Sonja Becq (CD&V)

‘Waarom deze pensioenhervorming niet langer uitgesteld kon worden’

Sonja Becq (CD&V) Federaal parlementslid voor CD&V.

De commissie Sociale Zaken van de Kamer boog zich gisteren voor een eerste keer over het wetsontwerp dat onder andere de pensioenleeftijd zal verhogen. Sonja Becq gaat dieper in op ‘de vaak verkeerd begrepen maatregel’, en nuanceert de directe impact ervan.

Mensen mogen zich immers niet op het verkeerde been laten zetten: de cruciale factor voor hun pensioen is nog steeds hun loopbaan, eerder dan hun leeftijd. Bovendien bouwt men gewoon voort op de beslissingen van de vorige regeringen.

Partijprogramma’s

Op 3 januari 2004 argumenteerden Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte via een open brief dat het onmogelijk was om de beste pensioenen en gezondheidszorg van de wereld te willen hebben, en tegelijkertijd de kortste loopbanen. Ze hadden gelijk. Beide ministers stelden destijds: ‘Als we willen, wordt 2004 zo een scharnierjaar waarin we op basis van een grondige beleidsvoorbereiding, beslissende maatschappelijke keuzes kunnen maken.’

‘Waarom deze pensioenhervorming niet langer uitgesteld kon worden’

We schrijven 9 oktober 2014, meer dan tien jaar na de bewuste open brief. Na intensieve onderhandelingen stellen de meerderheidspartijen hun regeerakkoord voor aan pers en publiek. Eén maatregel springt eruit in de reacties: het optrekken van de pensioenleeftijd tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030. De oppositie is scherp: geen enkel partijprogramma liet uitschijnen dat een soortgelijke maatregel zou genomen worden.

Die eerste feedback was dan ook begrijpelijk: sommigen waren geschrokken omdat ze de maatregel niet hadden zien aankomen, anderen waren angstig voor wat komen zou omdat ze de impact niet konden inschatten. Maar is de kritiek op de beslissing om de pensioenleeftijd te verhogen inhoudelijk al verder geraakt dan het feit dat de partijprogramma’s er geen melding van gemaakt hadden?

Verstrenging in continuïteit

Een volledige loopbaan bestaat uit 45 loopbaanjaren. Dat was vroeger zo en dat blijft zo. De loopbaan is de belangrijkste parameter in het pensioendebat: een volledig pensioen krijg je pas als je een volledige loopbaan hebt. Een verhoging van de loopbaanvoorwaarde tot 46 jaar zou bijvoorbeeld betekenen dat iedereen een jaar langer zou moeten werken voor hetzelfde pensioenbedrag. Die keuze hebben we duidelijk niet gemaakt. Wie dan ook beweert dat de pensioenen omlaag gaan, heeft het mis. Wie bovendien beweert dat een 18-jarige 49 jaar moet werken om een volledig pensioen te ontvangen, verspreidt foute informatie.

Zijn deze hervormingen wel nodig? Ja, dat zijn ze. In 2030 zal 24% van de bevolking ouder zijn dan 65 jaar en zullen er 3,3 miljoen gepensioneerden zijn. In datzelfde jaar zullen 2,4 mensen moeten bijdragen om het pensioen van één gepensioneerde te betalen en zullen de Belgische pensioenen 52 miljard euro kosten.

‘Wie bovendien beweert dat een 18-jarige 49 jaar moet werken om een volledig pensioen te ontvangen, verspreidt foute informatie.’

Ook de voorwaarden om vervroegd uit te treden worden verstrengd. Die evolutie werd onder de vorige regering ingezet. Deze lijn wordt nu doorgetrokken. Onder bepaalde voorwaarden kunnen mensen dus nog steeds uittreden vooraleer ze een volledige loopbaan van 45 jaar opgebouwd hebben. Niets nieuws onder de zon dus, maar de voorwaarden worden wel wat strenger: tegen 2019 wordt de norm: 63 jaar én 42 loopbaanjaren. Maar voor mensen die vroeg begonnen met werken blijft ook een extra gunstig regime bestaan voor een vervroegde uitstap: in 2019 kan je uitstappen op 60 en 61 jaar na respectievelijk 44 en 43 loopbaanjaren.

Een pensioenleeftijd van 67 jaar is dan ook niet meer dan het stellen van een grens: wie onvoldoende loopbaan opgebouwd heeft, krijgt sowieso het recht om te stoppen met werken op een bepaald moment. Is die leeftijd van 67 jaar bovendien zo onlogisch? Neen. De gemiddelde Belg treedt op zijn 22e toe tot de arbeidsmarkt. Tel daar de loopbaanvoorwaarde (van 45 jaar) bij op, en je komt aan 67.

Bovendien doorstaat deze hervorming de internationale toets. Heel wat landen gingen ons voor in de verhoging van de pensioenleeftijd: Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje, etc. De OESO pleit dan ook al langer voor een betere afstemming van de pensioenleeftijd op de levensverwachting, zoals beide gewezen ministers begin 2004 al schreven.

Een duidelijk project

De inspanning die we aan iedereen vragen om op termijn iets langer te werken is in verhouding tot het belang en het doel van deze maatregel: het behoud van een solide wettelijk pensioen voor iedereen, inclusief de volgende generaties.

Deze regering kent een periode van vijf (scharnier-)jaren zonder verkiezingen en heeft de komende jaren een duidelijk project: meer mensen langer aan werkbaar werk houden. Zo zullen de pensioen betaalbaar zijn voor zowel wie nu op pensioen is als de steeds groter worden groep die in de toekomst op pensioen gaat.

Daar mag u ons op afrekenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content