Theo Francken (N-VA)

Echte toppolitiek blijft een mannenbedoening

Theo Francken (N-VA) Kamerlid voor N-VA en ondervoorzitter van het NAVO-parlement

In Vlaanderen blijft een vrouwelijke premier, minister-president of topburgemeester een verre droom. Met minder dan 1 op 10 blijven burgermoeders ook anno 2012 een rariteit.

De toestroom van vrouwen naar het politieke bedrijf stremt. Zo blijkt uit de cijfers van de jongste gemeenteraadsverkiezingen. 36% van de gemeenteraadsleden is nu vrouw. Zes jaar geleden was dit 33%. In Wallonië gaat het voor de provincieraad zelfs achteruit.

Aanleiding genoeg voor de zelfverklaarde Jeanne D’ Arc van de Wetstraat, Joëlle Milquet, om in actie te schieten. De minister van gelijke kansen wil op de lijst man en vrouw verplicht laten ritsen. Althans voor alle parlementsverkiezingen – voor de rest is ze niet bevoegd.

Of hierdoor zoveel meer vrouwen zullen zetelen valt te betwijfelen. Door de reductie van de impact van de lijststem, tellen de voorkeurstemmen zwaarder door. Maar dat dit wel een effect zal hebben – al is het een eerder klein – staat vast. Welaan dan. Mijn steun heeft ze. Trouwens, wist je dat de N-VA – na Groen – verhoudingsgewijs het meeste vrouwelijke mandatarissen in haar rangen telt? Volksnationalisme: een typisch masculien appèl? Allesbehalve.

Edoch schiet Milquet’s maatregel langs de kern van de zaak. De essentie is dat veel vrouwen zich nog te geremd voelen. De drempel om te kiezen voor het politieke bedrijf blijft hoog. Meer dan 60 potentiële kandidates werden gecontacteerd om op onze Lubbeekse N-VA-lijst te staan. Finaal hapten er 11 toe. Mannen in overvloed, vrouwen in dubio. Aan interesse geen gebrek, aan intellect en politieke feeling evenmin. Maar die verdomde drukke agenda, die avondvergaderingen, die kinderen en ook – niet in het minst – die echtgenoot.

Fundamenteler is de vaststelling dat vrouwen nog te weinig political clout hebben. Een moeilijk vertaalbaar Engels woord, ‘politieke invloed of macht’ komt het dichtst in de buurt. In Vlaanderen blijft de echte toppolitiek vooral een mannenbedoening. De G4 van de CD&V? 4 mannen; de top van de N-VA? mannen (met uitzondering van Liesbeth Homans); Open VLD? mannen, met Gwendolyn Rutten als lichtpunt; VB? idem. Vrouwelijke partijvoorzitters blijven witte raven voor de moeilijkste partijmomenten (Caroline Gennez, Marianne Thyssen,
Gwendolyn Rutten…). Vaak met alle gevolgen van dien. Neen, in Vlaanderen blijft een vrouwelijke premier, minister-president of topburgemeester een verre droom. Met minder dan 1 op 10 blijven burgermoeders ook anno 2012 een rariteit.

Denemarken beleeft het omgekeerde. Voor het eerst hebben ze er met Helle Thorning-Schmidt een vrouwelijke premier. Drie van de vijf grootste partijen worden geleid door een vrouw, in de top 10 van stemmenkampioenen staan 6 vrouwen. Het percentage vrouwen in het Folketing ligt met 40% op exact hetzelfde niveau als de Belgische Kamer, maar aan vrouwelijke ‘political clout’ in Denemarken geen gebrek. Niet onbegrijpelijk als je weet dat al in de 8ste eeuw de Vikingvrouw een pak meer vrijheid genoot dan haar seksegenoten elders in Europa.

Misschien moeten we in 2014 doen wat Statsminister Birgitte Nyborg uit de prachtige Deense politieke TV-serie Borgen doet bij de samenstelling van haar regering: “Ik wil de helft vrouwen in mijn kabinet, zoniet is er geen kabinet.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content