‘Werken moet meer lonen’, hoe wil de CD&V dat realiseren?

Sammy Mahdi (CD&V).
Ewald Pironet

Alle politieke partijen zijn het er over eens: het verschil tussen werken en niet-werken moet groter worden. Maar hoe kan dat concreet? Knack vroeg het aan de Vlaamse partijen en geeft vandaag het antwoord van de CD&V, aangevuld met bedenkingen van professoren Stijn Baert (UGent) en Wim Van Lancker (KU Leuven): ‘Menen ze dat echt?’

Lees hier ons volledige dossier: ‘Werken moet meer lonen’

Elke politieke partij hamert er tegenwoordig op: werken moet meer opleveren in de portemonnee, het verschil tussen mensen die werken en mensen die niet werken moet financieel groter worden. Dat klinkt velen aantrekkelijk in de oren, alleen vertellen de politici er haast nooit bij hoe dat concreet moet gebeuren. Knack vroeg het aan de woordvoerders van de zeven Vlaamse politieke partijen: welke financiële prikkels moeten het verschil tussen werken en niet werken groter maken?

De Vlaamse partijen bezorgden Knack na enige bedenktijd hun antwoorden, die we hierbij onverkort geven. We legden alle antwoorden ook voor aan arbeidsmarktexpert Stijn Baert (UGent) en socioloog Wim Van Lancker (KU Leuven). De voorbije dagen kon u al de antwoorden van de Open VLD, Groen en de N-VA lezen, vandaag is het de beurt aan de CD&V.

‘Hieronder kan je ons antwoord vinden op de vraag hoe CD&V de kloof tussen werken en niet-werken wilt vergroten.

– Lagere lasten op arbeid aan de hand van de fiscale hervorming van Vincent Van Peteghem. De totale fiscale blauwdruk voorziet in 1300 tot 5400 euro minder belasting op het loon van werknemers op jaarbasis.

– Onze partij wil nog deze legislatuur een eerste stap in de uitwerking van de fiscale hervorming. Daarin trekken we de belastingvrije som op, goed voor 835 euro extra loon op jaarbasis voor wie werkt. Voor alleenstaanden kan dit zelfs oplopen tot meer dan 1500 euro extra per jaar. We willen ook dat werknemers minder snel in de hoogste belastingschijf van 50 procent terechtkomen. Vandaag betalen werkende mensen al vanaf 2500 euro netto per maand een tarief van 50 procent belastingen. Met onze voorstellen willen we dat werknemers pas vanaf 60.000 euro in de hoogste belastingschijf vallen, goed voor een netto-voordeel van ongeveer 700 euro per jaar per werkende mens.

– Uitkeringen mogen nooit sneller stijgen dan lonen zodat het financieel interessanter is om te werken dan in de werkloosheid te blijven: een rechtstreekse koppeling tussen het verhogen van de uitkeringen en het verhogen van de lonen zodat de welvaartsenveloppe of andere vormen van verhogingen van uitkeringen er niet voor zorgen dat uitkeringen sneller stijgen dan een loon. Voor CD&V moet het optrekken van een aantal uitkeringen, om ze boven de armoedegrens te brengen, ook gepaard gaan met een hoger minimumloon.

– De werkloosheidsuitkeringen moeten sneller dalen en beperkt worden in de tijd. De financiële prikkels voor werklozen moeten voldoende groot en helder zijn: de werkloosheidsuitkeringen moeten sneller dalen en op minder momenten. Na 24 maanden, of 36 indien je een loopbaan van 20 jaar hebt, moet een werkloze een uitkering net boven het leefloon ontvangen. We beperken de werkloosheidsuitkering tot 36 maanden voor wie geen 20 jaar anciënniteit kan voorleggen. Voor wie langer dan 20 jaar gewerkt heeft, wordt deze beperkt tot 48 maanden. 55-plussers die langer dan 20 jaar gewerkt hebben, krijgen een uitzondering op deze beperking. Wie werkloos is, en het Nederlands niet wenst te leren, kan geen beroep doen op een werkloosheidsuitkering.

– Wie werkt, en wie ook langer werkt, moet daarvoor beloond worden in zijn pensioen. In het kader van de pensioenhervorming moet de regering verder werk maken van de invoering van een pensioenbonus voor wie langer werkt.

– Sociale voordelen worden nog te vaak toegewezen op basis van het statuut van de begunstigde. Er moet verder werk gemaakt worden van de toekenning van sociale voordelen op basis van het inkomen. Zo voorkomen we een werkloosheidsval.’

Bedenkingen van Stijn Baert (UGent) en Wim Van Lancker:

Stijn Baert: ‘Wat me opvalt is dat de CD&V niet alleen het fiscale hervormingsplan van minister Vincent Van Peteghem naar voren schuift, maar het ook heeft over een ‘rechtstreekse koppeling tussen het verhogen van de uitkeringen en het verhogen van de lonen’. Dat lijkt me old school CD&V: enerzijds werken laten lonen via de fiscale hervorming, anderzijds uitkeringen navenant optrekken. Als je beide rechtstreeks koppelt, zoals de CD&V voorstelt, blijft het verschil tussen werken en niet werken natuurlijk hetzelfde. Ik ben benieuwd wat Van Peteghem daarvan vindt.

Wim Van Lancker: Het fiscaal hervormingsplan van Van Peteghem wordt door vriend en vijand als een serieuze oefening aangezien, maar het valt me op dat de CD&V daar in haar antwoord nauwelijks iets mee doet. Ze leggen nogal de nadruk op de werkloosheidsuitkeringen die ‘sneller dalen en beperkt worden in de tijd’. Zo ondergraaf je wel het verzekeringsprincipe van onze sociale zekerheid en maak je van de werkloosheidsuitkeringen een soort semi-bijstand. Dat verbaast me van de CD&V.

De CD&V zegt ook: ‘Na 24 maanden, of 36 indien je een loopbaan van 20 jaar hebt, moet een werkloze een uitkering net boven het leefloon ontvangen’. Excuseer, maar dat is nu al het geval. Weet de CD&V dat niet? Wat ik helemaal vreemd vind, is dat ze schrijven: ‘Wie werkloos is, en het Nederlands niet wenst te leren, kan geen beroep doen op een werkloosheidsuitkering.’ Menen ze dat echt? Gaan ze taalvoorwaarden opleggen voor een sociale verzekering? En dat je voor die sociale verzekering, de werkloosheidsuitkering, een bijdrage hebt betaald, telt niet meer mee? Echt, CD&V?

Baert: Ook opmerkelijk is dat de CD&V het optrekken van een aantal uitkeringen wil laten ‘gepaard gaan met een hoger minimumloon’. Dat is plots een totaal ander recept om werken meer te laten lonen. Een recept dat mijns inziens niet werkt, want als de minimumlonen verhogen, verhogen de brutoloonkosten voor de baas en dat is allerminst gunstig voor de banencreatie.

Ik lees ook dat ze wie langer werkt willen belonen in zijn pensioen en daarom de pensioenbonus opnieuw willen invoeren. Dat lijkt me een heilloos pad. Het werd in 2019 al afgevoerd omdat het volgens een evaluatie van het Planbureau amper activeerde en dus meer kostte dan opleverde. Vreemd, heel vreemd.

Partner Content