Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Nieuwe begrotingsregels in de eurozone: wat betekent dat voor België?’

‘De volgende Belgische regering wordt er één die nooit geziene maatregelen zal moeten nemen’, schrijft professor Herman Matthijs (UGent & VUB) over de nieuwe Europese begrotingsregels.

Het Spaans voorzitterschap van de Europese Raad heeft ultimo nog een akkoord rond gekregen over de budgettaire regels in de Europese Unie. Tot op heden zeggen deze regels dat de lidstaten van de eurozone geen overheidstekort op hun begrotingen mogen hebben van meer dan 3 procent van het bbp, en dat de overheidsschuld maximaal 60 procent van het bbp mag begragen. Deze regels zijn ooit streng uitgevoerd door de Finse EU-commissaris Olli Rehn. Sinds 2020, met de uitbraak van de corona-pandemie, werden de regels niet meer toegepast. Maar een monetaire unie kan alleen maar behoorlijk werken als de leden een redelijk gecoördineerd budgettair beleid volgen.

Wat zijn de hoofdlijnen van deze nieuwe regels en wat zouden de gevolgen voor België kunnen zijn?

1. Het begrotingstekort van alle overheden in een land moet zakken van de huidige 3 procent van het bbp naar 1,5 procent van het bbp. Wetende dat het huidige tekort in België zich situeert rond de 5 procent van het bbp, of ongeveer 30 miljard euro, betekent dat er een budgettaire ingreep van 18 miljard nodig zal zijn om aan die 3 procent te geraken, en nóg eens 9 miljard euro om aan 1,5 procent te geraken. Naar Belgische normen is dat ‘du jamais vu’.

(Lees verder onder de preview.)

2. Het is niet duidelijk over hoeveel jaar die EU-normen bereikt moeten worden, men spreekt van 4 tot 7 jaar. Als we daarmee starten in 2024, dan is het einddoel de zomer 2028, wat nog de regeerperiode is van de volgende bestuursploeg, of maximaal 2031 en dan zitten we al in de regering die op de volgende regering volgt.

3. Een begroting naar het evenwicht leiden is politiek relatief snel mogelijk voor de Vlaamse begroting, de begroting van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC, de Nederlandstalige overheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en die van de Duitse Gemeenschap. De tekorten zijn meer dan een probleem op federaal niveau, het Brussel Gewest met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF), het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap.

4. De overheidsschuld bedraagt vandaag in België 107 procent van het bbp. Volgens de nieuwe regels dienen de landen met meer dan 90 procent schuld (dat zijn naast België: Spanje (111 procent), Frankrijk (112 procent), Italië (142 procent), Griekenland (166 procent)) dat niveau af te bouwen aan een ritme van 1 procent bbp per jaar en dat gedurende vier tot zeven jaar. Indien België dat zou gaan doen, dan is de schuldgraad onder de 100 procent bbp te situeren bij het begin van het volgende decennium. Ook om die oefening aan te vatten, is Vlaanderen het best geplaatst.

5. Het voordeel van het nieuwe systeem is dat de evaluerende periode nu gaat lopen over vier tot zeven jaar. Dat geeft meer ademruimte voor grootschalige overheidsinvesteringen.

6. Een niet onbelangrijke vraag is of de militaire uitgaven meegeteld zullen worden in deze nieuwe berekeningen? België is zowat de slechtste leerling in de NAVO-klas. Hier gaat maar 1,2 procent van het bbp naar Defensie. Dan zou het optrekken van het militair budget naar 2 procent bbp (ongeveer 12 miljard euro) een goede zaak zijn.

7. De cruciale vraag is hoe België deze nieuwe budgettaire normen gaat behalen? Er zijn maar twee mogelijkheden, namelijk: meer geld halen aan de ontvangstenzijde of besparen in de uitgaven. In een land dat al jaren de mondiale top drie haalt van de belastingdruk, is er weinig mogelijk ten aanzien van nieuwe of hogere taksen. Het optrekken van de werkgelegenheidsgraad naar 80 procent zou wel geld opbrengen. Bij de uitgaven is er altijd wel te besparen, alleen is het de vraag of daar politieke wil voor bestaat.

Conclusie

Het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie, in de eerste jaarhelft van 2024, mag zich al onmiddellijk buigen over dit akkoord, en hierover gaan onderhandelen met het Europees Parlement. Want het resultaat van dit akkoord is dat ons land in een budgettaire dwangbuis terecht komt. De vraag is of er nog wel genoeg politieke partijen interesse gaan tonen om toe te treden tot de volgende federale regering. Want alleen al op budgettair vlak wordt de volgende Belgische regering er één die nooit geziene maatregelen zal moeten nemen. Of hoe een Duits-Frans compromis binnen de EU, België nog moeilijker bestuurbaar zal maken. Deze nieuwe begrotingsregels zullen zeer zwaar wegen op de federale regeringsonderhandelingen tijdens de nazomer van 2024.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content