Jan Wostyn
‘Wie Brussel niet wil loslaten, moet er ook zijn stem laten tellen’
‘Vormen de Vlaamse partijen volgend jaar eindelijk een alliantie zodat de stem van de Brusselse Vlamingen ook op federaal niveau eindelijk weer vertegenwoordigd zal zijn?’, vraagt Jan Wostyn van Vista.
Brussel. Arm Brussel. Rijk Brussel. Soms hoofdstad van de wereld, soms meer een wannabe eilandstaat, bang van het “Vlaemsche gespuis” uit de periferie. Hoofdstad van Vlaanderen ook, al blijft dat een moeilijke kwestie. De ene Vlaming vervloekt Brussel als een oord van verderf. De andere wordt verliefd op de internationale metropool, mede dankzij de succesvolle stadsvernieuwing in het centrum en de transformatie naar een fietsvriendelijke stad met vlot openbaar vervoer. Wat Vlamingen ook van hun hoofdstad mogen denken, Vlaanderen zonder Brussel, dat is als Frankrijk zonder Parijs. Akkoord, Vlaanderen heeft ook nog wel Antwerpen, Gent en Brugge, zoals Frankijk ook Lyon, Bordeaux of Nice, maar dat er iets ontbreekt, wordt voor iedereen meteen duidelijk.
In dat opzicht blijft het opmerkelijk hoe weinig aandacht er is voor Brussel in Vlaanderen, zeker gezien de status als hoofdstad. De thuisstad van het Vlaamse parlement, de VRT, de VUB, vele Vlaamse hogescholen, cultuurinstellingen en de hele Vlaamse administratie. De stad waar zo´n 260.000 pendelaars uit Vlaanderen hun dagelijks brood gaan verdienen. Brussel is het politieke en culturele hart van het huidige Vlaanderen en het huidige Vlaanderen het onmiskenbare historische hinterland van Brussel. Toch lijken ze elkaar soms liever kwijt dan rijk. Een verlies voor beiden.
Daarnaast wordt het belang van Brussel voor de nationale politiek vaak onderschat. Brussel is niet alleen de zitplaats van vele parlementen, maar ook een steeds belangrijkere kieskring. Bij de tienjaarlijkse zetelaanpassing kreeg de kieskring Brussel-Hoofdstad er namelijk 1 zetel bij, waardoor er op 9 juni 2024 in de hoofdstad niet 15 maar 16 zetels te verdelen zullen zijn.
Bijzondere kieskring
De kieskring Brussel-Hoofdstad is bij de federale verkiezingen een bijzondere kieskring. Het is de enige kieskring is waar Nederlandstalige én Franstalige partijen samen in de ring stappen. Deze kieskring is ontstaan in 2012 door de splitsing van BHV die er definitief voor zorgde dat Franstalige partijen niet langer hun kiezers kwamen halen in Vlaanderen.
De splitsing van BHV had dus zeker voordelen, maar ook één groot nadeel: door het relatief lage aantal Nederlandstalige kiezers in Brussel, slaagden de Vlaamse lijsten er tot heden nog nooit in om op eigen kracht een verkozene te halen. In 2019 waren er weliswaar verrassend 2 Nederlandstalige verkozenen in Brussel, maar die werden verkozen op taalgemengde, maar de facto eigenlijk quasi Franstalige lijsten. Tinne Vanderstraeten werd toen ze minister werd dan ook meteen vervangen door iemand van Ecolo en Maria Vindevoghel van PTB/PVDA haalde even het nieuws omdat ze niet kon/wilde kiezen in welke taal ze de eed zou afleggen. De sterkste Nederlandstalige lijst (N-VA) haalde slechts 3,19% en bleef zo ver onder de kiesdrempel.
De Brusselse federale zetels zijn nochtans de “goedkoopste” van het hele land. De zetelverdeling per kieskring wordt namelijk berekend op basis van het bevolkingsaantal en niet volgens kiesgerechtigde volwassenen Belgen. Dat zorgt in Brussel voor een erg grote vertekening door het zeer hoge aantal niet-Belgen, ongeveer 1 op 3. Daarnaast zijn er ook iets meer jongeren onder de 18 (22% tegenover 20% in de rest van het land) en ook iets meer niet-stemmers en blanco of ongeldige stemmen (19,5% in Brussel tegenover 17% voor heel België). De kiesdeler (gemiddeld aantal geldige stemmen per zetel) bedroeg in Brussel daardoor slechts 33.430 stemmen, terwijl dat in kieskring Antwerpen 48.171 stemmen was, bijna 50% meer. In 2024 zal dat verschil mogelijk nog groter worden omdat Brussel er een 16de zetel bijkrijgt, mede door het groeiend aantal niet-Belgen in de stad, ook al mogen zij niet meestemmen.
Een opmerkelijke evolutie is wel dat het aantal Nederlandstalige stemmen in Brussel bij de laatste verkiezingen zeer sterk is toegenomen, wat enigszins onopgemerkt bleef. Dit kan afgeleid worden uit de verkiezingen voor het Brussels Gewest, waarbij de kiezers de keuze krijgen te stemmen voor een Nederlandstalige dan wel Franstalige lijst. Bij de verkiezingen van 2019 bleek er een groei van 30% te zijn van het aantal stemmen aan de Nederlandstalige kant. Daar waar in 2014 maar zo´n 10% van de Brusselaars voor een Nederlandstalige lijst kozen, was dat in 2019 toegenomen tot zo´n 15% van de geldige stemmen.
Toenemend aantal Nederlandstalige stemmen
Hierbij moet wel opgemerkt worden dat een deel van de “Nederlandstalige” stemmen ongetwijfeld eigenlijk Franstalige kiezers waren die stemden voor nieuwe initiatieven zoals Agora of Be.One of “tactisch” stemden voor Groen in plaats van Ecolo om zo van Groen de grootste partij te maken aan Nederlandstalige kant. Toch is het aannemelijk dat het aantal Nederlandstalige stemmen verder zal toenemen in 2024.
Zo ligt het aandeel van het Nederlandstalig onderwijs bijvoorbeeld op zo´n 25%, ver boven de 15% Nederlandstalige stemmen. Daarnaast lijken steeds meer Franstalige Brusselaars de groene Vlaamse rand op te zoeken, terwijl jonge Vlamingen zich relatief vaker in Brussel lijken te vestigen om de files te slim af te zijn. Vooral de nieuwbouw in de kanaalzone rond Tour & Taxis lijkt daarbij erg in trek bij jonge Vlamingen. Volgens Statbel verhuisden in 2021 namelijk meer Belgen uit Vlaanderen naar Brussel (9144 personen) dan uit Wallonië naar Brussel (7804 personen), waarvan meer dan de helft tussen de 20 en 34 jaar oud.
Deze demografische evoluties zullen in 2024 mogelijk ook een electorale impact hebben. De vraag dringt zich op of een aantal Vlaamse partijen in de kieskring Brussel-Hoofdstad niet beter samen naar de kiezer zouden trekken bij de federale verkiezingen? Door elk apart op te komen, lijkt het resultaat nu al vast te liggen: opnieuw zal geen enkele Vlaamse lijst een zetel halen in Brussel. Door samen te werken lijkt een zetel echter meer dan ooit binnen handbereik te liggen, dankzij de opmerkelijke toename van het aantal Nederlandstalige stemmen.
Bovendien zijn de meeste Vlaamse partijen in Brussel het over heel wat zaken eens: er is nood aan een interne Brusselse “stadshervorming”, er is nood aan een beter veiligheidsbeleid en er is nood aan een sterker activeringsbeleid. Bovendien zijn zowel N-VA, CD&V en Vooruit overtuigd van het cruciale belang van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel, een standpunt dat ook door Vista onderschreven wordt. Enkel Open VLD lijkt bij monde van Sven Gatz de Vlaamse Gemeenschap liever kwijt dan rijk. Wat belet deze partijen dan om samen een lijst in te dienen om deze standpunten ook weerklank te laten vinden in het federale parlement? Wie Brussel niet wil loslaten, moet er ook zijn stem laten tellen.
In 2024 zal het de derde federale verkiezing zijn in de kieskring Brussel-Hoofdstad. Gaan de Vlaamse partijen in Brussel verder in onderlinge verdeeldheid passief toekijken hoe de 16 federale zetels automatisch naar Franstalige lijsten gaan? Of vormen ze eindelijk een alliantie zodat de stem van de Brusselse Vlamingen ook op federaal niveau eindelijk weer vertegenwoordigd zal zijn?
Jan Wostyn is co-voorzitter van Vista.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier