6 tips om te besparen op je vrije tijd

© Valerie Geelen
Jeroen de Preter

Ook op uw vrijetijdsbesteding valt zonder veel moeite een flinke som te besparen. Onze redacteur geeft makkelijk haalbare én doorleefde tips.

1. Schrap uw fitnessabonnement

Dankbaar maken wij gebruik van de energiecrisis om u een advies te geven dat ook na deze energiecrisis nog zijn dienst zal bewijzen. Schrap dat fitnessabonnement! Want zeg nu zelf. Een gemiddeld fitnessabonnement kost ongeveer 300 euro per jaar. In ruil voor die niet onaardige som mag u ter plaatste trappelen op een loopband. Of zware gewichten tillen. Wie er maar even over nadenkt, begrijpt meteen waarom de fitnessindustrie meestal met maandabonnementen werkt. Welke gek houdt dit een heel jaar vol?

Nu willen wij zeker niet schamper doen over het nut van lichamelijke oefening. Goed voor lichaam en geest, nietwaar, maar het hoeft echt niet veel te kosten. En het kan – zeker buiten de vier muren van een naar oud zweet meurende fitnesszaal – ook echt plezierig zijn. Allicht is dit niet het goede moment om u de vele genoegens van het wielertoerisme aan te praten. Goede fietsen zijn duur. Lopen is een betere tip. Voor 100 euro hebt u een uitstekend paar loopschoenen (die hebt u trouwens ook nodig voor die dwaze loopband). Met die schoenen kunt u op wegen lopen waarop u níét ter plaatste blijft trappelen. Dankzij de voorwaartse beweging zal het landschap steeds wisselen, wat voor de nodige verstrooiing zorgt.

Een paar loopschoenen kost 100 euro. Ren de natuur in, weg van de meurende fitnesszaal.

En de training van het bovenlichaam? Ook dat hoeft niets te kosten. Een van de meest effectieve trainingen kent iedereen. Pompen. Niet zo leuk, misschien, maar met kleine kinderen in de buurt kan het toch best geestig worden. Zet een kindje op uw rug, ga tot aan de limiet, en voor u het weet ziet u – lang leve de energiecrisis! – de contouren van een apollinische schouderpartij verschijnen.

Besparing?

Het goedkoopste abonnement bij Basic Fit kost 19,99 euro per maand, oftewel 239,88 euro per jaar. Loopschoenen hebt u ook nodig in de fitness en pompen kost niets. De besparing: minstens 239,88 euro.

2. Naar de zoo? Koop een abonnement

Voor wie het niet breed heeft, zijn besparingstips vaak nutteloos en irritant. Ja, ‘één mooie kwalitatieve trui waar je jaren mee doet’ is op de lange termijn misschien goedkoper dan vijf truien van Primark. En zeker, een investering in zonnepanelen is na x aantal jaren terugverdiend. Maar je moet die investering natuurlijk wel kunnen doen. Desalniettemin. Als u het geld hebt om één keer met uw kinderen naar Planckendael of de Antwerpse Zoo te gaan, koop dan – ook al hebt u het niet breed – meteen een abonnement. Voor een kind kost een ticket voor Planckendael of de Antwerpse Zoo 32,50 euro, voor een volwassene 34,50 euro. Dat betekent dat u met twee volwassenen en twee kinderen al meteen 134 euro kwijt bent. Dat is veel geld, zeker als u weet dat u voor een gezinsabonnement ‘maar’ 209 euro betaalt, en voor een eenoudergezin 135 euro. Een relatief kleine meerprijs dus, met een grote meerwaarde. In ruil voor dat abonnement krijgt u een jaar lang onbeperkt toegang tot dierentuinen die u, zeker met jongere kinderen, onmogelijk op één dag helemaal kunt zien. Bovendien – en zeg het misschien niet aan uw kinderen – hoort bij het abonnement ook 40 à 50 procent korting op ‘partnerparken’ zoals Plopsaland en Bobbejaanland.

Besparing?

Een ouderpaar met twee kinderen dat in één jaar twee keer naar Planckendael of de Antwerpse Zoo gaat, betaalt daar 268 euro voor. Met een abonnement besparen ze 59 euro.

3. Reis naar Albanië

Een immer stralende zon, on- ontdekte stranden, onaards mooie berglandschappen, fascinerende steden en een vriendelijk, veeltalig volk… Zélfs als het leven er niet zo spotgoedkoop was, zouden we u een reis naar Albanië vurig aanbevelen. Om te beginnen is er de bruisende hoofdstad Tirana, een intrigerende mix van Italiaanse, Ottomaanse, communistische en hedendaagse architectuur. Een vergelijkbare diversiteit vindt u op het bord. Nergens in de Balkan kunt u beter én goedkoper eten. Zo goedkoop is Albanië dat u er al snel bevangen raakt van het (wellicht niet helemaal doorgerekende) idee dat uw reis eerder een besparingsmaatregel is dan een kostenpost. Ter illustratie: voor een diner in een fatsoenlijk restaurant in Tirana betaalt u zelden meer dan 10 euro per persoon. Een overnachting in een degelijk hotel vindt u al vanaf 30 euro. En spotgoedkoop is ook de Albanese wijn, weliswaar op eigen risico.

Weg van Tirana wordt het alleen maar goedkoper. In Shkodër, bijvoorbeeld, een stad in het noordwesten, kunt u nog een pintje drinken voor minder dan 1 euro. Voor 20 euro per nacht hebt u er een hotelkamer en ook in het betere restaurant hebt u al voor 5 euro goed gegeten. Shkodër is, zacht uitgedrukt, niet de allermooiste stad. Maar ze leeft wel. Wat de stad vooral aantrekkelijk maakt, is haar ligging aan het grootste meer van de Balkan, broedplaats van talrijke zeldzame vogels. En Shköder is ook het vertrekpunt voor tal van trektochten door de Albanese Alpen – nog ongerept en van een adembenemende schoonheid.

Blijft nog over: de reiskosten. Albanië ligt niet om de hoek. De goedkoopste manier om er te raken is, helaas, een vliegreis. Naar Tirana vliegen is even goedkoop als naar om het even welke andere Europese stad vliegen. Met de trein of de auto kost de reis meer. Maar de meerkosten zijn snel terugverdiend. De snelste weg gaat via Ancona, een Italiaanse havenstad op ongeveer 1400 kilometer van Brussel. Vanuit Ancona kunt u de nachtboot nemen naar Durrës, 35 kilometer van Tirana. Heen en terug kost die boot ongeveer 400 euro. Een aardige som, maar u hebt met die nachtboot wel twee overnachtingen uitgespaard.

Besparing?

Eten en overnachten kost in Albanië minstens de helft van wat het in, bijvoorbeeld, Italië kost. Een koppel met twee kinderen dat voor deze basisbehoeftes 70 euro uitgeeft in Albanië, is in Italië makkelijk 140 euro kwijt. Dat betekent dat u in twee weken tijd on- geveer 1000 euro bespaart. Trek daar de bootreis af, en u houdt nog altijd 600 euro over.

4. Ga kamperen

Goed tien jaar geleden werd de reissector stevig door elkaar geschud door Airbnb, een online marktplaats waarop, aanvankelijk toch, particulieren een overnachtingsplaats te huur aanboden. Het leek een geweldige innovatie, een zogeheten ‘disruptie’ die reizen nog democratischer zou maken dan het al was. Vandaag weten we beter. De particulieren maakten steeds vaker plaats voor commerciële spelers, een goedkoop alternatief voor het hotel is Airbnb al lang niet meer.

Vandaar dus: neem uw overnachtingsplaats mee. Kamperen is niet alleen véél goedkoper, het is – zolang u de megacampings of de al te regenachtige of koude regio’s weet te mijden – ook een stuk aangenamer. Zet uw tent op, gooi je schoenen uit, voel het gras onder uw blote voeten en rust en vrede zullen als bij toverslag over u neerdalen. Kamperen wordt vaak geassocieerd met buitenlucht, bossen, natuur. Maar vergeet niet dat u uw tent ook kunt opslaan naast, en in sommige gevallen zelfs in de grote steden. Zo zijn er – het hele jaar geopend – de Camping de Paris (campingparis.fr), aan de rand van het Bois de Boulogne, en de ‘Camping in Town’ in Rome (roma.huopenair.com), op 8 kilometer van het centrum. Een stuk ruimer is de keuze in Berlijn, waar u een rist campings vindt langs de meren in het westen van de stad.

Albanië: zijn mix van Italiaanse, Ottomaanse en communistische architectuur, zijn uitstekende en spotgoedkope keuken! Alleen de wijn is er slecht.

Besparing?

Ga ervan uit dat kamperen minstens de helft goedkoper is dan een overnachting via Airbnb. Wij verbleven deze zomer met ons zeskoppige gezin een week lang op een camping aan de kust van Asturië, Spanje. We betaalden daarvoor 440 euro. Een week later huurden we via Airbnb een ruim appartement aan de Portugese kust. Het kostte ons 1100 euro. Een week langer kamperen had ons dus 660 euro bespaard.

‘Beginners’ moeten natuurlijk wel rekening houden met de kosten van het kampeermateriaal, te beginnen bij de tent. Die hoeft niet veel te kosten. Bij Camping Zorro in Kampenhout (campingzorro.be) vondt u al vanaf 300 euro ruime gezinstenten die zonder ongelukken minstens vijf jaar meegaan. En natuurlijk kunt u het nodige materiaal ook huren of lenen. Tal van tips vindt u elders in dit nummer, in het artikel over de deeleconomie.

5. Verken musea met een voordelige Museumpas

Bezoekt u geregeld een Belgisch museum? Dan is de aankoop van een museumpas een budgettair verstandige zet. Zo’n pas kost 59 euro en geeft u een jaar lang toegang tot zo goed als alle musea in ons land. Zeker geen zotte kosten, als u weet dat een ticket voor het vernieuwde Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen 20 euro kost. En het kan, als u een beetje uitkijkt, nog veel goedkoper. Zo zijn de Gentse musea elke zondagochtend gratis, zij het enkel voor Gentenaren. In Brussel zijn, onder meer, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten elke eerste woensdag van de maand gratis toegankelijk, ook voor niet-Brusselaars. En nog een tip: op 6 november en 4 december kunt u ook de zopas geopende Joan Miro-expositie in het BAM (Bergen/Mons) gratis bezoeken.

Op de cultuurfactuur valt nog veel meer te besparen. Zo zijn er uitstekende alternatieven voor de ook in periodes zonder energiecrisis schier onbetaalbare zomerfestivals. Neem het Absolutely Free Festival. Dat naar verluidt zeer sympathieke tweedaagse festival vindt elke zomer plaats op C-Mine in Genk, en mocht dit jaar, naast een hoop andere mooie namen, het Syrische popfenomeen Omar Souleyman op de affiche zetten. Eveneens gratis: Maanrock, het Mechelse stadsfestival waar zowat elke popliefhebber zijn gading kan vinden.

De laatste culturele bezuinigingstip is voor de theaterliefhebber. Nog voor een toneelstuk in première gaat, is er een try-out. Die voorstelling is vaak op eenvoudig verzoek gratis bij te wonen.

Besparing?

Dagtickets voor Werchter of Pukkelpop kosten respectievelijk 125 en 115 euro. Met een gratis alternatief bespaart u dus minstens 115 euro.

6. Een speeltuig in de tuin? Maak het zelf

Als we even niet helemaal objectief mogen zijn: we zijn geen fan van die buitenmaatse speeltuigen die je in na- genoeg elke Vlaamse tuin ziet. Doorgaans zijn ze lelijk, zelden zagen we er kinderen in spelen en ze kosten u al snel een elektriciteitsfactuur of twee. Maar er is ook een alternatief: een speeltuig dat uw tuin niet ontsiert, waar kinderen wél graag in spelen en dat – hoe gek het ook mag klinken – weinig tot niets kost. Het alternatief waarvan sprake is het speeltuig dat u zelf in elkaar timmert. ‘Na de dood van mijn schoonmoeder’, vertelde een man die er inmiddels zijn beroep van heeft gemaakt aan De Standaard, ‘heb ik voor het eerst een kasteel gemaakt, van haar oude kast.’

Het inspireerde ondergetekende, van nature beslist geen handige harry, om zelf aan de slag te gaan met in onbruik geraakte meubeltjes en her en der bijeengesprokkeld hout. Toegegeven, over de esthetische kwaliteiten van het uiteindelijke resultaat kan enige discussie bestaan. Maar de kinderen vinden het leuk, er wordt in gespeeld en het heeft ons alleen de prijs van een bol sisaltouw gekost.

Besparing?

De eenvoudigste speeltoren, de zogenaamde ‘BnB Wood schommel Alaska Adventure Commando’, kost bij Dreamland 489 euro. Voor onze eigen constructie betaalden we 6 euro, de prijs van een bol sisaltouw bij Hubo. Besparing: 483 euro.

Partner Content