Filip Verneert

‘Waarom cultuur in het onderwijs geen optie mag zijn’

Filip Verneert Doctoraal onderzoeker LUCA School of Arts - KU Leuven

‘We dreigen opnieuw  een kans te missen om op een inclusieve manier artistieke vorming aan te bieden’, schrijven Filip Verneert en Michiel Dehondt over de plannen om het aanbieden van kunstvakken in het secundair onderwijs over te laten aan de school zelf. ‘Voor veel kinderen is het leerplichtonderwijs de énige plaats waar ze in ­contact komen met kunst en cultuur.’

Net voor de zomervakantie vernietigde het Grondwettelijk Hof de nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad van het middelbaar onderwijs. Daarin was aandacht voor kunst en cultuur expliciet (en dus verplicht) opgenomen. De grootste Vlaamse onderwijskoepel, het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, bracht de culturele eindtermen onder in een nieuw, overkoepelend vak: Maatschappelijke, Economische en Artistieke Vorming’ (MEAV). Goed voor één lesuur per week. Dat gaat dus niet door: in de nieuwe eindtermen is het vak afgevoerd. Onder leerkrachten, leerlingen en ouders bleek trouwens heel weinig animo te bestaan voor het vak.

Terug naar af

In plaats daarvan keren we terug naar de situatie van vóór de eindtermendiscussie. Artistieke vorming wordt in het Katholiek Onderwijs, de grootste onderwijskoepel, weer ondergebracht in ‘complementaire uren’ – dat zijn uren die de scholen zelf kunnen invullen, al dan niet met vakken zoals beeld, muziek en esthetica. Niet verplicht dus, wel mogelijk. Het Gemeenschapsonderwijs GO slaagt er wél in om één uur artistieke expressie per graad in zijn lessentabellen in te passen.

Door de vrije (complementaire) uren kan elke school haar pedagogisch project voor een deel zelf uittekenen. Veel directies staan wel degelijk open voor een kunstzinnige vorming, maar tegelijk staan ze onder druk om de technologische, economische en sociale veranderingen bij te benen. Dat alles ingegeven door een neoliberale visie die ook in het onderwijs is doorgedrongen: gericht op de markt, meetbaar, economisch inzetbaar. Wanneer de lessenroosters worden opgemaakt, moeten kunstvakken hun bestaan telkens weer legitimeren.

Zuurstof tanken

Intussen stuurden de tegenvallende resultaten voor leesvaardigheid, wiskunde en wetenschappen in Europese vergelijkingen een schokgolf door Vlaanderen. We moeten ons durven af te vragen hoe representatief die PISA-studies zijn. Laten we niet vergeten dat de tests vooral competenties meten die men – alweer – nuttig vindt voor de arbeidsmarkt. Ze geven maar een beperkt beeld van de kwaliteit van het onderwijs. Door de culturele verschillen en andere schoolsystemen is een internationale vergelijking bovendien problematisch.

Tussen die harde PISA-cijfers moeten ook kunstvakken zich overeind zien te houden. Misschien moeten we dan even naar de Scandinavische landen kijken. Daar worden heel wat meer uren artistieke vorming gegeven, wat volgens studies resulteert in een beter welbevinden van de leerlingen. Artistieke vorming is voor veel leerlingen, die kreunen onder het gewicht van verplichte leerstof, een manier om zuurstof te tanken.

Van STEM naar STEAM

Niet voor niets gaan er steeds meer stemmen op om de kunsten nadrukkelijk een plaats te geven in het onderwijs. In Vlaanderen gaat alle aandacht naar STEM (Science, Technology, Engineering, Mathematics), maar heel wat onderzoekers wijzen op de waarde van STEAM: voeg er de A van Arts aan toe.

(Lees verder onder het artikel.)

Die toevoeging is nodig om leerlingen ten volle voor te bereiden op de innovatieve samenleving waar ze voor staan. Binnen STEAM kunnen de vijf terreinen elkaar versterken. Het uitgangspunt is dan: zoek de raakvlakken tussen wetenschappelijke vakken en kunsteducatie. Waarom zou je interactieve digitale toepassingen niet kunnen toepassen in kunstvakken? Waarom zou je geen digitale tools kunnen inzetten om creativiteit te stimuleren en inclusiviteit te bevorderen? Omgekeerd kun je artistieke vakken integreren in grotere gehelen.

Zo krijgen de leerlingen uit het SIGO Gistel naast het vak artistieke vorming ook een projectvak dat samen wordt gegeven door de leerkrachten artistieke vakken en de leerkracht psychologie & sociologie (het hoofdvak in deze richting). De leerstof wordt verwerkt en toegepast met creatieve opdrachten, waarin vaak kunst zit verweven. De cirkel is rond.

Technologie, geschiedenis en kunst combineren? Het kan met betaalbare VR-brillen van karton. Met de Google Cardboard loop je in de geschiedenisles rond in de Hagia Sophia in Istanbul.

Een speelse aanpak van kunstgeschiedenis? Ondergetekende (Michiel Dehondt) ontwikkelde de game Art Runner, gebaseerd op het populaire Subway Runner. Tijdens het gamen maken de leerlingen keuzes op basis van namen van kunstwerken of kunstenaars. Na evaluatie bleek hun kennis van de les spectaculair gestegen. 

Zijn zelfstandige kunstvakken dan overbodig in het secundair onderwijs? Natuurlijk niet. Creativiteit ontwikkelen is niet het exclusieve doel van artistieke vakken is. En tegelijk maakt een creatieve aanpak van algemene lessen de creatieve vakken niet overbodig. Nee, het kan dubbele winst zijn. Als de arbeidsmarkt dan toch per se mensen zoekt die out of the box kunnen denken, dan hebben uitgerekend de artistieke vakken alles in huis om dat te bieden. Zij zetten net aan om niet alles klakkeloos over te nemen wat de leerkracht vertelt, om te experimenteren, om zelf te creëren, om verder en vooral eens ánders te denken.

Verwondering

Zijn we hoopvol, nu die ‘complementaire uren’ er weer zijn? Het gevaar is reëel dat alleen scholen met vooral leerlingen uit de hogere en de middenklasse ze aan artistieke vorming zullen toekennen. Elders zullen ze opgaan aan taal, wiskunde of technische vakken.

En zo missen we alweer een kans om op een inclusieve manier artistieke vorming aan te bieden. Voor veel kinderen is het leerplichtonderwijs de énige plaats waar ze in ­contact komen met kunst en cultuur (in het deeltijds kunstonderwijs zijn kinderen uit ­lagere sociaaleconomische milieus of van een andere origine ondervertegenwoordigd).

Voor wie van kunst heeft kunnen proeven staat ze gelijk aan plezier, persoonlijke groei en welbevinden. Er schuilt een grote kracht in het actief deelnemen aan kunst. Ze bevordert je gevoel van competentie, gemeenschapsvorming en zelfexpressie. Ze stimuleert de verwondering. En zonder verwondering is er enkel entertainment.

‘Alles is nog bij het oude, met september komt de koude en het duister rond halfzeven’, zong Wim De Craene. Schooldirecties hebben zes maanden om dat te doorbreken.

Filip Verneert is doctoraal onderzoeker LUCA School of Arts – KU Leuven en directeur van vzw Muziekmozaïek.

Michiel Dehondt is leerkracht muziek, artistieke vorming, esthetica & cultuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content