Patricia Lasoen – De kaakslag van de tijd
Een lukraak van het internet geplukt citaat: ‘De tijd is een vogel die op een tak zit en wegvliegt.’ Voor Patricia Lasoen zit die vogel al hoog in het zwerk.
Patricia Lasoen – De kaakslag van de tijd
Uitgeverij: P, Leuven
Aantal pagina’s: 64
Prijs: 15 euro
ISBN: 978-90-794-3352-0
Ze kijkt hem na, volgt zijn grillige vluchtlijn en mijmert over hoe hij er ook weer precies uitzag. De kaakslag van de tijd is een harde titel, maar zo is de tijd nu eenmaal: onvoorspelbaar, vluchtig, snel en gewiekst.
Op oude foto’s maakt hij je onherkenbaar: ben ik dat? Hoe meer verbruikte tijd, hoe vrijblijvender de keuzes: ‘ morgen neem ik de trein / of niet’. En in die trein ‘ staat de tijd van nu en straks / stil / er is een eigen tijd boven de sporen’. De mensen in deze bundel waren ooit jong en vitaal, nu niet meer. Hulpvaardige mannen sloffen de dame-dichteres te hulp ‘ maar zij warmen / mijn hart niet’. Binnenshuis leeft de tijd zich pas echt uit. ‘ De holte tussen muur en bed / daar liggen / de vergeten plannen / de verstopte dromen / een zakdoek met tranen / een oordop / een verloren / ring, / een verlengsnoer om / de duistere nacht te bezweren – / in het stof liggen / verloren dagen’.
In de ‘Ballade van de Lada Driver’ spreekt een pas overleden vrouw die net voor ze 80 werd nog een nieuwe Lada kocht. De Lada ‘ staat in de toonzaal van de dealer / nu te koop, / plastieken bloemen voor zijn wielen / als in een funerarium’. Maar ‘ op mijn graf / staat er alleen maar gras’. Commercie never dies.
In het cyclische gedicht dat begint en eindigt met de vraag of tuinkabouters waterdicht zijn, sneert Lasoen naar de literaire critici die voor haar niet altijd lief zijn geweest. Halfweg wordt het gedicht verstoord door de ‘ slimme criticus’ – ‘ Is dit wel een gedicht?’ Hij wordt de mond gesnoerd, het ging over belangrijker mannen, tuinkabouters met name.
Net zo stekelig is het gedicht ‘De invulling van uw begeertes’ waarin (vermoedelijk, gezien de titel) wordt uitgehaald naar Behoud de Begeerte. Wat heeft een poëziefestival nodig: ‘ één blinde dichter’, ‘ één grijze vrouw’, ‘ één homo’, ‘ één allochtoon’… De kwaliteit van hun poëzie? Ach, maakt niet uit, en ‘ de literaire overheid betaalt’.
Philip Hoorne
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier