Schrijfster Saskia De Coster in het Stadspark: ‘Aarde op mijn handen is een teken van beschaving’

© Debby Termonia

Wanneer auteur Saskia De Coster gaat hardlopen, ziet ze het Stadspark van Antwerpen almaar groter worden.

Wie in de stad woont, heeft vaak geen tuin. Maar wel behoefte aan groen. Tijdens Maai Mei Niet vragen we elke week een bekende stedeling naar zijn of haar favoriete groene plek in de stad.

‘Als kind bouwde ik fanatiek kampen in het bos. Dat was een obsessie: ik tekende plannen, zaagde dode bomen in stukken, timmerde en legde een lemen dak. Daar ging ik dan zitten schrijven. Mijn handen vuil maken is een noodzaak, aarde op mijn handen een teken van beschaving.

‘Ik hou van mensen met handen als kolenschoppen, zoals je bij Permeke ziet. Mijn roots liggen in de landschappen van zijn schilderijen, en ik heb de natuur nog altijd nodig. Daarom kom ik elke dag in het Stadspark, regelmatig ook om te hardlopen.

‘Grote afstanden kun je er niet doen, maar het park is minder klein dan ik eerst dacht. Het is een wereld die zich openplooit. Hoe meer ik er rondloop, hoe groter het wordt. Je kunt er elke dag iets nieuws ontdekken. Onlangs kwam ik een man tegen die in de struiken zat te mediteren. Hij zag er net echt uit, met zijn kaalgeschoren hoofd. Iets verder stond een camera: hij was zo’n YouTube-filmpje aan het opnemen. (lacht)

‘Het Stadspark had lange tijd een slechte naam, en ik denk ook dat het gebaat is bij een beter evenwicht tussen man en vrouw – na een bepaald uur hangen er vooral mannen rond. Er is ook amper verlichting, en dat wekt een gevoel van onveiligheid op. Maar gelukkig beseffen we meer dan vroeger hoe belangrijk parken zijn. Voor kinderen die een half weggerotte boomtak vol pissebedden willen vastpakken – want waar vinden ze die anders? – maar ook voor volwassenen die andere volwassenen willen ontmoeten.

‘In mijn werk gaat het vaak over de dynamiek tussen mensen, dat klopt, maar de natuur dringt ook binnen. Ik vind het fijn om voorwerpen tot leven te laten komen. In Eeuwige Roem praten de dieren.

Mijn roots liggen in de landschappen van Permeke.

‘Via beeldtaal sluipt de natuur nog verder binnen. Ik vergelijk ons graag met dieren, het beestachtige komt veel vaker in ons naar boven dan wij willen. En wij proberen die wildheid keurig onder de pelouse weg te stoppen. In Wij en ik schrijf ik over de typische Vlaamse verkaveling, met keurig getrimde gazons, waar de dood komt loeren zoals in de suburbane idylle in de films van David Lynch. (lacht) Maar in mijn roman Nachtouders, die zich afspeelt op een eiland voor de westkust van Canada, speelt de overdonderende kracht van de natuur een grote rol. Dat zit me lekkerder.’

Maai Mei Niet

Doe eind mei mee aan het Bloementelweekend en registreer nu uw tuin op knack.be/maaimeiniet

Partner Content