heeft de Commissie geen andere wetsvoorstellen ingediend om tegemoet te komen aan de andere eisen van het Europees Parlement. Deze omvatten verplichte asbestregisters, een verplichte nationale asbeststrategie en verplichte opleiding en certificering voor bouwvakkers.

De eis van de Europese Federatie van Bouw- en Houtarbeiders (EFBWW) voor een uitgebreide asbeststrategie lijkt een zware strijd tegemoet te gaan. Dit geeft de regeringen van de lidstaten in de Raad een sleutelrol, maar hun standpunten zijn nog niet volledig bekend.

Normaliter geven de door de Commissie ingediende EU-wetgevingsvoorstellen belangengroepen uit de industrie, de financiële wereld en andere lobbygroepen al in een vroeg stadium een belangrijke stem, doordat zij de Commissie ervan kunnen overtuigen wat er moet gebeuren en hoe dat moet gebeuren. In het geval van de asbestwetgeving heeft het Parlement getracht de agenda te bepalen door zijn eigen voorstellen door te drukken. 

Kosten niet geraamd

De regeringen van de lidstaten hebben nu de sleutel in handen om te bepalen wat de EU moet doen. Er zijn lidstaten en regio’s die al een of andere asbeststrategie hebben aangenomen. Dat is het geval in Vlaanderen, dat in 2040 ‘asbestveilig’ wil zijn. In veel lidstaten ontbreekt echter een plan van aanpak en lijkt asbestbeheer en -verwijdering op korte termijn uitgesloten. Anderzijds is er nu meer dan ooit EU-financiering beschikbaar voor energiebesparende renovaties.

Het EU-herstelplan na de coronapandemie bevat 724 miljard euro aan subsidies en leningen. Hiertoe behoort ook ‘de renovatiegolfstrategie’, met als doelstelling om vóór 2030 35 miljoen gebouwen te renoveren en tegelijk 160.000 nieuwe “groene” banen te creëren.

Die nieuwe EU-financieringsstroom kan een stimulans zijn voor regeringen om acties rond asbestverwijdering te nemen, en de traditionele nationale scepsis rond wat vaak als dure en belastende Europese wetgeving wordt gezien, te verzwakken.

De kosten van een asbestvrije toekomst in de hele EU voor werknemers, leraren, leerlingen, gezondheidswerkers en patiënten, laat staan het grote publiek, zijn niet geraamd. Ook de kosten van de behandeling van tienduizenden patiënten per jaar voor kanker in heel Europa, en het menselijke lijden dat daarmee gepaard gaat, zijn niet geraamd. 

Het asbestdossier
Het asbestdossier van Knack maakt deel uit van Asbestos: The Lethal Legacy. Die internationale samenwerking wordt geleid door Investigative Reporting Denmark, geredigeerd door Katharine Quarmby, en gemaakt in samenwerking met journalisten van Tygodnik Powszechny en Reporters’ Foundation in Polen, Ostro in Kroatië en Slovenië, IRPI in Italië, De Groene Amsterdammer in Nederland, Grupo Merca2 in Spanje, Al Jazeera in het Verenigd Koninkrijk en TV2 Nord in Denemarken. Het onderzoek wordt gesteund door Journalismfund.eu.

Partner Content