Nienke De Graeff

‘Zorgvuldige argumentatie is noodzakelijke voorwaarde voor een goed abortusdebat’

Nienke De Graeff Assistent professor bio-ethiek LUMC
Lien De Proost Onderzoeker medische ethiek LUMC/KU Leuven

‘In een abortusdebat mogen alle standpunten hoorbaar zijn, en moet gediscussieerd worden. Maar dat kan enkel wanneer er naast standpunten ook aandacht is voor de argumentatie en gedegen afweging van waarden die tot die standpunten leiden’, schrijven Lien De Proost en Nienke De Graeff.

Op 26 april verscheen er op de website van Knack een open brief waarin stelling werd genomen tegen verdere versoepeling van de abortuswetgeving, zoals die wordt aanbevolen in de “Studie en evaluatie van de abortuswet en -praktijk in België”. De brief, ondertekend door meer dan 100 personen, waaronder vooraanstaande academici en politici, benoemt twee standpunten: onbegrip voor ‘de benadering van het ongeboren leven’ en de disbalans tussen de bescherming van de foetus en de (lichamelijke) zelfbeschikking van de zwangere vrouw bij een versoepeling van de abortuswetgeving:

“Onverminderd onze uiteenlopende mens- en maatschappijvisies, zijn wij niettemin bekommerd om de benadering van het ongeboren leven die in het Rapport naar voren komt. Wij zijn in het bijzonder van oordeel dat een verdere versoepeling van de abortusprocedure, overeenkomstig de aanbevelingen van het Comité (…), niet langer overeenstemt met de door de Wetgever na te streven balans tussen enerzijds de bescherming van het ongeboren leven en anderzijds de (lichamelijke) zelfbeschikking van de zwangere vrouw.”

Los van het feit dat de lezer het oneens kan zijn met bovenstaande standpunten, mist er iets belangrijks in deze brief: er is een gebrek aan conceptuele duidelijkheid, en de standpunten worden niet beargumenteerd.

Wat wordt bijvoorbeeld bedoeld met ‘de benadering van ongeboren leven’? En hoe verschilt ‘een juiste benadering’ hier van de als zodanig beoordeelde ‘onjuiste benadering’ in het Rapport?

Hetzelfde geldt voor het tweede standpunt; waar dient zo’n balans tussen de bescherming van de foetus en de (lichamelijke) zelfbeschikking van de vrouw op gebaseerd te zijn? En waarom zou er bij 12 weken zwangerschapsduur wél een goede balans – of toch, een betere balans zijn dan bij 18 weken zwangerschapsduur?

De brief maakt het de lezer makkelijk – en tegelijk onmogelijk – om het oneens te zijn. Maar heeft daarmee op geen enkele manier bijgedragen aan het abortusdebat.

Laat conceptuele duidelijkheid en uitgewerkte argumentatie nu net van cruciaal belang zijn in een moreel beladen debat zoals dat over zwangerschapsafbreking. Alleen als duidelijk wordt gemaakt wat met bepaalde begrippen wordt bedoeld en onderliggende argumenten worden geëxpliciteerd, kan de lezer beoordelen of deze argumenten overtuigend zijn en of de verschillende argumenten daadwerkelijk tot de getrokken conclusie leiden – en hierover mogelijk in discussie gaan.

Voor dit debat zijn concepties van ‘(ongeboren) leven’ belangrijk, ideeën over reproductieve autonomie, en visies op lichamelijke integriteit. Je hoeft geen ethicus te zijn om hier iets van te vinden – maar dit debat dient wel iedereen uit te dagen om net die stap verder te durven denken. Wat maakt van 12 weken een betere abortusgrens dan 18 weken? En waarom net is bepaalde informatie die de wetenschap ons kan geven over embryonale en foetale ontwikkeling ook moreel relevant? Hoe moeten we denken over (lichamelijke) integriteit, en hoe moeten we dan de afweging maken met de bescherming van de foetus?

In een abortusdebat mogen alle standpunten hoorbaar zijn, en moet gediscussieerd worden. Maar dat kan enkel wanneer er naast standpunten ook aandacht is voor de argumentatie en gedegen afweging van waarden die tot die standpunten leiden.

Brieven zoals deze, ondertekend door mensen met academische en politieke autoriteit, geven daarom minstens een verkeerd voorbeeld. Wij nodigen de auteurs dan ook graag uit om hun stellingen verder te onderbouwen. Debat kan niet gevoerd worden door uitsluitend standpunten te noemen, maar door te beargumenteren hoe je tot die standpunten komt.

Lien De Proost is postdoctoraal onderzoeker medische ethiek aan het LUMC/KU Leuven.

Nienke de Graeff is assistent professor bio-ethiek aan het LUMC.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content