Hoe Benjamin Netanyahu de terroristen van Hamas in de kaart heeft gespeeld

Op 29 december 2022 wordt in de Knesset de nieuwe Israëlische regerning ingezworen. © getty images

Door de Israëlische samenleving diep te verdelen, heeft premier Benjamin Netanyahu de terroristen van Hamas in de kaart gespeeld, schrijft journalist en auteur Richard C. Schneider in Der Spiegel.

De pogromachtige slachting van Israëlische burgers door de extremistische Palestijnse organisatie Hamas van afgelopen zaterdag is uniek in de geschiedenis van het land. De verantwoordelijkheid voor het bloedbad ligt volledig bij de Palestijnse terroristen. Maar dat Israël zich nu in dergelijke situatie bevindt, namelijk verzwakt, verrast, aangevallen, heeft veel te maken met het beleid van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu.

Netanyahu is een duidelijke tegenstander van een tweestatenoplossing. Voor hem staan veiligheidsoverwegingen voorop. Hij is ervan overtuigd dat een Palestijnse staat naast Israël een bedreiging zou vormen voor de Joodse staat. Daarom wil hij de bezette Westelijke Jordaanoever behouden.

Daarmee deelt hij een doel met de ideologische kolonistenbeweging. Ook die wil het grondgebied behouden, maar om theologische redenen: omdat het deel uitmaakt van het land dat God aan de Joden heeft beloofd. Die redenen interesseren Netanyahu dan weer minder. Toch steunt hij de kolonisten al sinds het begin van zijn politieke carrière. Netanyahu is ervan overtuigd dat Israël, dat klein en zeer smal is op de kaart, de Westelijke Jordaanoever nodig heeft om strategische, ruimtelijke ‘diepte’ te hebben in geval van een mogelijke aanval van buitenaf.

Onofficiële annexatie

Netanyahu weet dat de VS en veel andere landen een officiële annexatie van de Westelijke Jordaanoever niet zouden accepteren, dus liet hij het onofficieel gebeuren. De kolonisten kregen geld, bleven bouwen en officieel veranderde er niets aan de wettelijke status van de Westelijke Jordaanoever. De premier was niet geïnteresseerd in de eisen van de Palestijnen. Af en toe gebeurde er een uitbarsting van geweld op de Westelijke Jordaanoever, om de paar jaar een kleine oorlog met Gaza – tot nu toe zag Netanyahu het als iets om mee te leven. Zijn overtuiging was dat Israël weg kon komen met het ‘managen’ van de situatie. Vrede was hoe dan ook onmogelijk. Er was geen partner voor vrede aan Palestijnse zijde, tenminste geen politicus die namens het hele Palestijnse volk kon spreken – en daarin had hij geen ongelijk.

Tegelijkertijd voerde hij een beleid van ‘divide et impera’, verdeel en heers. Hij verwelkomde de verdeling van de Palestijnen in twee kampen: met aan de ene kant de Palestijnse president Mahmoud Abbas op de Westelijke Jordaanoever en aan de andere kant de radicaal-islamistische Hamas in Gaza. Het leidde tot een complete patstelling in het vredesproces. Dat kwam alleen Netanyahu ten goede. Dat een volk van bijna zes miljoen mensen niet eeuwig onder bezetting gehouden kan worden, kwam niet ter sprake. Netanyahu zag geen alternatief, hij wilde er geen zien.

Zijn tweede overtuiging correleert met zijn beleid van ‘management’. 30 of 40 jaar geleden al verklaarde Netanyahu dat vrede met Arabische staten mogelijk was zonder de kwestie met de Palestijnen op te lossen.

De Abraham-akkoorden, die de relaties van Israël met Arabische staten normaliseerden, leken Netanyahu’s stelling te bevestigen. De akkoorden met de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein werden in 2020 bemiddeld door de Amerikaanse president Donald Trump. Marokko en Soedan sloten er zich bij aan.

De afgelopen weken lag de mogelijkheid tot een vredesakkoord met Saudi-Arabië binnen handbereik en Netanyahu leek op het punt te staan om te kunnen zeggen dat hij toch gelijk had gehad. Hoewel de Saudi’s grote toegevingen eisten van de premier ten op zichte van de Palestijnen, leek het dat Mohammed bin Salman, de sterke man in Riyad, ook genoegen zou hebben genomen met een paar beloften en kleine concessies aan de Palestijnen.

De Hamas-aanval van afgelopen zaterdag heeft van dat vredesakkoord verre toekomstmuziek gemaakt. Hij bewees bovendien dat Netanyahu’s beleid van crisismanagement niet werkt. De Palestijnen staan plotseling weer in het middelpunt van de belangstelling. Onmiskenbaar.

(Lees verder onder de preview)

Extreemrechts en ultrareligieus

Dat er een uitbarsting van geweld zou komen in de Palestijnse gebieden, daar hadden de inlichtingendiensten en het leger al lang voor gewaarschuwd. Na de verkiezingsoverwinning van afgelopen november, die Benjamin Netanyahu na amper anderhalf jaar weer aan de macht bracht, smeedde hij de meest extreemrechtse en ultrareligieuze coalitie in de geschiedenis van de staat Israël. Zijn regering bestaat uit ultraorthodoxe, nationaalreligieuze kolonisten en politici van zijn eigen Likoed-partij, van wie de meesten zijn rechts-populisme aanhangen.

De belangrijkste taak die Netanyahu zichzelf in januari stelde, was het beëindigen van zijn eigen rechtszaak. Hij staat al jaren terecht als beklaagde in drie zaken van vermeende corruptie. Als hij wordt veroordeeld, kan hij een gevangenisstraf tegemoetzien. Om dat onder meer te voorkomen, probeert de regering al negen maanden een justitiehervorming door te voeren die een einde zou maken aan de democratische scheiding der machten. Daardoor zou Netanyahu zijn proces onmiddellijk kunnen beëindigen.

(Lees verder onder de preview)

Gevechtscapaciteit

Maar het plan verdeelde de Israëlische samenleving. Er vormde zich massaal verzet. Demonstraties en protesten waren al maanden aan de gang. De economie begon af te brokkelen, maar ook de veiligheid van het land verslechtte. Almaar meer reservisten kondigden aan dat ze hun vrijwillige dienst niet langer wilden vervullen, uit protest tegen de regeringsplannen. Onder die reservisten waren veel gevechtspiloten. De generale staf, de minister van Defensie, allemaal waarschuwden ze Netanyahu voor de gevolgen.

(Lees verder onder de preview)

Niet alleen begon de gevechtscapaciteit van het leger eronder te lijden. Erger nog, Israëls vijanden hielden nauwlettend in de gaten hoe het zichzelf als land ontmantelde. De kans dat iemand in de buurt van Israël misbruik zou maken van die situatie, was groot. Dat was precies wat het leger had gevreesd.

De desinteresse van Netanyahu werd begin juli duidelijk, toen Herzl Halevi, chef van de generale staf van het Israëlische leger, kort voor de goedkeuring van een eerste wetsvoorstel voor de justitiehervorming, zijn premier in de Knesset had opgeroepen om hem in te lichten over de veiligheidssituatie. Netanyahu weigerde met Halevi te praten voor de stemming over de wet zou plaatsvinden.

Persoonlijk belang

Netanyahu leek meer bekommerd om zijn eigen welzijn, dan om dat van het land en zijn burgers. En om aan de macht te blijven, om ooit zijn proces te kunnen afmaken, gaf hij zijn coalitiepartners alles wat ze eisten. Ze hadden hem in de palm van hun hand. Vooral de extreemrechtse minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben-Gvir en minister van Financiën Bezalel Smotrich. Die laatste geeft almaar meer geld aan de kolonistenbeweging om steeds sneller nieuwe nederzettingen te bouwen om zo de annexatie van de Westelijke Jordaanoever door te drukken. Smotrich en Ben-Gvir maken geen geheim van hun plannen.

De gevolgen van dat beleid werden snel duidelijk. Er kwamen almaar meer aanvallen van Palestijnse kant en het leger trad steeds harder op. Het aantal doden aan beide kanten groeide. En zo groeide ook de macht van de radicale kolonisten, die nu wisten dat twee van hun eigen mensen in de regering zaten.

Kolonisten gingen tekeer in Palestijnse dorpen, ze drongen de Palestijnse stad Huwara binnen na een moordaanslag op Israëliërs, staken auto’s en huizen in brand en doodden een Palestijn. Smotrich eiste toen dat Huwara zou worden weggevaagd. Hij moest zijn verklaring intrekken, maar andere extremistische parlementsleden uitten soortgelijke standpunten.

Verplaatsing van het leger

Vanwege de gespannen situatie stationeerde het leger steeds meer bataljons op de Westelijke Jordaanoever – inclusief troepen die normaal gesproken aan de grens met Gaza staan. Een fatale vergissing. En, volgens Israëlische commentatoren, een teken dat deze regering meer geeft om de kolonisten die wild rondlopen in de bezette gebieden, dan om de burgers in het hart van Israël: die in de dorpen en kibboetsen rond de Gazastrook. Geen wonder dat veel Israëli’s de regering haar vijanden in de kaart heeft gespeeld: door haar rechts-nationalistische beleid, door haar onwil om compromissen te sluiten met de Palestijnen, door de justitiehervorming die de samenleving verdeelde, en door de verzwakking van het leger. Israël heeft zijn veiligheid en afschrikwekkende kracht verspeeld.

Het land zal nu aan beide kanten moeten herstellen. Er wordt gesproken over een grote oorlog. 300.000 reservisten zijn opgeroepen, een recordaantal. Natuurlijk zijn daar mensen bij die tegen de justitiële hervorming hebben geprotesteerd. Het land moet nu eenmaal verdedigd worden. Koste wat het kost. Want zo’n massamoord op Joden mag nooit meer gebeuren, zeker niet in hun eigen land.

Hoe het volk Netanyahu en zijn regering zal beoordelen, valt nog te bezien. Na de oorlog. Of ten laatste bij de volgende verkiezingen.

Partner Content