Pieter Omtzigt: conservatieve katholiek of progressieve bestrijder van discriminatie?

Wie is Pieter Omtzigt, het Nederlandse lid van de Tweede Kamer dat met de oprichting van een eigen partij de Nederlandse politiek helemaal door elkaar schudt?

Pieter Omtzigt gaat met zijn eigen partij Nieuw Sociaal Contract meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november. Dat heeft hij bekendgemaakt in een interview met De Twentsche Courant Tubantia.

De ‘Nationale Omtzigtman’ lijkt van iedereen en voor alles. Maar is Omtzigt links of rechts? Een conservatieve katholiek of een progressieve bestrijder van discriminatie? Is hij vooral een op het lokale gerichte vertegenwoordiger van Twente of een EU-gezinde kosmopoliet, die in Exeter en Rome studeerde, een multicultureel gezin heeft en zijn sporen naliet als rapporteur voor de Raad van Europa?

‘Positie Omtzigt, functie elders’?

Het zinnetje uit 2021 werd legendarisch: ‘Positie Omtzigt, functie elders.’ Het gaat om een blad met notities dat gefotografeerd werd tijdens de onderhandelingen voor de vorming van een Nederlandse regering.

Inmiddels is duidelijk dat Omtzigt ook na de verkiezingen in november van dit jaar Tweede Kamerlid wil blijven. Hij heeft nu officieel laten weten geen minister of minister-president te willen worden, al zou hij dat volgens zijn broer Dirk-Jan prima kunnen.

Dus rijst de vraag: waar staat de dossiertijger op de grote thema’s van deze tijd?

Wat zeggen de peilingen over Omtzigt?

Die vraag doet er niet alleen toe voor potentiële kiezers van Omtzigt. Omtzigt mag dan zelf het liefst bescheiden van start gaan met zijn eigen partij, volgens de peilingen wordt hij in november echter Pieter de Grote. Iedereen heeft dan rekening met hem te houden. Een peiling van Maurice de Hond schatte Omtzigt eerder in op 38 zetels en I&O peilde hem recent zelfs op 46 zetels – er zijn 150 zetels in de Tweede Kamer. Die laatste peiling wees daarnaast uit dat hij aantrekkelijk is voor kiezers van alle partijen, op die van SGP en GroenLinks na.

Ook − en misschien juist − de BoerBurgerBeweging (BBB) zou electoraal verbleken bij het succes van Omtzigt als er nu verkiezingen waren. Nog recent waren er speculaties dat Omtzigt BBB zou willen vertegenwoordigen. Die gedachte lijkt niet vreemd: op veel punten overlapt BBB met het CDA, waar Omtzigt – net als Caroline van der Plas – vandaan komt. Maar juist over de voor BBB belangrijke onderwerpen natuur en landbouw denkt het onafhankelijke Kamerlid anders.

Omtzigt liet zich eerder negatief uit over de intensieve veehouderij. Zoals in april bij een debat over een verbod op hertenkampen: ‘Als u vindt dat een hertenkamp niet geschikt is voor herten, nodig ik u uit om naar een moderne megastal te gaan.’ Met andere woorden: als je vanwege dierenwelzijn hertenkampen wilt sluiten, begin dan met megastallen, want daar is het met dierenwelzijn veel slechter gesteld.

Als er al megastallen moeten blijven, dan wil hij liever geen stallen met kippen en varkens. Omtzigt vindt het in bepaalde gevallen ook een goed idee dat kwetsbare natuur wordt uitgebreid. Geen standpunten die ook maar in de buurt komen van die van BBB. Maar op één lijn met de Partij voor de Dieren zit Omtzigt ook niet. Hij liet zich bijvoorbeeld negatief uit over gedwongen uitkoop van veehouders.

(Lees verder onder de preview.)

De standpunten van Omtzigt

Een groot verschil met gevestigde partijen − en bij uitstek met zijn oude CDA-nest − is dat Omtzigt niet langer vertrouwt op het poldermodel. Volgens de politieke cultuurcriticus bestaat er een nauwe verwevenheid van politiek, toezichthouders, media, bedrijfsleven, belangenorganisaties en maatschappelijk middenveld. ‘Er is iets fundamenteel mis in dit land,’ zei hij eind 2020 in een berucht geworden debat. Hij noemde het Binnenhof ‘een kliek’, waar ‘ikzelf buiten probeer te blijven’. Nederland was verworden tot ‘een bananenmonarchie’.

Naar aanleiding van het Toeslagenschandaal hekelde Omtzigt ‘de Rutte-doctrine waardoor 20.000 tot 30.000, nee, 100.000 mensen werden gedupeerd’. Daarnaast verweet hij een adviescommissie die in 2020 onder leiding van Piet Hein Donner (CDA) een rapport over het schandaal publiceerde, het opzetten van een doofpot. Ook de media en de rechters kregen ervan langs. Hij nam afstand van zijn toenmalige partij CDA, want: ‘Ik ben niet in dienst van lijsttrekker [Wopke] Hoekstra.’

Omtzigt heeft overigens erkend dat ook de Tweede Kamer een kwalijke rol heeft gespeeld in het Toeslagenschandaal, omdat het juist de Kamer was die hamerde op een harde aanpak van fraudeurs. Dat was ook wel op zijn plaats, want juist Omtzigt was een van degenen die om het hardst schande riep van de zogenaamde Bulgarenfraude in 2013. Strengere regels en verscherpt toezicht op toeslagenfraude hebben het Toeslagenschandaal vervolgens extra bevorderd.

In zijn boek Een nieuw sociaal contract en een manifest (beide uit 2021) beschreef Omtzigt wat er volgens hem aan nepotisme en ondermijning van de rechtsstaat moet worden gedaan. Er moet meer tegenmacht komen, zoals een Grondwettelijk Hof. Verder moeten er waarborgen komen voor sociale grondrechten, vooral inzake volkshuisvesting en bestaanszekerheid. Ook moet de rechtsbescherming beter.

Twente doet ertoe

Omtzigt laat zich daarnaast nadrukkelijk gelden als een vertegenwoordiger van zijn regio Twente. Geregeld benadrukt hij dat onevenredig veel parlementsleden uit Amsterdam komen en veel regio’s zwaar zijn ondervertegenwoordigd. Het Kamerlid is voorstander van het Deense kiesstelsel. Daarin krijgt elke provincie een vast aantal zetels in de Kamer, maar blijft proportionele vertegenwoordiging intact door een landelijke lijst.

Ook moet de Tweede Kamer volgens de gewezen parlementariër een andere vergaderorde hanteren: het artikelsgewijs behandelen van wetten zou centraal moeten staan. Een groter aantal denktanks en onderzoeksinstituten moeten de Kamer daarbij van munitie voorzien. Daarnaast moet ‘de banencarrousel van topambtenaren’ stoppen en moeten klokkenluiders binnen de overheid beter worden beschermd.  Toezichthouders en belangenorganisaties moeten onafhankelijker van de macht worden gemaakt. Ook wil econometrist Omtzigt dat ‘de aannames achter modellen’ transparant worden gemaakt.

Toeslagenschandaal

Omtzigt stelde eerder dat zijn ervaringen als lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa een grote rol spelen in zijn zorgen over het functioneren van de rechtsstaat. Maar de praktische drijfveer voor zijn ideeën was iets anders: het schandaal rond de kindertoeslagen.

De slachtoffers bevinden zich volgens Omtzigt in het oog van een wervelstorm van politiek-bestuurlijke problemen. Het schandaal is slechts een symptoom, de storm kan zich elk ogenblik verplaatsen en de levens van nog veel meer burgers verwoesten: ‘De grondrechten van burgers worden systematisch geschonden en de regering slaagt er nauwelijks in om deze schendingen te repareren.’

Dat juist het Toeslagenschandaal van Omtzigt een nationale bekendheid maakte, is niet toevallig. Het Kamerlid profileerde zich steeds als sociaal bewogen. In 2010 had hij bedenkingen bij het kabinet-Rutte I, een minderheidsregering die gedoogsteun kreeg van de radicaalrechtse PVV van Geert Wilders: ‘Voor mij persoonlijk had dat vooral met rechtsstatelijkheid te maken’ (lees: de PVV, waar Omtzigt nu net als van FvD al over heeft gezegd niet mee in een coalitie te stappen). Evengoed had Omtzigt indertijd moeite met een ‘heel hard’ voorstel, dat mensen die het nodig hadden niet in aanmerking liet komen voor bijstand. Het kenmerkt Omtzigt, volgens wie de overheid geregeld te weinig oog heeft voor mensen met onvoldoende bestaanszekerheid.

Rechtlijnige cijfertjeslogica

Dat Omtzigt juist op het punt van bestaanszekerheid kritisch is op de overheid, werd ook duidelijk in een ingezonden opinie in 2022 in EW. Voor bestaanszekerheid bestaat geen wettelijke norm, terwijl de waarborg ervan wel een grondwettelijke taak is, betoogde hij. ‘Wat is het minimale dat een gezin, een alleenstaande, een student, een jongere, een bewoner van een verpleeghuis nodig heeft om rond te komen?’

Een aangenomen motie van Omtzigt uit 2021 vroeg het kabinet een commissie in te stellen die normen voor het bestaansminimum vastlegt. In de zomer van 2022 was die commissie er nog niet. Wat kreeg intussen wél prioriteit? Omtzigt: ‘25 miljard voor een stikstoffonds, omdat het wettelijk afdwingbaar is, en 0,8 miljard om een energietoeslag uit te betalen. We betalen dus dertig keer meer aan het stikstoffonds dan aan de acute noden van miljoenen burgers.’ Tot zover de rechtlijnige cijfertjeslogica van het rekenwonder van Enschede.

Immigratie: geen prioriteit voor Omtzigt

Een ander thema waarover een fel debat woedt, is immigratie. Niet vreemd dat ‘Omtzigt immigratie’ een vaak gezochte term is op Google. ‘Omtzigt immigratie’ levert niet meteen heel veel zoekresultaten op. Immigratie heeft geen prioriteit voor hem, of hij laat het thema over aan de vele partijen die er intensief ermee bezig zijn. Pick your battles, lijkt zijn adagium.

Toch begint inmiddels wel iets meer duidelijk te worden van de immigratiestrandpunten van Omtzigt. In de plannen voor de nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract wordt het een ander over het thema gezegd. Zo wil de partij van Omtzigt ‘fundamentele vragen’ stellen over wat Nederland qua immigratie kan dragen, wat wenselijk is en hoe met migranten moet worden omgegaan. Omtzigt lijkt vooral debat en visievorming aan te willen zwengelen, zonder dat hij meteen op al deze vragen een gedetailleerd antwoord heeft.

Tegelijkertijd heeft de partij ook wel degelijk een aantal concrete ideeën. Zo zijn ze voorstander van het tweestatusstelsel, dat al in een aantal landen wordt gehanteerd. Ook wil Omtzigt arbeidsmigratie gaan beperken en de verengelsing in het onderwijs tegengaan door Nederland minder aantrekkelijk te maken voor buitenlandse studenten en doet hij daarover een aantal concrete voorstellen.

Qua stemgedrag in de Kamer bevindt de ex-CDA’er zich op dit thema rechts van het midden. Zo stemde hij voor aansluiting bij het plan van Denemarken om immigratie buiten de Europese Unie (zoals in Rwanda) te regelen.

Meer bevoegdheden voor de Europese Unie

Omtzigt koppelt zijn binnenlandse strijd voor de rechtsstaat naadloos aan zijn ideeën over Europese samenwerking. Zo toonde hij zich bezorgd over de rechtsstaat in Hongarije en Polen en de wankele staatsboekhouding van landen als Italië en Frankrijk, waarbij de Europese Centrale Bank de situatie in stand zou houden en zo haar boekje te buiten zou gaan. In het basisdocument voor de politieke lijn van Nieuw Sociaal Contract wordt nadrukkelijk benoemd dat Nederland op zijn minst een strategie moet hebben klaarliggen om een schulden- en transferunie te voorkomen. Nederland mag niet akkoord gaan met nieuwe Europese schulden.

In zijn Cleveringalezing van 2020 noemde Omtzigt monetair en financieel-economisch beleid en de rechtstaat als de twee grote terreinen met uitdagingen voor de Europese Unie. Deze uitdagingen kunnen alleen worden opgelost langs democratische weg en door duidelijke(re) keuzes, vindt hij. Dat betekent dat de EU meer bevoegdheden moet krijgen. Die toenemende macht moet volgens Omtzigt wel gepaard gaan met meer democratische legitimatie. De Europese Commissie ontbeert die in zijn ogen. ‘We moeten ons inzetten voor een vernieuwing van de democratie in Europa.’

Die vernieuwing wordt in de plannen voor Nieuw Sociaal Contract wat nader uitgewerkt met het standpunt dat er betere nationale controle op het Europese wetgevingsproces moet komen. Er moet een ‘Europawet (of Grondwet)’ komen, waarin vastligt hoe een Europees wetgevingstraject in Nederland verloopt. Daar moet o.a. instaan dat de Nederlandse regering niet akkoord mag gaan met Europese wetgeving als het nationale parlement niet akkoord is. Ook moet Nederland niet zomaar bevoegdheden aan de EU overdragen en opt-outs (waarbij een EU-lidstaat een uitzondering krijgt op de overdracht van bevoegdheden) als een serieuze mogelijkheid zien.

Over de links-rechtstegenstelling zei Omtzigt in 2022 tegen de Volkskrant dat het niet goed is ‘om te doen of die niet meer bestaat’. Niet alle vraagstukken zijn volgens hem op te lossen met ‘technische keuzes’. Hij positioneerde zichzelf in het midden en stelde dat bestaanszekerheid vroeger voor zowel links als rechts gold als ‘een vloer waar ze niet doorheen wilden zakken’.

‘Een groot deel van Nederland hecht aan een zekere economische bescherming, terwijl het sociaal-cultureel wat rechtser is,’ stelde Omtzigt in hetzelfde Volkskrant-artikel. Maar de elite deed de afgelopen decennia precies het tegenovergestelde: economisch naar rechts, cultureel naar links.

Over culturele discussies zei hij tegen de Volkskrant: ‘Ik denk dat we te veel discussie hebben gevoerd over taalgebruik. Over gender. Over Zwarte Piet, alsof je dan een racistisch persoon zou zijn.’ Maar hij zei ook: ‘Kijk, het is een delicate discussie. Heel moeilijk om hierin een midden te vinden.’

Hij zei de strijd tegen racisme evengoed belangrijk te vinden: ‘De regering heeft na veel druk van ons toe moeten geven dat er sprake is van institutioneel racisme. Er zíjn problemen. (…) Ik wil verbindend zijn op zulke thema’s.’

Een christendemocraat van de oude stempel

Wat is het kompas waarop Omtzigt vaart, nu hij de verkiezingen ingaat? In de epiloog van Een nieuw sociaal contract citeert hij uit een van de Opbouwende toespraken van de Deense denker Søren Kierkegaard:

‘Wanneer een zeeman op volle zee is, wanneer alles om hem heen verandert, wanneer golven geboren worden en weer sterven, dan richt hij zijn blik niet omlaag naar die golven, want die veranderen. Hij kijkt omhoog naar de sterren. En waarom? Omdat die betrouwbaar zijn. Zoals ze er nu staan, stonden ze er voor onze voorvaders en zo zullen ze er staan voor de komende geslachten. Waarmee overwint hij dus het veranderlijke? Met het eeuwige.’

Voor alles is Pieter Omtzigt wellicht een christendemocraat van de oude stempel.

Door Lars Jacobusse (EW Magazine)

Partner Content