Vrije Tribune
‘Detentiehuis moet drempel tussen gedetineerde en samenleving verlagen’
Binnenkort zet België de eerste stappen in de richting van detentiehuizen. ‘Het wordt wennen om de detentie en de gedetineerde dichterbij te zien komen. Maar buitenlandse voorbeelden tonen dat het werkt’, schrijven Hans Claus en Marjan Gryson van vzw De Huizen.
Er waren de voorbije jaren verschillende pogingen om de gevangenissen af te stemmen op de noden van wie ermee te maken krijgt. Zo zagen we in België bijvoorbeeld de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken, de goedkeuring van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, het strategisch plan voor hulp en dienstverlening aan gedetineerden en de opkomst van de herstelgedachte.
Toch blijven de problemen groot: overbevolking, recidive, heropsluiting, detentieschade, stakingen, drugsproblemen, verouderde gebouwen, radicalisering in alle soorten criminaliteit. De druk die dit alles creëert, zorgde ervoor dat de Belgische beleidsmakers enerzijds beslisten om gevangenissen bij te bouwen en anderzijds om uit te kijken naar nog meer alternatieven voor de gevangenisstraf. Remedies in termen van meer of minder.
Van schavot naar gevangenis
Detentiehuis moet drempel tussen gedetineerde en samenleving verlagen
De problemen die inherent zijn aan de gevangenissen raken daardoor natuurlijk niet opgelost, laat staan dat deze instituten een oplossing zouden bieden voor criminaliteit. Mensen worden er vooral weggehouden van elkaar. Het wordt hen heel erg moeilijk gemaakt om samen oplossingen te vinden voor wat gebeurd is. Niemand wordt hier dus beter van: daders en hun naasten niet – zonen van gedetineerden zouden 60% kans maken om ook in de gevangenis te belanden, maar ook slachtoffers en de samenleving niet. Herstelgericht werken kan onmogelijk wortel schieten op een grond van repressie, isolatie en straf. De contradictie is te groot om voor een nuttige spanning te kunnen zorgen. Door vast te houden aan een oud archetype verliest de samenleving in snel tempo het vermogen om conflicten op te lossen, fouten te vergeven, zwarte schapen terug op te nemen.
Men probeert vooral en angstvallig risico in te schatten, te beheersen, uit te sluiten en fouten te vermijden. Men vergeet dat risico’s en fouten bij het leven en de vooruitgang horen en dat krampachtige controledrang angst alleen nog groter maakt.
Ook in andere domeinen in de samenleving zien we dit fenomeen opduiken, en hoewel er steeds meer mensen oproepen om hier alternatieven voor te zoeken, zal dit een zware tanker zijn om te keren.
Hoe we omgaan met straf is altijd erg verweven geweest met de socio-economische context. Structurele verschuivingen binnen de maatschappelijke machtsverhoudingen brengen meestal ook veranderingen teweeg in de strafuitvoering. Toen de goddelijke macht van de monarch en de privileges van de adel plaats moesten ruimen voor de macht van de burgerij, heeft ook het schavot geleidelijk plaats geruimd voor de gevangenis. De strafuitvoering is een symbool van een samenlevingsmodel.
Volgens Jan Rotmans leven we niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk: “Maatschappelijke systemen lopen in toenemende mate vast. Steeds meer burgers nemen zelf het heft in handen en vormen een beweging die de maatschappij ingrijpend zal veranderen. Oude zuilen brokkelen af. We kantelen van een verticaal en hiërarchisch geordende en centraal aangestuurde top-down samenleving met silo’s, topsectoren, branches en gescheiden zuilen naar een decentraal gestuurde samenleving van horizontale verhoudingen, naar een circulaire economie waarin kringlopen zich sluiten, waar vernieuwing en ontwikkeling van onderop plaatsvindt. Hulpbronnen komen steeds meer in handen van gemeenschappen en netwerken, ‘micromachten’.”
Naar een slimme detentie
De strafuitvoering is een symbool van een samenlevingsmodel
“Alleen adaptieve organisaties, die innoveren, samenwerken en een zoektocht aangaan naar nieuwe waarden kunnen deze transitie overleven”, zo stelt Rotmans. Dat geeft hoop, ook voor een heuse omwenteling binnen de strafuitvoering. Want detentiehuizen als nieuw penitentiair concept beantwoorden aan enkele belangrijke elementen van die omkering. Eerder dan een zoveelste schoorvoetende en voorzichtige poging om de scherpe kantjes van het bestaande af te vijlen, hebben we een paradigmashift nodig.
Lokale burgervaders laten horen dat ze niet langer alleen maar afhankelijk willen zijn van én het puin ruimen van de beslissingen van verafgelegen managementscentra, zoals bijvoorbeeld de gevangenissen. Ze laten zich horen met de boodschap dat ze hun “zwarte schapen” liever dichtbij houden, om vanuit de lokale gemeenschap te zoeken naar slimme integratievormen, die aansluiten bij hun lokale gemeenschap.
Minister van Justitie Koen Geens herschrijft het strafwetboek en maakt daarmee de sprong van de Napoleontische tijd naar de eenentwintigste eeuw. De strafuitvoering moet daarin volgen. Gebouwen zijn hiervoor de ideale katalysator. Stenen verplaatsen en anders schikken is niet zo moeilijk, en kan tegelijk een grote impact hebben op ons denken en omgaan met elkaar en onze zwarte schapen. “We shape our buildings, thereafter they shape us”, zo zei Winston Churchill.
Na decennia penitentiaire stilstand maakte dit land een wat overhaaste inhaalbeweging die enkel het aantal cellen op peil moest brengen. Nu komt de strafuitvoering eindelijk ook inhoudelijk in beweging. De eerste detentiehuizen maken weldra de principes van kleinschaligheid, differentiatie en maatschappelijke verankering van de detentie op een schuchtere schaal tastbaar en zichtbaar voor de mensen.
Kleinschalige detentiehuizen, waarin 10 tot maximum 30 gedetineerden verblijven, bieden de mogelijkheid van maatwerk, alleen al omdat de kleinschaligheid bijna verplicht om elkaar, elkaars mogelijkheden en noden te leren kennen. Ze bieden ook de mogelijkheid om de ideeën van de eerder genoemde basiswet van effectief in praktijk te brengen, niet alleen omdat de onderliggende principes dezelfde zijn, maar omdat een kleinschalige en flexibele structuur de noodzakelijke voorwaarde vormt voor het realiseren van bijvoorbeeld de normaliseringsgedachte. Individuele detentieplanning kan ook alleen renderen als de schaal waarin de re-integratiegerichte detentie georganiseerd wordt, maatwerk toelaat. Dit zal er niet alleen toe leiden dat begeleidings-, opleidings- en tewerkstellingstrajecten beter afgestemd zijn op de reële noden en dus betere resultaten zullen hebben, het zal ook toelaten om zwaarder in te zetten op beveiliging waar nodig.
Bovenal zal de drempel tussen de samenleving, de buurt en haar voorzieningen en de gedetineerde lager worden. Een detentiehuis van beperkte omvang speelt immers een zichtbare positieve sociale, economische of culturele rol in de directe omgeving. De contradictie die bestaat tussen verwijdering uit de samenleving en voorbereiding op re-integratie kan zo in de meest veilige omstandigheden opgeheven worden.
Het wordt wennen om de detentie en de gedetineerde dichterbij te zien komen. Maar buitenlandse voorbeelden tonen dat het werkt.
Binnenkort zet België de eerste stappen in deze richting, door een aantal transitiehuizen op te starten. Dit worden open detentiehuizen voor gedetineerden in de laatste fase van hun detentie. Op die manier kunnen de eerste stappen van gedetineerden in de vrije samenleving ten gronde ondersteund worden. In deze fase moeten we in ons land vooral bekommerd zijn om een goede start van de transitiehuizen zelf. Detentie en samenleving dichter bij elkaar brengen doe je niet door aan de buurt een transitiehuis op te dringen. Daar gaan veel communicatie, overleg en afspraken aan vooraf. Een goede studie en een ruime voorbereidingstijd voor elk uniek transitiehuis-project zijn dan ook noodzakelijk. Op basis van de evaluatie van deze eerste stappen, zullen volgende groepen gedetineerden en soorten detentiehuizen volgen, tot alle gevangenissen vervangen zijn door detentiehuizen.
Maatschappelijke veranderingen verlopen volgens Rotmans per definitie traag: “Binnen een paar jaar een samenleving kantelen kan ook risicovol zijn. Het is goed dat er ook een zekere inertie in een transitie zit.”
En als we nog verder durven dromen?
Samenlevingen en mensen blijken nogal emotioneel te reageren wanneer het over misdaad en straf gaat. Maar wie een zoon, een vader, een broer of een vriend achter de tralies zag verdwijnen, zal een toegankelijke strafuitvoering die de re-integratie daadwerkelijk nastreeft in stilte verwelkomen, als een klein en hoopvol teken van een nieuwe tijd. Een droom die we over de groeipijnen van de huidige democratische samenlevingen tillen.
Maar misschien zijn de nabije detentie en de nabije gedetineerde ook maar een opstapje naar nog iets helemaal anders. Het concept van de detentiehuizen is immers nog altijd gebaseerd op straf en een stuk verwijdering uit de vrije samenleving. Wie weet zijn we door die nabije detentie in kleine detentiehuizen straks wel in staat om een compleet ander antwoord te vinden op fouten.
Hans Claus en Marjan Gryson van vzw De Huizen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier