Alexander Casier

‘Laag inschrijvingsgeld is transfer van arm naar rijk: hoe kan links daar voor zijn?’

Alexander Casier Politiek Secretaris LVSV Nationaal

Het resultaat van een zeer lage individuele investering voor niet-beursstudenten valt eenvoudig samen te vatten, schrijft Alexander Cassier van LVSV: ‘Een transfer van arm naar rijk.’

Het gastcollege van Geert Bourgeois (N-VA) aan de Gentse Universiteit vorige week is alvast niet onopgemerkt voorbij gegaan; niet omwille van een uitzonderlijk retorisch talent van de Vlaamse minister-president, maar eerder door zijn antwoord op de vervelende vraag of ook hij en zijn medewerkers zouden worden onderworpen aan de besparingsoperatie van de Vlaamse regering.

Geert Bourgeois (N-VA)
Geert Bourgeois (N-VA)© Belga

Natuurlijk is het stellen van zo’n vraag, op dat moment en in die specifieke context, een uiting van populisme en een drang naar zelfprofilering, in tegenstelling tot wat mevrouw Line De Witte (PVDA) in haar opiniestuk beweert. De vraagsteller in kwestie wist immer zeer goed dat hij met die interventie een applaus van het publiek zou oogsten, en dat de minister-president in pakweg een halve minuut nooit een accuraat antwoord zou kunnen geven op die vraag.

Maar belangrijker dan de discussie over het populistische gehalte van dergelijke vragen, is de vaststelling dat het debat over de verhoging van het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs opnieuw is aangezwengeld.

In tegenstelling tot wat de titel van dit opiniestuk kan doen vermoeden, is zo’n verhoging niet in om het even welke situatie een goede zaak.

Als het bedrag dat de Vlaamse regering met een verhoogd inschrijvingsgeld uitspaart (om en bij de 80 miljoen euro), wordt gebruikt om hier en daar een gat in de begroting te dichten, lost een verhoging ten gronde niets op.

Als dat geld wordt aangewend om de Vlaamse bureaucratie alleen maar te laten uitdijen (op dat vlak is de Vlaamse overheid in hetzelfde bedje ziek als de federale), dan is een verhoging evenzeer een slecht idee, dat terecht wordt bestreden door zowat alle betrokken actoren.

Lastenverlaging op lage lonen

Onder één duidelijke voorwaarde zou een verhoging van het inschrijvingsgeld immers een zeer positief effect hebben: als die besparing van €80 miljoen tot de laatste cent wordt gebruikt voor een lastenverlaging op de lage lonen.

Het is een veelgemaakte fout om overheidsbeleid te evalueren aan de hand van haar intenties, en niet van haar resultaten, zei de Amerikaanse econoom Milton Friedman ooit. De intentie van een lage individuele investering in het hoger onderwijs, is om de toegang niet afhankelijk te maken van de financiële situatie van iemands ouders. Daarom bestaat er ook zoiets als het beurssysteem, waardoor jongeren die het financieel echt niet aankunnen, geen euro zelf hoeven te investeren in hun studies.

Voor niet-beursstudenten ligt het inschrijvingsgeld tot nader order op €620 per jaar, en ik beweer niet dat elke jongere (of zijn/haar ouders) dat zonder enige moeite kan financieren. Voor wie twee ouders heeft die allebei het minimumloon verdienen, vormt €620 geen lichtzinnige uitgave.

'Laag inschrijvingsgeld is transfer van arm naar rijk: hoe kan links daar voor zijn?'
© Belga

Dat er aan onze fiscaliteit echter perverse effecten zijn verbonden, is geen nieuws. Het percentage aan belastingen en premies die vandaag bijvoorbeeld worden geheven op wie fulltime werkt voor een minimumloon, ligt op ongeveer 13%. Ironisch genoeg worden met dat geld ook de studies van kinderen van advocaten of dokters gefinancierd, mensen die – in normale omstandigheden – moeiteloos duizend euro (of meer) kunnen investeren in de studies van hun zo(o)n(en en/of dochter(s).

Transfer van arm naar rijk

Bovendien tonen de statistieken aan dat jongeren met hoger geschoolde ouders vaker instromen in het hoger onderwijs dan kinderen van arbeiders en bedienden, ondanks de lage individuele investering die in ons land wordt gevraagd aan studenten. We kunnen dat misschien betreuren, maar het is een eenvoudige realiteit, en vooralsnog kunnen we kinderen van lager geschoolden niet dwingen om hogere studies aan te vatten.

Dat brengt een dubbele perversiteit met zich mee: in gezinnen waar jongeren op hun achttiende instromen op de arbeidsmarkt (statistisch gezien dus vaker kinderen van lager geschoolden) betalen zowel de ouders áls de jongeren (vanaf het moment dat ze een job hebben) mee voor de studies van dokters- en advocatenkinderen.

Laag inschrijvingsgeld is transfer van arm naar rijk: hoe kan links daar voor zijn?

Het resultaat van een zeer lage individuele investering voor niet-beursstudenten valt dus eenvoudig samen te vatten: een transfer van arm naar rijk. Hoe kunnen PVDA en haar jongerenbeweging COMAC, samen met allerlei linkse organisaties, zich achter dat idee scharen?

Om een niet-verhoging (of zelfs een verlaging?) van de individuele investering in het hoger onderwijs te financieren, haalt mevrouw De Witte in haar opiniestuk het traditionele PVDA-discours boven. Haal het geld bij die mensen die tienduizenden anderen tewerk stellen (waardoor miljarden euro’s en dollars aan koopkracht in de economie worden gepompt), zoals Bernard Arnault. Die kunnen het zich toch ruimschoots veroorloven. Als die oproep op een bepaalde manier een pleidooi zou zijn voor een vlaktaks, waarbij de inkomsten van zowel superrijken als van mensen die voor het minimumloon werken aan hetzelfde percentage worden belast, dan zou ik dat initiatief meteen steunen. Al vrees ik dat dat geen deel uitmaakt van de oproep die mevrouw De Witte wilde lanceren.

Bernard Arnault tijdens een recent bezoek aan de Franse president.
Bernard Arnault tijdens een recent bezoek aan de Franse president.© reuters

Ironisch genoeg is Arnault Frankrijk net ontvlucht omwille van een rijkentaks, zo’n belasting die heel wat linkse organisaties ook bij ons voorstellen. Van zodra het idee hier ernstig wordt overwogen, zal de rijkste man van Europa wellicht sneller vertrekken dan hij arriveerde, en in zijn kielzog een behoorlijk aantal superrijken. Dan blijven er van hun inkomsten ook geen cent meer over om te belasten. Dat zal niet tot minder armoede leiden in Vlaanderen of België, maar tot minder rijkdom. Wie is daar ten gronde mee geholpen? En belangrijker: wie zal er op termijn nog overblijven om de investeringen in ons onderwijs te financieren , waardoor ruim 90% van de kostprijs van een jaar studeren door de gemeenschap kan worden gedragen?

Behalve het electoraat van partijen en organisaties die vandaag zo vurig een rijkentaks bepleiten, wellicht niemand. Een door en door simplistische slagzin als ‘Haal het geld waar het zit’, daar zei Urbanus ooit over dat het ook de slogan is van de maffia. Wat niet al lachend kan worden gezegd, is de waarheid niet.

Een individuele investering van €1.000 per jaar voor niet-beursstudenten, nog geen 8,5% van wat een jaar hoger onderwijs kost, is helemaal geen onhaalbaar percentage in het openbaar onderwijs, zeker niet als daar gerichte lastenverlagingen tegenover staan. Wie dat niet kan erkennen, staat behoorlijk ver van de realiteit in Europa en elders in de wereld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content