Goedele Liekens

‘Online bagger is symptoom van maatschappij die nog steeds niet in het reine is met vrouwen in hoge posities’

Goedele Liekens Seksuologe en Open Vld-politica 
Stephanie D'Hose (Open VLD) Senaatsvoorzitter en lid van de Commissie Cultuur, Jeugd, Media en Sport in het Vlaams Parlement.

‘Het wordt hoog tijd dat we de opvatting dat seksistische opmerkingen er nu eenmaal bij horen aan diggelen te slaan’, schrijven Stephanie D’Hose en Goedele Liekens (Open VLD). ‘Een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen is een doel waar bijna niemand zich openlijk tegen verzet, maar als we die écht willen verwezenlijken hebben we ook een gelijke behandeling van mannen en vrouwen nodig.’

“Daar is ze weer, ga koken.”

“Misschien uw tetten tonen, dat levert meer volgers op.”

“Met uw benen open kan iedereen carrière maken.”

Dit is slechts een kleine greep uit de onvoorstelbare zondvloed aan bagger die wij iedere dag online over ons heen krijgen. Seksistische rommel, om ter grofst. Als je daar dan iets van zegt, klinkt het al snel dat we dat maar moeten negeren. Laisser-passer, want het hoort er nu eenmaal bij.

Dat is de foute reactie. Want die baggerreacties zijn geen alleenstaand fenomeen, ze zijn een symptoom van een maatschappij die nog steeds niet volledig in het reine is met vrouwen in hoge posities. En die scheve mentaliteit merk je overal: binnen gezinnen, op de werkvloer, en absoluut ook in de politiek. Iedere vrouw die ooit in de buurt van het politieke bedrijf is geweest, kent wel een verhaal van machtsmisbruik, ongepaste aanrakingen of vernederende opmerkingen.

Niet dat wij een doemverhaal willen schrijven. Want wereldwijd gaat het de goede kant uit met de vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek. Toch gaat het tergend traag. Momenteel maken vrouwen mondiaal gezien slechts 1 op 4 parlementsleden uit. Aan het huidige tempo zal het nog tot 2063 duren eer vrouwen gelijk vertegenwoordigd zijn in nationale parlementen. Vrouwen vormen nochtans niet één of andere minderheidsgroep: ze maken de helft uit van de wereldbevolking.

De ondervertegenwoordiging is niet alleen een probleem in parlementen en regeringen. Het is ook geen probleem dat zich ‘elders’ voordoet.

Neen, ook hier, in het hart van Europa. Weet u hoeveel procent van de burgemeesters in België vrouw is? 14,5%. Bedroevend. Kijken we naar het aantal gemeenteraadsleden dan is de situatie iets minder slecht: 38% zijn vrouwen.

Een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen is een doel waar bijna niemand zich openlijk tegen verzet, maar als we die écht willen verwezenlijken hebben we ook een gelijke behandeling van mannen en vrouwen nodig. Dat betekent dat we ons moeten verzetten tegen iedere vorm van seksisme die vrouwen ontmoedigt om in de politiek te stappen. We moeten assertief optreden tegen uitsluiting en onze rechtmatige plaats opeisen.

Wanneer vrouwen hun plaats aan de tafel innemen is dat geen strijd tegen mannen. Het is pleiten voor een politieke besluitvorming die antwoorden biedt op maatschappelijke problemen en de noden van élke burger. Het is streven naar een robuuste en toekomstbestendige democratie. Pas toen de eerste vrouwen in het parlement zaten kwamen er wetten voor gelijke rechten, en zonder vrouwen zou die gelijkheid zomaar kunnen verdwijnen.

(Lees verder hieronder.)

Nooit waren de woorden van Shirley Chisholm, het eerste Afro-Amerikaanse federale parlementslid in de VS zo pijnlijk relevant als tijdens het debacle waar Ursula von de Leyen letterlijk op het achterplan werd gezet door de Turkse president Erdogan: “If they don’t give you a seat at the table, bring a folding chair.

We zouden willen dat ook dat een alleenstaand geval was, maar elke vrouw die al eens als enige in een vergaderzaal tussen allemaal mannen zat weet dat het niet evident is haar plaats op te eisen. Een voorstel doen dat genegeerd wordt, om enkele minuten later een man applaus te zien krijgen voor exact hetzelfde voorstel: het gebeurt vaker dan ons lief is.

De vraag waarom vrouwen manifest ondervertegenwoordigd zijn aan de tafel heeft een complex antwoord.

Maar wat absoluut meespeelt is de ongemene en alsmaar toenemende hardheid van het politieke debat. In de politieke arena en daarbuiten. Uit onderzoek blijkt dat ruim 80% van de vrouwelijke parlementsleden te maken heeft met ernstige verbale agressie op sociale media. Uiteraard schrikt dat jonge talenten af.

Wij zitten bij die 80%. Als vrouwelijke politici worden we onder vuur genomen, niet alleen om wat we zeggen of waar we voor staan, maar om wie we zijn. En dat is een bijzonder kwalijke evolutie. Eén die we niet voor lief moeten nemen.

Dit is dus een oproep om seksisme niet langer te laten passeren. Uitgescholden worden is geen part of the game. Persoonlijke en seksistische aanvallen zijn geen prijs die je moet betalen voor jouw plaats aan de tafel. De gelijkheid voor de wet is er. Nu is het tijd voor gelijkwaardigheid in de praktijk. En die begint bij elk van ons. Vrouw of man. Politicus of burger. Jong of oud. Gebruik je stem om ongepast gedrag luid te veroordelen.

Voor alle duidelijkheid: we hoeven evenmin schouderklopjes of complimenten omwille van ons geslacht. Gewoon wederzijds respect voor en door iedereen is voldoende.

Bloemen noch bagger.

Het is hoog tijd om de opvatting dat seksistische opmerkingen er nu eenmaal bij horen aan diggelen te slaan. Als we het glazen plafond echt aan diggelen willen slaan, moet elke laatste scherf eraan geloven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content