Waarom de tv-serie ‘1985’ zo duister is (deel 5): de bommen van de CCC

Advocate Vicky Verhellen tegen haar vriendin Chantal, lid van de CCC: ‘Je beseft toch dat je opdrachtgevers je gebruiken?’. © VRT
Walter Pauli

In 1984 begonnen ook communistische terroristen bommen te plaatsen. Was het rode gevaar ineens ook in België actief?

De jaren van geld, geweld en gevaar

De VRT-fictieserie 1985 toonde een grimmig beeld van de jaren tachtig: een hard, gevaarlijk en op de koop toe erg lang decennium. Net zoals de Britse historicus Eric Hobsbawm de twintigste eeuw definieerde als ‘the short twentieth century’, kende België tussen 1972 en 1998 zijn ‘lange jaren tachtig’. Het was een gruwelijk uitgesponnen decennium van geld, geweld en gevaar.

De tv-serie 1985 – géén geschiedenisles, wel met flair gebrachte fictie – zoomt niet alleen in op het harde milieu van de rijkswacht, maar ook op het veel zwieriger studentenleven. Studenten betoogden voor elke goede zaak: tégen hoger inschrijvingsgeld, tégen het imperialistische Amerika, tégen apartheid. Een Gentse studente genaamd Chantal sloot zelfs aan bij de Cellules Communistes Combattantes (CCC), die in 1984 en 1985 bomaanslagen pleegde.

De Gentse studente belandt in de tv-serie in de cel, haar advocaat blijkt haar oude vriendin Vicky Verhellen te zijn. Het komt tot een confrontatie, waarbij de advocate uiteindelijk de vraag stelt die er tot vandaag toe doet als men het heeft over de CCC: ‘Je beseft toch dat je opdrachtgevers je gebruiken, Chantal?’

Opdrachtgevers: het hoge woord is eruit. Eigenlijk geloofde niemand dat de CCC helemaal op eigen houtje opereerde. Daarvoor ontbrak een helder politiek of ideologisch kader. En welke reële ambitie zouden vier anonieme jongeren hebben gekoesterd die samen de kern van de CCC vormden? Het land leiden? De koers van de geschiedenis mee bepalen? In De Standaard van 13 december 1984 schreef Manu Ruys al dat de CCC hem bevreemdde: ‘Het terrorisme van de CCC verzwakt de vredesgedachte en versterkt de invloed van de haviken. De kernvraag is dan wel, wie daar belang bij heeft?’

800 kilo dynamiet

De eerste ‘officiële’ bom van de CCC ontplofte op 2 oktober 1984 in Evere bij het bedrijf Litton, de Amerikaanse fabrikant van de besturingssystemen van de kruisraketten. In het begin kon de CCC rekenen op een vage progressieve sympathie voor de ‘rode robin hoods’: de westerse vredesbeweging stond uitgesproken vijandig tegenover de VS van Ronald Reagan. Eerder al had de West-Duitse Rote Armee Fraktion (RAF) zelfs enige aanhang.

In dat internationale milieu van RAF-sympathisanten zocht Pierre Carette (°1952) naar zijn plaats. Carette was een drukker van linkse pamfletten en publicaties. Vooral de Fransman Frédéric Oriach sprak hem aan. Oriach was een boegbeeld van de Noyaux armés pour l’autonomie populaire (NAPAP), de ‘Gewapende Kernen voor Volksautonomie’. In naam van de revolutie had hij bommen doen ontploffen, branden gesticht en een moord gepleegd. ‘Ik ga ervan uit dat je gewapend moet zijn zolang er nog maar één flik overblijft, ook al regelt die maar het verkeer’, oreerde Oriach. De te bestrijden vijanden? Zeker níét de rechterzijde. Wel: ‘Het open en verdoken nationalisme. Het antiterrorisme en de variant ervan, het parlementarisme. Het electoralisme. Het antifascisme en het reformisme.’ Pierre Carette had zijn profeet gevonden.

Carette trok (amper) drie lotgenoten aan: de tengere Pascale Vandegeerde (1957-2022), de mensenschuwe, in Congo geboren Didier Chevolet (°1957), en Bertrand Sassoye (°1958), een beroepsmilitair en al snel een deserteur. Ze noemden zich Cellules Communistes Combattantes (CCC) – het meervoud in de naam is eigenlijk gelogen – en kozen voor een opvallend rudimentair logo, drie C’s op een rode, vijfpuntige ster tegen een zwarte achtergrond. Het had het voordeel van de duidelijkheid.

Het logo van de CCC: rudimentair maar duidelijk.

Met z’n vieren begonnen ze met de uitbouw van een eigen terroristische organisatie, zoals andere vrienden samen een cafeetje zouden openen. Alleen hoefden die laatsten geen wapens te pakken te krijgen in een kazerne van de Ardense Jagers in Vielsalm, waarbij één soldaat voor dood werd achtergelaten, of in een verlaten maar zwaar beveiligde steengroeve meer dan 800 kilo dynamiet stelen. Dat deden Carette en co. dus wel. Hoe precies, met welke informatie en mankracht, blijft een open vraag.

Haasje-over met de Bende

In 1984 sloeg de CCC in totaal 9 keer toe, in 1985 kwamen er nog 15 aanslagen bij. Ze viseerden zowel bedrijven zoals Honeywell Bull en Motorola als militaire doelen (het vliegveld van Bierset), maar evengoed politieke doelwitten (het liberale studiecentrum Paul Hymans in Brussel en het CVP-secretariaat in Gent, ongeveer bij premier Wilfried Martens om de hoek), Belgische grootbanken (het gebouw van de Generale Bank in Charleroi, de Kredietbank in Leuven en de Bank Brussel Lambert in Etterbeek). De vier simpele CCC’ers konden en durfden blijkbaar alles.

De spectaculairste (en meest gecompliceerde) aanslag was die op de geheime NAVO-pijplijnen, waarbij op vijf cruciale punten tegelijk een bom ontplofte. Hoe deden vier CCC’ers dat? Men neemt aan dat ze buitenlandse hulp kregen, wellicht van de Franse Action Directe en uit West-Duitse RAF-kringen. De politie van Frankfurt had al een kaart van de Europese NAVO-pijplijnen gevonden in een villa. Infiltranten keken voortdurend mee.

In zijn hoogst intrigerend boek De CCC. De staat en het terrorisme (1986) analyseerde auteur en advocaat Jos Vander Velpen (de latere voorzitter van de Liga voor Mensenrechten) de modus operandi van Carette en co. Het sleutelhoofdstuk heet ‘De Bende van Nijvel en de CCC lossen elkaar af’. Vander Velpen verwees naar het merkwaardige tijdstip waarop de CCC in actie kwam. In oktober 1984 ‘vulden ze het gat op’ dat de Bende van Nijvel om een of andere reden had gelaten. Sinds haar Eerste Reeks aanslagen (1982-1983) was de Bende van Nijvel niet meer actief. Pas in de herfst van 1985 maakte de Bende haar comeback met de nog vreselijkere Tweede Reeks. Maar door het haasje-over tussen CCC en Bende, in 1984-1985, bleef België vier jaar lang in de greep van terreur. Daarbij zette de CCC graag een heel grote mond op. ‘Wie ontvoert of executeert de rechters, de NAVO-generaals, de leiders van de werkgevers en de reactionaire regeringen? De communisten! Voor ons is een mensenleven van geen tel.’ Terwijl de CCC eigenlijk mikte op materiële schade.

‘Gepiegeerde wagen’

Een uitstekend voorbeeld van zo’n CCC-aanslag was die op Sibelgaz, op 8 oktober 1985 in Laken. De CCC’ers loodsten een bomauto binnen op het bedrijfsterrein. Uit een luidspreker klonk eerst een waarschuwing, vervolgens fanfaremuziek en de Internationale. Dan een enorme knal. Nooit eerder veroorzaakte een CCC-aanslag zo veel materiële schade. Merkwaardig toch: met deze bomaanslag wilde de CCC niet de bedrijfswereld treffen, maar de linkse partijen: ‘Van SP tot KP, van de jonge generatie van de PVDA tot de Groene feodalen: het zijn allemaal historische verraders.’

Toch was 1 mei 1985 een keerpunt geweest. De Brusselse brandweer inspecteerde toen een bestelwagen die geparkeerd stond in een straatje naast de hoofdzetel van het de Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Op de grond lagen CCC-pamfletten met de slecht vertaalde, haast onbegrijpelijke waarschuwing ‘Opgelet: gepiegeerde wagen’. Niemand wist dat het een bomauto betekende. De ontploffing sloeg een krater van twee meter diep. Twee brandweerlui overleefden de aanslag niet. Willens nillens zaaide ook de CCC dood en terreur.

Ondanks dit noodlottige CCC-pamflet stierven op 1 mei 1985 twee brandweerlui bij een aanslag met een bomauto.

In zijn Memoires beschreef premier Wilfried Martens (CVP) accuraat hoe paniek in november 1985 het land in zijn greep kreeg: ‘De balans van de terreuraanslag (van de Bende van Nijvel, nvdr) was huiveringwekkend. De bevolking verkeerde in shock, temeer omdat de CCC in dezelfde week al vier bomaanslagen hadden gepleegd en bij een overval op een geldtransport twee doden waren gevallen.’

Het is inderdaad amper te geloven, maar uitgerekend in die buitengewoon gewelddadige week vond, naast de aanslagen van de Bende en de CCC, ook nog een moorddadige overval plaats op een postauto in Verviers. De dader was… de grote, blonde gangster Patrick Haemers. De krant Het Volk stelde droogjes vast: ‘Ons land verkeert in burgeroorlog.’

Golf GTI’s

Premier Martens had alle moeite om minister van Justitie Jean Gol in te tomen – binnen de regering was deze Franstalige liberaal ‘le plus dur des durs’. Martens: ‘Gol nam de terreurbestrijding nauw ter harte en overschreed daarvoor zelfs de grenzen van zijn eigen bevoegdheid. Al in juni 1983 richtte hij in het geheim een antiterreurcollege op. Later zou hij herhaaldelijk pleiten voor de oprichting van een nationale gerechtelijke politie met verregaande bevoegdheden, naar analogie van het Amerikaanse FBI.’

Als eerste minister deed Martens er nog een schep bovenop. Alle politiediensten, maar vooral de rijkswacht, kregen een pak geld erbij. En omdat de ‘details’ het altijd doen: de rijkswachtpatrouilles werden voortaan opgetuigd in de stijl van de Bende van Nijvel: ook zij trokken er voortaan opuit in kogelvrije vesten, met een zwaardere bewapening en vooral in snelle Volkswagen Golf GTI’s.

Na het rampjaar 1985, met al die aanslagen van de Bende en de CCC, was de grootste verandering dat het officiële repressieapparaat merkbaar sterker uitgerust werd. Het maakt het raadsel van de CCC alleen maar groter. Waarvoor deden ze het? Wie hielp hen? Wie voorzag vier outcasts van fondsen, wapens en safehouses zodat het hele politionele apparaat van het land hen een jaar lang niet vond?

En zeggen dat hun arrestatie uiteindelijk vrij eenvoudig verliep. Op 16 december 1985 werden de vier belangrijkste CCC’s door een grote politiemacht aangehouden in Namen. De gewelddadigste communisten van het land zaten met een hamburger en een cola in een McDonald’s, het symbool van het succes van het Amerikaanse consumptiekapitalisme. Hun rol was uitgespeeld.

Partner Content