François Levrau

‘ChatGPT in het onderwijs? Leren studenten iets bij of toch vooral iets af?’

François Levrau Dr. Sociale Wetenschappen, verbonden aan Centrum Pieter Gillis (UAntwerpen)

‘Ik zie niet in hoe de voordelen in de context van het onderwijs opwegen tegen wat er zoal door het gebruik van ChatGPT verloren gaat’, schrijft sociaal filosoof François Levrau.

ChatGPT drukt ons met de neus op de feiten: we leven in een nieuw tijdperk waar Artificial Intelligence het steeds meer van ons zal overnemen. Ook het onderwijs komt er in toenemende mate mee in contact. Ik behoor tot het kamp van de sceptici die dit toch vooral als een ‘boze droom’ ervaren. Natuurlijk weet ik wel dat ChatGPT op verschillende manieren kan gebruikt worden, maar ik zie niet in hoe de voordelen in de context van het onderwijs opwegen tegen wat er zoal door het gebruik van ChatGPT verloren gaat. Ik overloop hieronder een aantal argumenten.

ChatGPT? Niks nieuws onder de zon?

Soms wordt geschermd met het argument dat ChatGPT één van de vele mogelijke instrumenten is in een diverse toolbox die van studenten betere schrijvers kunnen maken, net zoals Google (voor o.a. informatievergaring, opzoeken van spellings- en grammaticaregels), diverse word plug-ins (o.a. spelling- en grammaticacontrole, synoniemenlijst) en het laten nalezen van een tekst door derden. Dat argument overtuigt niet. Waar de genoemde instrumenten en personen veeleer zijn bedoeld om de door de student initieel geschreven tekst te optimaliseren, is ChatGPT fundamenteel anders omdat het zelf de tekst en gedachten produceert die de student dan verder optimaliseert.

De rolverdeling is met andere woorden anders. Niet alleen wordt het denkwerk deels overgenomen, ook de taal wordt uit handen gegeven. Zo kunnen krakkemikkig geformuleerde zinnen via één simpele spreekwoordelijke druk op de knop omgezet worden in perfecte zinnen. Dat is geen kwestie van optimalisatie, maar van outsourcing. Je presenteert ChatGPT een kladje en het maakt er in een flits iets moois van. Als ChatGPT dit doet, dan is de student echter niet langer de auteur van die tekst, maar hoogstens coauteur. Dat het op die manier gebruiken van ChatGPT door onderwijsinstellingen wordt aangemoedigd, begrijp ik eerlijk gezegd niet goed. 

Gelijkheidstool?

Een ander argument dat geregeld van stal wordt gehaald om het gebruik van ChatGPT te verdedigen, is dat het een tool betreft die tot meer gelijkheid voert. Is dat overtuigend? Ik denk het niet. Stel dat je een aantal jaar geleden aan mensen had gevraagd een goed voorbeeld te geven van ‘fraude in de onderwijscontext’. Wis en zeker zou er naar de situatie verwezen worden waarbij de leerling het huiswerk door een ander (vb. de ouders) laat maken.

(Lees verder onder de preview.)

Welnu, dit is precies wat ChatGPT doet: de computer doet (een deel van) het werk van de leerling. Als we afkeuren dat een ouder de taak van de leerling overneemt, waarom zouden we plots het gebruik van ChatGPT omarmen en zelfs stimuleren? De reden dat vroeger niet iedereen een hulpvaardige ouder had, en dat nu zo goed als iedereen over een hulpvaardige computervriend beschikt die zoals de spreekwoordelijke ouder functioneert, klinkt goed, maar het verdoezelt waarover het echt gaat, namelijk een egalisering van fraude.

Als je iets zelf doet, dan begrijp je ook beter hoe en waarom iets werkt. Wie echter ChatGPT gebruikt, zegt eigenlijk voortdurend: ‘Ik kan het niet alleen en heb mijn computervriendje nodig.’ Nu is dat uiteraard niet altijd en overal problematisch (AI is al een groot deel van ons leven), maar in de context van het onderwijs moet men toch echt wel rekening houden met de mogelijkheid dat ChatGPT de leercapaciteit van leerlingen/studenten ondermijnt. AI gebruiken om bijvoorbeeld snel de weg te vinden, is nog iets anders dan zich op AI verlaten om een paper te ‘optimaliseren’ die net een proeve hoort te zijn van de unieke vaardigheden en kwaliteiten die nodig zijn om een Bachelor, Master of Doctor te zijn.

De vaardigheid van het ‘goed kunnen omgaan met ChatGPT’ is een weinig verheffende vaardigheid, maar eerder een kwestie van weten hoe ver je precies mag gaan in het gebruik van AI om maar niet door de officiële richtlijnen van de onderwijsinstelling te worden betrapt op een ‘strafbaar gebruik’ van AI.

Maar we kunnen het toch niet tegenhouden?

Ook het argument dat ‘Je het gewoon niet kan tegenhouden’ is geen valide argument, net zoals het argument dat ChatGPT sowieso al wordt gebruikt (ook in andere contexten dan de onderwijscontext) en dat het gebruik ervan maar moeilijk kan getraceerd worden, geen argument is om het dan maar toe te laten. Ja, sommige bestuurders stoppen niet wanneer het verkeerslicht op rood springt, en ja we kunnen niet al de overtreders opsporen, maar daarom geven we de regel niet op. Zoals Leo Tolstoj het stelt: “Wrong does not cease to be wrong because the majority share in it.”

Het doet me denken aan hoe het dopinggebruik een tijdlang schering en inslag was in de wielersport. Ook toen gingen er stemmen op om het dan maar gewoon toe te laten. Als iedereen het gebruikt, dan hebben we toch ook een ‘faire’ wedstrijd? Vandaar dat werd betoogd dat Lance Armstrong (die tussen 1999 en 2005 zeven keer op rij de Ronde van Frankrijk won) nog steeds gewoon de beste was. Hij won zijn vele koersen immers op een moment dat vele renners uit het peloton doping gebruikten. Deze overwinningen werden hem echter naderhand afgenomen omdat het gebruik van doping nu eenmaal bedrog is.

Dat de doping uiteindelijk betere atleten (en daardoor ook meer spannende koersen) oplevert, is geen reden om het dan maar toe te laten. Vergelijkbaar is het met de student die zich op ChatGPT beroept. Ja, diens papers zijn beter, maar het zijn niet langer zijn papers. De docent leest niet het originele werk van de student, maar het ‘gepimpte’ werk dat deels door ChatGPT werd opgeleverd.

Maar, is het eigenlijk wel fraude als de student aangeeft dat hij inderdaad ChatGPT heeft gebruikt? De vraag stellen is ze beantwoorden. Stel je een vrouw voor die een tijdlang heeft gechat met een man die zijn amoureuze en poëtische berichtjes telkens door ChatGPT liet ‘optimaliseren’, en dan, bij de eerste date, vaststelt dat de man in kwestie helemaal niet zo’n ‘taalvirtuoos’ is. De vrouw zal de man als een fraudeur wegzetten want hij pretendeert iets te zijn wat hij niet is. Had de man vanaf het prille begin gezegd dat zijn tekstjes door ChatGPT gepimpt waren, dan had ze hem wellicht nooit een kans gegeven. Ze wil immers lezen wat de man écht voelt en denkt. Ze wil weten tot wat hij in staat is en niet tot wat hij in staat is als hij zich bedient van een voor iedereen beschikbaar ‘computervriendje’ dat hem influistert wat hij haar best schrijft.

Stel echter dat de man in kwestie een gedicht van Pablo Neruda had gebruikt om haar zijn liefde te verklaren. De kans is groot dat de dame dit net zal appreciëren. Het is een teken van liefde dat hij zich de moeite getroostte om gedichten voor haar te zoeken. Dat is dus helemaal anders dan de man die zichzelf als een soort dichter voordoet. Mutatis mutandis voor wat betreft de student. Een paper (een liefdesbrief) schrijf je zelf en je gaat zelf op zoek naar literatuur (Neruda) om je paper inhoud te geven. Je geeft ook aan dat bepaalde gedachten niet van jou zijn (je maakt je bronnen kenbaar, zoals je aangeeft dat het gedicht van Neruda is). Een paper laat je niet door iemand/iets anders schrijven – ook niet als die je enkel maar duwtjes in de rug geeft. De bekentenis dat je dat toch deed, maakt de paper nog steeds niet de jouwe (het zegt alleen dat je je bewust bent van het feit dat je hebt valsgespeeld). Net zoals de vrouw de ‘ChatGPT man’ afwees, zo zou ook de docent de ‘ChatGPT student’ moeten afwijzen.

Studenten die ChatGPT gebruiken zijn als de atleten die hun wedstrijd met rugwind lopen. Wie zal ontkennen dat het lopen daardoor veel gemakkelijker is? Maar ook, wie zal na de loopwedstrijd beweren dat looptijd een goede indicatie is van de capaciteit van de loper? De tijden die werden gelopen met een teveel aan rugwind worden gewoonlijk niet gehomologeerd. Waarom homologeren we dan wel de studentenprestaties die via ChatGPT zijn opgeleverd? Nu kan worden ingebracht dat het aan de docent is om ervoor te zorgen dat de rugwind beperkt blijft.

Dat is echter niet eenvoudig. Bovendien zijn er voor de student veel manieren om de opgelegde beperking te omzeilen. Ook de suggestie om de studenten geen papers meer te laten schrijven, is vreemd. Het is alsof je van atleten vraagt om niet meer te lopen. We doen alsof we ons in de situatie van overmacht bevinden (een situatie van permanente rugwind) en putten ons uit in het verzinnen van argumenten waarom dat gebruik van ChatGPT eigenlijk zo erg niet is. Maar dat is het dus volgens mij wel.

Schrijven is de confrontatie aangaan met het lege blad en dat blad langzaam vullen na (soms vermoeiend en frustrerend) denk-,  opzoekings- en herschrijfwerk.

Ook het argument dat je als student van ChatGPT kan bijleren, is een zwaktebod. Eerder dan dat het studenten iets bijleert, leert het vooral dingen af, zoals creativiteit, opzoekwerk en autonoom denkwerk. Het stimuleert gemakzucht en haalt in die zin het leerpotentieel van de leerlingen onderuit. Toen Nick Cave erachter kwam dat zijn fans via ChatGPT liedjesteksten hadden gemaakt op basis van zijn stijl, was hij niet bepaald onder de indruk: “This song is bullshit. Nummers ontstaan uit lijden. (…) Voor zover ik weet, kunnen algoritmes niet voelen. Data lijden niet.” Hetzelfde zou de docent moeten denken wanneer hij een door ChatGPT opgeleverde paper dient te quoteren: “Papers ontstaan uit denkwerk. (…) Voor zover ik weet, kunnen algoritmes niet denken.” Schrijven is net de confrontatie aangaan met het lege blad en dat blad langzaam vullen na (soms vermoeiend en frustrerend) denk-,  opzoekings- en herschrijfwerk. Nu levert ChatGPT je voortdurend duwtjes in de rug – zit je even vast, hop “ChatGPT, los het even voor me op aub!” Het resultaat is weliswaar verbluffend, maar opnieuw: je kan dat werk eigenlijk niet claimen.

Ik begrijp dan eigenlijk ook niet zo goed hoe iemand ChatGPT kan gebruiken, zonder niet te voelen dat zijn geweten daartegen in opstand komt. Het doet me enigszins denken aan Phoebe uit de populaire Friends serie die eigenlijk helemaal niet kan zingen, maar er uiteindelijk toch in slaagt een nummer (Smelly cat) op te nemen, met bijhorende videoclip. Wanneer ze die eindelijk te zien krijgt, is ze (net als de andere luisteraars) verbaasd over hoe goed de clip en haar (duidelijk bewerkte) stem is. Achteraf zegt ze: “I sound amazing. I have never heard myself singing like that, except in my own head. Now you can hear what I hear. I am incredible talented.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een grappige, maar duidelijke vorm van iemand die ‘deluded’ is. Met ChatGPT schrijft in principe een ganse generatie van ‘deluded students (and scholars)’ perfecte papers. “Wow, ik wist niet dat ik zo’n goede papers/artikels kon schrijven.”

Maakt ChatGPT ons slimmer en beter?

Maakt het gebruik van ChatGPT de studenten uiteindelijk niet gewoon slimmer en beter? Neen; dat doet het volgens mij niet. De bollebozen hebben er vast wel iets aan, maar voor de doorsnee student is en blijft het wat het is – een compagnon de route die het studie-, denk- en schrijfwerk deels overneemt. De vaststelling dat mensen zich bijvoorbeeld voor wat betreft hun talige uitdrukkingen in toenemende mate beroepen op Artificial Intelligence vind ik ronduit zorgwekkend. Het is zoals een vogel die het vliegen uitbesteedt aan een vliegtuigje, omdat het toch wel comfortabel is om zich van een toestel te bedienen eerder dan zelf via de vleugelslag vooruit te komen. Maar, zijn vogels die niet meer kunnen/willen vliegen nog wel vogels? Zijn mensen die zich niet langer talig kunnen/willen uitdrukken, nog wel de volle (taal)wezens die ze zijn?

Nogmaals, ik weet dat ChatGPT voor veel zaken gebruikt kan worden en ik zie ook wel hier en daar de voordelen, maar ik vrees dat ChatGPT in de onderwijscontext toch vooral zal helpen om de gebreken te camoufleren, eerder dan dat het studenten werkelijk op sleeptouw zal nemen naar verdieping en verrijking. Voor de homo sapiens die het voortdurend van de taal moet hebben, is elke vaststelling in verband met kwaliteitsverlies op het niveau van de taal een ramp. Wie zich op verschraalde taal verlaat, wordt zich immers minder bewust van wat er werkelijk gebeurt en van wat het leven eigenlijk zoal aan gedachten en gevoelens kan oproepen.

Rubicon oversteken

In die zin is ook het argument dat je als student nog steeds het werk dat ChatGPT voor je doet moet bijsturen ook niet overtuigend, want als je zelf niet meer over diepe kennis en verfijnde taal beschikt, hoe kan je dan nog de output van ChatGPT evalueren en bijsturen? “Als we het schrijven van teksten overlaten aan artificiële intelligentie, verliezen we als mens die vaardigheid. We dreigen collectief dommer te worden door onze intelligentie te delegeren aan machines, die eigenlijk niet intelligent zijn.”; aan het woord is hoogleraar informatica Luc Steels in Knack. Ik onderschrijf zijn standpunt volledig.

We stellen ondertussen allemaal vast wat het scherm met de aandachtsboog van studenten doet. Waarom zou ChatGPT nu plots een godsgeschenk voor het onderwijs zijn?

Wat ChatGPT duidelijk maakt en waarmee het ons confronteert, is dat het de technologie is die de pedagogische gedachten bepaalt (vb. ‘Wat kunnen we nog van studenten verwachten?’), maar ik zou toch liever zien dat het onze pedagogische gedachten zijn die bepalen in welke mate de technologie wordt gehanteerd. Pas als we werkelijk vinden dat ChatGPT een meerwaarde is, dan laten we het heel specifiek toe voor heel specifieke taken/functies. Vinden we dat het geen meerwaarde is, dan laten we het niet toe. Zo vind ik het outsourcen van de taal een ‘no go’.

Gezien ik zelf geregeld teksten schrijf en net veel plezier ervaar uit de gedachte dat de tekst ‘mijn’ tekst is, snap ik niet hoe collega’s zonder verpinken toegeven gebruik te maken van ChatGPT om de tekst te ‘optimaliseren’. Ik heb ChatGPT nog niet gebruikt, maar als ik het ooit doe, dan zal het voor mij toch vooral aanvoelen alsof ik de Rubicon oversteek. Ik weet niet of ik daarna nog in de spiegel zal durven kijken en beweren dat ‘Ik’ deze of gene tekst heb geschreven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content