FBI werd beloning beloofd als Clintons mail niet als ‘geheim’ zou worden aangeduid

Hillary Clinton checkt haar mail tijdens een vlucht in 2011 © REUTERS

Op een ogenblik dat WikiLeaks de interne keuken van de Clintoncampagne blootlegt, doet nu ook de FBI een duit in het zakje. Uit documenten blijkt dat de FBI van Buitenlandse Zaken te horen kreeg dat er een beloning zat aan te komen als men zich mild zou opstellen.

Zoals WikiLeaks mondjesmaat informatie lost over de Clintoncampagne, zo lost de FBI, de binnenlandse politiedienst in de VS, nog altijd materiaal over het onderzoek naar de e-mails die Hillary Clinton stuurde/ontving in de periode dat ze minister van Buitenlandse Zaken was. Ze gebruikte een privéserver en liet ongeveer de helft van haar mails uit die periode (2009 tot 2013) naderhand vernietigen.

Toen The New York Times vorig voorjaar bekendmaakte dat ze niet alleen een privémailsysteem hanteerde, maar ook een privéserver, bestond de eerste verdedigingslijn van Clinton erin dat er nooit geheim materiaal op haar server was gepasseerd. Volgens de Amerikaanse wet is het strafbaar om geheim overheidsmateriaal op een privésysteem te hebben.

Niet geheim? Een beetje geheim? Helemaal geheim?

Nu blijkt, uit documenten die de FBI vrijgeeft, dat de diensten van het ministerie van Buitenlandse Zaken in de maanden die volgden op de onthulling een robbertje hebben uitgevochten met de FBI over de kwalificaties van bepaalde mails en ten minste in een geval bereid waren in ruil iets aan te bieden.

Dat Clinton de waarheid niet sprak toen ze in eerste instantie zei dat er ‘geen’ geheim materiaal op haar server was beland, is sindsdien aangetoond. Ze sprak evenmin de waarheid toen ze later preciseerde dat het materiaal op het moment dat het op haar server terechtkwam nog niet als geheim was aangeduid.

“Van 110 e-mails in 52 e-mailkettingen is bepaald door het uitgevend agentschap dat ze geheime informatie bevatten op het moment dat ze werden verstuurd of ontvangen”, verklaarde FBI-baas James Comey hierover in juli.

Maar dat alles was niet bekend toen het parlement na de artikelenserie in de New York Times besliste een onderzoek te openen naar de mails. Men wilde zoveel mogelijk mails ter inzage, en met name ‘geheime’ mails.

Het klaarmaken en gedeeltelijk censureren van de mails werd een gezamenlijke opgave van Buitenlandse Zaken (nu onder minister John Kerry) en de FBI. Later zou de FBI zelf een onderzoek naar de mails openen.

‘Quid pro Quo’

Een groot dispuut, blijkt uit vrijgegeven FBI-materiaal, ontstond rond 300 mails inzake Benghazi. Daar waren in 2012 vier Amerikanen, onder wie de ambassadeur in Libië, bij een aanslag omgekomen. De FBI had aan een mail de aanduiding ‘geheim’ meegegeven, en het ministerie wilde dat dit veranderd zou worden, zodat geen enkele van de 300 mails als geheim zou aangeduid worden. Het ging om een e-mail uit november 2012 waarin de toenmalige vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken voor Noord-Afrika William Roebuck melding maakte van de arrestatie “van meerdere personen” in Libië die bij de aanslag in Benghazi betrokken waren, of daar toch van verdacht werden.

FBI-directeur James Comey.
FBI-directeur James Comey.© Reuters

Het kwam tot een felle discussie die aan de kant van het ministerie gevoerd werd door Patrick Kennedy, onderminister.

Een lid van de FBI, van wie de naam niet is vrijgegeven, getuigde tijdens het onderzoek dat Kennedy een “Quid pro Quo” (voor wat hoort wat) had beloofd als de FBI zich inschikkelijk zou tonen en de kwalificatie ‘geheim’ bij de mail zou laten vallen. Of Kennedy zelf de deal had opgezet, is niet duidelijk uit het getuigenis. Het is ook mogelijk dat hij inging op een voorstel van de FBI-persoon. Maar hij was in elk geval behoorlijk enthousiast over de mogelijke koehandel.

Dit kwam op tafel: als de FBI het etiket ‘geheim’ zou laten vallen, kreeg de organisatie van Buitenlandse Zaken het recht om (meer) agenten te plaatsen in landen die tot dusver verboden terrein zijn. Met name zouden er meer FBI-agenten naar Irak gestuurd kunnen worden. De FBI is in principe een binnenlandse dienst.

De FBI hield voet bij stuk, en de mail bleef als geheim aangeduid.

‘Ongelofelijk

Buitenlandse Zaken ontkende maandag dat er ooit een deal was aangeboden. Er waren, zei een woordvoerder, na het dispuut ook niet meer FBI-agenten naar Irak uitgestuurd.

Het is uiteraard niet bewezen dat Hillary Clinton zelf op de hoogte was van het gemarchandeer.

Maar Kennedy is geen politieke figuur. Hij werd onderminister onder de Republikein Condoleezza Rice in 2007, en bleef aan onder de Democraten Clinton en Kerry. Waarom besteedde hij zoveel moeite aan de kwalificatie van een mail?

Bij de Republikeinen, en bij presidentskandidaat Donald Trump, is het duidelijk: het establishment op Buitenlandse Zaken probeerde Clinton uit de wind te zetten, en waar mogelijk te beschermen.

“Dit bevat alle tekenen van een doofpotoperatie”, aldus de Republikeinse speaker Paul Ryan.

Donald Trump was nog compacter: “Ongelofelijk”.

Enkele Republikeinen hebben al het ontslag of het tijdelijk terugtreden van Kennedy geëist. De FBI-agent met wie hij onderhandelde, is niet langer in functie.

Partner Content