Hoe Benjamin Netanyahu het land naar zijn hand zette: ‘Israël wil geen sjalom meer’

Netanyahu vs. Gantz. 'Zijn mogelijke exit zal niet plots tot vredesgesprekken leiden.' © Reuters
Simon Demeulemeester

Vier verkiezingen in twee jaar tijd, premier Benjamin Netanyahu staat terecht in drie corruptiezaken en vrede met de Palestijnen is verder af dan ooit. Wat is er gaande in ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’?

Wanneer de Israëli’s op 23 maart naar de stembus gaan, zal dat de vierde keer zijn in twee jaar tijd. Vorig jaar, op 17 mei 2020, kreeg het vijfde kabinet onder leiding van Benjamin Netanyahu (Likoed) het vertrouwen in de Knesset, het Israëlische parlement. De formatie was in december 2018 begonnen en er waren drie verkiezingen en niet minder dan acht partijen voor nodig. Een primeur. Even zag het ernaar uit dat niet Netanyahu maar wel Benny Gantz (Blauw en Wit) premier zou worden. Netanyahu is intussen vijftien jaar premier: een eerste keer van 1996 tot 1999, en nadien onafgebroken sinds 2009.

Netanyahu en zijn Likoedpartij liggen voorop in de peilingen, maar er hangen donkere wolken boven zijn hoofd. Met name case 1000, case 2000 en case 4000: drie corruptiezaken waarin de aanklachten draaien rond omkoping, fraude en misbruik van vertrouwen. Van oorsprong was Netanyahu een rechts-conservatieve liberaal, maar mettertijd is hij opgeschoven naar een ultrarechts, etnonationalistisch discours en beleid waarin minderheden, het gerechtelijk apparaat, het middenveld en de media het moeten ontgelden als ‘vijanden van het volk’. Dat die politieke lijn het vredesproces met de Palestijnen geen goed heeft gedaan, is een understatement.

Premier Netanyahu wil de Shoah herschrijven.

Brigitte Herremans (UGent)

Het waren altijd de grote supporters van de staat Israël die het land de ‘enige democratie in het Midden-Oosten’ noemden. Ook critici moesten toegeven dat het fors democratischer was dan de Arabische buurlanden. Beide kampen zijn de laatste jaren op één punt naar elkaar toegeschoven: allemaal wijzen ze erop dat de liberale democratie er in haar voegen kraakt. Hans Knoop, journalist en woordvoerder van het Forum der Joodse Organisaties, schreef zo’n drie jaar geleden in Joods Actueel, bepaald geen Israëlkritische publicatie, dat Israël nog steeds een democratie is maar dat de rechtsstaat er onder druk staat. Wanneer Knack hem om toelichting vraagt, wil Knoop eerst benadrukken dat hij in eigen naam spreekt. ‘Ik noem Israël zonder voorbehoud een goed functionerende democratie, zij het dat tendensen erop wijzen dat men afscheid neemt van de basisprincipes van de rechtsstaat. Justitie werkt er nog voorbeeldig, kijk maar naar de corruptieprocessen. En je hebt onafhankelijke media die Netanyahu’s corruptie blootleggen. Maar Netanyahu benoemt rechters die hem gunstig gezind zijn, en bij de laatste verkiezingen liet hij langs de ring rond Tel Aviv, de drukste weg van het land, grote billboards plaatsen met daarop foto’s van onderzoeksjournalisten die zijn schandalen hebben bovengespit en de slogan: “Vijanden van het volk”. In Israël beleeft men de meest basale vorm van democratie: de meerderheid beslist. Een ruwe interpretatie. De minderheid heeft ook bescherming nodig. Daar is men niet altijd van doordrongen in Israël.’

‘Ernstige gebreken’

Avraham Burg is het daarmee eens. ‘Een liberale democratie beschermt de minderheid tegen de dictatuur van de meerderheid. In Washington, Boedapest en Jeruzalem zie je dat er een cesuur komt tussen de twee. Met Netanyahu evolueert Israël naar een illiberale democratie.’ Burgs kritiek is niet vrijblijvend. De man is zionistische aristocratie: hij was luitenant bij het Israëlische leger, adviseur van de Israëlische premier Shimon Peres, parlementslid, parlementsvoorzitter en twintig dagen interim-president van Israël. Bovendien was hij voorzitter van grote internationale organisaties als Jewish Agency en de World Zionist Organization. In 2008 publiceerde hij De Holocaust is voorbij. Afrekenen met Hitlers erfenis, een vlijmscherpe aanklacht tegen toenemend nationalisme en geweld in en van Israël. ‘We verdienen felicitaties voor ons Hooggerechtshof en ons levendige politieke systeem. We kunnen geen regering vormen, maar erg veel mensen stemmen en iedereen kan zich verkiesbaar stellen, van Arabische nationalisten tot ultraorthodoxe zionisten. En je kunt je mening uiten. Dat is veel. Maar het is niet genoeg. We verdienen om verschillende reden de strengste veroordelingen.’

Martin Konecny benadrukt dat je de staat van de Israëlische democratie niet alleen kunt opmaken bínnen de grenzen van het land. ‘Voor zijn 8,7 miljoen burgers is het een democratie met ernstige gebreken’, zegt de directeur van The European Middle East Project (EuMEP), die in Brussel ijvert voor een rechtvaardig Europees beleid inzake het Israëlisch-Palestijns conflict. ‘Kijk je naar wat Israël doet op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza, dan is het voor 5 miljoen mensen een autoritair, onderdrukkend regime. Je moet beide kunnen zien.’ Konecny waarschuwt voor simplificaties. ‘Democratie is te vaak een term die alles verschoont. Dat vervuilt het debat. Alsof een land niets slecht kan doen omdat het verkiezingen organiseert. Denk aan de vervolging van de native Americans, of aan het akelige beleid van India in Kashmir: allemaal het werk van democratieën. Zij kunnen dezelfde misdaden begaan als autoritaire landen.’

Het conflict met de Palestijnen gaat minstens terug tot 1948, toen de staat Israël onafhankelijk werd. Sinds wanneer kreeg de liberale democratie het moeilijk? Dahlia Scheindlin, experte Israëlische politiek en opinieonderzoek, schreef in 2019 in een uitvoerig artikel voor de progressieve denktank The Century Foundation dat ‘Israël het afgelopen decennium is herschapen door een trage erosie van democratische principes’. Dat valt nagenoeg samen met het tijdperk-Netanyahu. Toch benadrukt ze dat de eerste illiberale tendensen al werden ingezet tijdens de eerste decennia van de staat Israël. Scheindlin situeert de eerste golf van echt illiberale wetgeving tussen 2009 en 2013. Ze wijst op de Boycot Law (die oproepen tot een boycot van de staat Israël illegaal maakt) en de Nakba-wet. Nakba of ‘De Ramp’ (1947-1949) is de Palestijnse benaming voor de verdrijving van 750.000 Palestijnen door zionistische milities en het Israëlische leger uit het toenmalige mandaatgebied Palestina en de daarmee gepaard gaande massamoorden en vernieling van zo’n 500 Palestijnse dorpen. Door die wet verliezen ngo’s die de gebeurtenis herdenken hun fondsen.

Mentale controle

Dat de Israëlische staat controle wil over wat mensen denken, blijkt uit de Loyauteit-wet, waardoor subsidies voor organisaties afhangen van het feit of ze al dan niet ideeën uitdragen die loyaal zijn aan de staat. In 2017 werd mensen de toegang tot Israël ontzegd die openlijk een boycot tegen Israël steunen. Dat beleid heeft gezorgd voor meer intimidatie van linkse activisten op luchthavens, schrijft Scheidnlin. Een jaar eerder, in 2016, overkwam het Midden-Oostenexperte en onderzoekster aan de UGent Brigitte Herremans, hoewel zij geen boycot van Israël bepleit. Herremans begeleidde toen voor Broederlijk Delen en Pax Christi Vlaanderen een vredestocht van Vlaamse jongeren door Israël en Palestina, maar werd bij aankomst in detentie geplaatst en het land uitgezet.

De meest problematische wet, zegt Brigitte Herremans, is de Nation State Law uit 2018, die bepaalt dat Israël de natiestaat van het Joodse volk is. ‘Tussen de regels lees je: wie geen Jood is, wordt hoogstens getolereerd in Israël. Dat is het etnonationalisme van Netanyahu en politici zoals Naftali Bennet, die het Joodse karakter van Israël benadrukken ten nadele van niet-Joodse burgers.’ Burg is fel tegenstander van de wet. Hij liet begin dit jaar weten dat hij zijn registratie als Jood liet schrappen uit het bevolkingsregister.

Knoop vindt de kritiek op de wet overroepen. ‘Ik vind hem vooral onnodig provocerend. Het is opportunisme. Netanyahu hoopt ermee de steun te krijgen van radicaal-rechtse religieuze partijen. Het toont dat het land steeds meer uit het midden verdwijnt. Het klinkt gek, maar de potentiële partners van Netanyahu vandaag, nou, daarmee vergeleken is Likoed bijna links. Hij is nu zelfs een lijstverbinding aangegaan met een partij bestaande uit mensen die vroeger lid waren van een inmiddels verboden partij die terroristische aanslagen op Arabieren pleegde.’

NETANYAHU op een hoorzitting in februari. 'Hij is zo bezig met zichzelf dat hij Israël kan meesleuren.'
NETANYAHU op een hoorzitting in februari. ‘Hij is zo bezig met zichzelf dat hij Israël kan meesleuren.’© AFP

Extreemrechts

De doorbraak van extreemrechts in Israël situeert Herremans in 2000, na de Tweede Intifada. ‘Dat is een radicaliseringspunt geweest. Ik studeerde toen in Israël. Voordat het terrorisme van Palestijnse groepen opflakkerde, nam ik bijvoorbeeld Israëlische medestudenten mee op café in Ramallah. Na de Tweede Intifada wilden ze niet meer in de buurt van een Palestijn komen. Wij onderschatten in het Westen soms de impact van zelfmoordaanslagen op de Israëlische psyche. Veel Israëli’s zijn zo verbitterd geworden en zo racistisch omdat het openbare leven sindsdien radicaal veranderd is, en ze niet meer in contact komen met Palestijnen.’ De aanslagen hebben extremistische partijen salonfähig gemaakt, en hebben ook de weg vrijgemaakt voor extremistische figuren als Avigdor Lieberman (Israël Ons Huis), denkt Herremans. ‘Die man vertegenwoordigt de Russische en Oost-Europese instroom in Israël. Meer dan een miljoen mensen zijn het antisemitisme daar ontvlucht. Hun komst heeft Israël veranderd. Lieberman en gelijkgezinden hebben zich onder meer toegelegd op het levendige middenveld en op de sterke vakbonden, kapitaliserend op het ongenoegen over het stukgelopen vredesproces en de zelfmoordaanslagen.’

Hoe bepalend is de figuur van Netanyahu in dit alles? Burg, Knoop, en ook Scheindlin en Herremans wijzen op tendensen die al verder teruggaan. Ronny Naftaniel, van 1980 tot 2013 directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en in die hoedanigheid de bekendste pleitbezorger van Israël in Nederland, vindt dat het probleem van Israël toch vooral Netanyahu heet. ‘Hij heeft zeker ook goede dingen gedaan. Zijn coronabeleid is internationaal geprezen, met de hulp van Donald Trump heeft hij enorme voortgang gemaakt in de diplomatieke arena met de Arabische wereld, en hij voerde een vaardig economisch beleid. Dat gezegd zijnde, de Israëlische democratie vertoont rafelranden door zijn lange leiderschap en omdat hij het regeerapparaat inzet voor zichzelf. Als hij premier af is, zal hij wellicht eindigen als zijn voorganger en partijgenoot Ehud Olmert: in de cel.’

Selfietijdperk

Volgens Burg heeft Netanyahu ‘elk idee van publiek belang gecompromitteerd’. ‘Al zijn voorgangers hadden ideeën over wat goed is voor het land en het volk. Netanyahu daarentegen is een product van het selfietijdperk. Alles draait bij hem om: wat is goed voor mij?’ NRC-journalist Derk Walters, die in 2018 het boek Israël zegt geen sorry meer publiceerde, een jaar nadat zijn werkvergunning werd ingetrokken wegens te kritisch voor het regime, vindt dat het op Netanyahu’s conto te schrijven is dat Israël zich minder ging aantrekken van internationaal recht en democratische principes. ‘Netanyahu en Israël zijn gaan vinden dat ze recht hebben op wat ze doen, en dat de internationale gemeenschap daar niets over te zeggen heeft. Israël kan ook gewoon zijn gang gaan, onder Trump was dat al helemaal het geval. Het Internationaal Strafhof in Den Haag heeft recent beslist dat het oorlogsmisdaden in Israël en Palestina zal onderzoeken. Dat is het eerste barstje in een stevige verdedigingslinie van Israël.’

Netanyahu durft ver te gaan. Niet alleen tegen links of de media of rechters. Hij gaat in zee gaan met notoir antisemitische politici en gebruikt zelfs de in Israël zo gevoelige Holocaust voor eigen gewin. Knoop: ‘Viktor Orban mag een antisemitische campagne voeren tegen George Soros, en toch is de Hongaarse premier Orban zijn lichtend voorbeeld. En Netanyahu heeft amper geprotesteerd tegen de Poolse wet die het verbiedt om te zeggen dat Polen heeft meegewerkt aan de Holocaust.’ Herremans: ‘Hij wil de Shoah herschrijven en heeft zelfs geprobeerd om de leugen te verspreiden dat de grootmoefti van Palestina Adolf Hitler op het idee bracht van de Endlösung. Daar is Yad Vashem, het officiële Israëlische herdenkingscentrum van de Holocaust, meteen tegen in het verweer gegaan. Maar zelfs die organisatie is niet veilig voor Netanyahu. Hij wilde een politieke benoeming doorduwen van een racistische politicus, geen Holocaustwetenschapper.’ Hoe kan Netanyahu daarmee wegkomen? Knoop: ‘Telkens als ik in Israël kom, ben ik verbaasd over het gebrek aan historisch besef bij de gemiddelde bevolking. Wat weet een Israëlische dertiger nog over wat bijvoorbeeld de Polen hebben uitgevreten?’

Als hij premier af is, eindigt hij wellicht als zijn voorganger, Ehud Olmert: in de cel.’ Ronny Naftaniel, directeur CIDI

Apartheid?

Er is veel overeenstemming over de (minstens dreigende) erosie van de Israëlische democratie. Een splijtzwam is de rol van de bezetting van de Palestijnse gebieden daarin. Herremans: ‘Netanyahu koppelt ongelooflijk goede pr – zoals recent de coviddiplomatie, waarbij landen die Jeruzalem erkennen als Israëlische hoofdstad meer vaccins zouden krijgen – aan de machine van de bezetting: het leger, de nederzettingen, de checkpoints… Die draait vanzelf, alsof er geen conflict meer is. Israël heeft de situatie onder controle. Het hoeft de bezetting niet eens op te geven. Israël heeft geen sjalom, geen vrede meer nodig. Sheqet, stilte, is genoeg.’

‘De kritiek op de Israëlische bezettingspolitiek wortelt in democratische principes en mensenrechten. In plaats van die kritiek inhoudelijk te pareren, is men die principes gaan aanvallen en onderuithalen’, vindt Scheindlin. ‘En die politieke cultuur, het stelselmatig ondermijnen van de liberale democratie, heeft de fundamenten gelegd voor de permanente annexatie van grote delen van de Westelijke Jordaanoever. Het garandeert de blijvende politieke onderwerping van Palestijnen.’ Hans Knoop is het ermee eens dat het ongezond is voor een democratie om lang op te treden als bezettende macht. Maar zeggen dat Israël een apartheidsregime is – zoals de Israëlische ngo B’Tselem in een rapport schrijft, en wat grotendeels wordt onderschreven door onder meer Human Rights Watch (HRW) – maakt hem kwaad. ‘Dat verwerp ik, het is volstrekt infaam. Er zijn Arabische hoogleraren en Arabische artsen die Joodse patiënten behandelen en vice versa. Men gaat er fatsoenlijk met elkaar om, er zijn geen zitbanken voor Jews only. ‘ Hij geeft toe dat er in de Bezette Gebieden ongelijkheid heerst, ‘maar dat is inherent aan een bezetting. Het civiele en criminele rechtssysteem in Israël is hetzelfde voor Joden en Arabieren. Dát maakt de vergelijking met apartheid verkeerd. En het Israëlische Hooggerechtshof heeft de mogelijkheid geopend dat Palestijnen die zich benadeeld voelen door Israël bij die instantie kunnen aankloppen.’ Op de vraag of zoiets vaak gebeurt, moet hij het antwoord schuldig blijven. ‘Maar er zijn wel degelijk ontruimingen waarbij Palestijnen protest aantekenen, en veelal gebeurt dat rechtstreeks bij het Hooggerechtshof in Jeruzalem.’ Knoop benadrukt het verschil tussen maatschappelijk racisme (‘dat is er zeker wel in Israël, net zoals in elk land ter wereld’) en structureel racisme. ‘Dat is het ergste wat er bestaat. Israël voert geen structureel, racistisch beleid zoals Zuid-Afrika destijds.’

Naftaniel vindt de kwestie van de bezetting ‘een ander onderwerp’. ‘Het is heel ingewikkeld om Israël de schuld te geven van een gebrek aan democratie in de Bezette Gebieden. Israël heeft geen aandeel in hoe Palestijnen hun politiek voeren. Dat ligt aan de Palestijnse bureaucratie, nepotisme, wanbeheer, niet investeren in het eigen land… Goed, dat de bezetting niet bijdraagt tot een groter democratisch besef, geloof ik meteen.’

Volgens Konecny bestaat er weinig twijfel over dat Israël een apartheidsbeleid voert. ‘De vraag is: geldt dat alleen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza, of in heel Israël? In de Bezette Gebieden is de segregatie tussen Joden en Palestijnen duidelijk. Binnen Israël veel minder, maar er is ook forse discriminatie tegen de Palestijnse burgers van Israël. Adalah, een organisatie die de belangen van Palestijnen in Israël behartigt, zegt dat er 50 discriminerende wetten bestaan tegen Palestijnse Israëli. En dat Palestijnen bij het Hooggerechtshof terechtkunnen is klassieke Israëlmarketing. Ja, dat Hooggerechtshof vijlt de scherpe kantjes af van Netanyahu’s beleid. Maar tegelijk zijn de nederzettingen, de muur op de Westelijke Jordaanoever, de detentie van Palestijnen zonder proces en het doodschieten van betogers allemaal gelegitimeerd door het Hooggerechtshof. De muur moest eens verplaatst worden, af en toe is één nederzetting een probleem. Maar het idee van de bezetting? Dat legitimeert het Hooggerechtshof totaal. Als er een overweldigende consensus bestaat in een land én het land zit in een intens conflict, dan is het logisch dat het Hooggerechtshof daar ook in meegaat. Het wil niet worden gezien als ondermijner van de veiligheid van de staat Israël.’ Burg: ‘Ik hou het erop dat het in Israël erg gesteld is qua structureel racisme en discriminatie. Wij Israëli’s klagen dat de Verenigde Naties en het Europees Parlement en wie nog allemaal tegen ons zijn, maar uiteindelijk controleren wij de levens van 5 miljoen Palestijnen. Tegen hun wil. Wij zijn de enige democratie ter wereld die dat doet. Dat maakt ons direct en indirect verantwoordelijk voor ondemocratisch gedrag.’

Wat kunnen deze verkiezingen daaraan veranderen? Ze gaan, daar is iedereen het over eens, grotendeels over de toekomst van Benjamin Netanyahu. Naftaniel: ‘Er komt stilaan verzet tegen de monocultuur van Netanyahu, ook van rechts. Er zijn kansen voor Bennet en Gideon Sa’ar, zijn concurrenten op rechts.’ Walters denkt dat zijn voormalige medestanders bang worden voor hem. ‘Hij is zo met zichzelf bezig dat hij Israël kan meesleuren.’ Konecny ziet het somber in. ‘Het vredeskamp krimpt en krimpt. Netanyahu heeft nog altijd veel steun voor zijn beleid. Zijn exit zou spannend zijn, maar hij zal niet plots leiden tot een Israëlische regering die over vredesgesprekken begint.’

Het laatste woord is voor de Israëli in het gezelschap, Burg: ‘Op dit moment is de idee van een tweestatenoplossing dood. De vraag is dus: welke éénstaat zullen we hebben? Een staat met twee regimes, één vol privileges en één vol discriminatie? Of een staat die geen staten telt maar wel burgerrechten, en die accepteert dat tussen de Jordaan en de Middellandse Zee elk individu dezelfde rechten heeft?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content