Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Kans is groot dat ons land na juni 2024 verder moet met zijn kaduke staatsstructuur en financiering’

‘De moeder der aller verkiezingen vindt pas plaats over één jaar: 9 juni 2024. Maar de campagne is reeds maanden op gang gebracht’, schrijft Herman Matthijs (VUB & UGent). ‘Opvallend is ook dat er al over coalities wordt gepraat en het oordeel van de kiezers is in de verste verte nog niet gekend.’

De N-VA pleit op het federale niveau voor een minderheidskabinet van hen met de socialisten. Op basis van de laatste peilingen moet een dergelijke politieke constructie uitkomen op 55 à 60 zetels in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Wie dan dit minderheidskabinet moet gaan steunen, is helemaal niet duidelijk. Waarom zou de PS in 2024 trouwens gaan regeren met de N-VA? Noch de achterban van de socialisten, noch het N-VA-electoraat zit te wachten om een dergelijk samengaan. Bovendien moet de PS rekening houden met de snel stijgende aanhang van de PTB. Bovendien mag dan ook eens de vraag gesteld worden waarom de PS en Vooruit in 2019 uiteindelijk hebben gekozen voor Vivaldi, en niet voor de N-VA.

 De PS heeft dan eerder een voorkeur voor een linkse regering met aan de leiding de socialisten, terwijl de ecologisten, de communisten en de christendemocraten mee mogen doen. (Maar liever geen kabinet met de liberalen, het Vlaams Belang en de N-VA.) De optelsom van deze linkse constructie gaat, zonder problemen, een meer dan ruime meerderheid behalen in Brussel en in Wallonië. Maar in Vlaanderen komt men in de verste verte niet aan een meerderheid. De vraag is dan of CD&V hier zal aan willen meedoen, en wenst te besturen met de communisten? Cruciaal zal ook zijn of de optelsom van de liberalen, de N-VA en het Vlaams Belang, aan de 75 Kamerzetels geraakt om een dergelijk  ‘Front populair’-kabinet tegen te houden?

Op basis van de recente peilingen blijkt dat de huidige federale Vivaldi-regering nog steeds een meerderheid behoudt. Weliswaar met de bedenking dat het aantal Vlaamse zetels verder zakt en dat men alleen een meerderheid behoudt in het Brusselse- en het Waalse Gewest. Ook gaan de interne krachtsverhoudingen, op basis van de nieuwe zetelverdeling, tussen de zeven partijen grondig wijzigen. Maar Vivaldi blijft een meerderheid behouden. Een tweede combinatie, die soms in de peilingen aan een meerderheid geraakt is de ‘Bourgondische coalitie’ van de N-VA met de liberalen en de socialisten.   

Ten slotte is op feder²aal niveau de kans meer dan reel dat in juni 2024 de optelsom van de communisten en het Vlaams Belang minstens 50 zetels zal zijn in de Kamer. Zodoende geraakt al de rest samen al niet meer aan een tweederde of bijzondere meerderheid.  Een staatshervorming is dus hoogstwaarschijnlijk niet mogelijk, ook door de politieke positie van andere partijen. Zo  zijn de MR en Groen zekerder van een federale regeringsdeelname dan van regionale ministerposten. De kans is dus erg groot dat ons land na de stembusslag van juni 2024 verder moet met de huidige kaduke staatsstructuur en zijn financiering.

Vlaams niveau

Op basis van de recente peilingen is er voor de volgende Vlaamse regering ook niet echt een uitgesproken favoriet voorhanden. De combinatie N-VA met Vlaams Belang geraakt er meestal wel, daarnaast is het twijfelachtig of een samengaan van de N-VA met Vooruit aangevuld met het CD&V of de liberalen aan een meerderheid zullen geraken. Wat er wel zeker niet aan een meerderheid geraakt, is de huidige Zweedse coalitie, die verhuist zeker naar het historisch archief. Maar de N-VA met de drie traditionele partijen zal meer dan waarschijnlijk wel aan een meerderheid geraken. Maar daar kan je de vraag stellen: welke politieke achterban zit op deze vierpartijencoalitie te wachten?

Het Vlaamse politieke landschap zal er, na juni 2024, ook anders uitzien. Drie partijen zitten in een ‘winnig  mood’, namelijk: het Vlaams Belang, Vooruit en de communisten. Het ziet er naar uit dat bij de vier andere partijen zetels verloren gaan. Ten aanzien van de lijstvorming wordt dat in deze groep geen evidentie.   

Conclusie

De kiezers zitten te wachten op minder regelgeving, betaalbare woningen, beter onderwijs, een werkende kinderopvang, een oplossing voor de energieproblemen en de blijvende immigratie problemen, de kostprijs de betaalbaarheid van de facturen, lagere belastingen enzoverder. Als het beleid nu reeds is stilgevallen en als we rekening houden met de zeer moeilijke regeringsvormingen van 2024, dan ligt alles voor langtere tijd helemaal plat, op zijn minst tot diep in 2025.

Dat kunnen de federale noch de Vlaamse regering zich veroorloven. Kiezers stemmen nooit tegen een beleid, wel tegen ene gebrek aan beleid. 

   

Partner Content