Herman Matthijs (UGent, VUB)

Begrotingsexpert Herman Matthijs pluist Vlaamse begroting uit: ‘Dringend nood aan kerntakendebat’

‘Vlaanderen heeft de betere begroting van het land, maar het is opletten voor het tekort en de toenemende schuld’, schrijft Herman Matthijs (UGent/VUB).

De afgelopen dagen is het Vlaams Parlement gestart met de bespreking van de ontwerpbegroting 2023. De 154 bladzijden dikke algemene toelichting geeft een volledig overzicht van de Vlaamse begroting, zijn openbare financiën, de economische-financiële parameters enzovoort. Er is wel een groot probleem: amper iemand in de Vlaamse deelstaat leest dit document.

Ontvangsten

Voor 2023 wordt volgens de Vlaamse begroting gerekend op 57 miljard euro aan inkomsten en dat is 9 miljard meer dan 2021, het laatste jaar waarvoor er definitieve cijfers zijn. De belangrijkste inkomens:

– de dotaties voor de gemeenschap: 29,6 miljard (plus 5,6 miljard in vergelijking met 2021)

– de aanvullende belasting op de personenbelasting: 9,4 miljard (plus 1,6 miljard)

– de eigen gewestelijke belastingen: 7,6 miljard (plus 200 miljoen)

– de gewestelijke dotaties 3,4 miljard (plus 900 miljoen)

Je kan binnen de inkomsten twee grote groepen onderscheiden. Ten eerste de dotaties, ten tweede de eigen middelen.

Ongeveer 43 miljard euro is afkomstig van allerlei soorten dotaties als gevolg van de Bijzondere Financieringswet (BFW). De rest, zo’n 14 miljard, zijn eigen middelen. Deze laatste groep wordt geïnd door de Vlaamse belastingdienst en omvat onder andere: het verkooprecht dat betaald wordt bij de aankoop van vastgoed (2,7 miljard), de erfbelasting (1,6 miljard), de verkeersbelasting (1,1 miljard) enzoverder. De grondbelasting brengt maar 215 miljoen euro op voor de Vlaamse schatkist en dat heeft te maken met het feit dat het overgrote deel van deze taks naar de gemeenten gaat.

Sinds 2021 is de Vlaamse gewestelijke belasting zoals gezegd toegenomen met 200 miljoen. De volgende jaren mogen we een politieke discussie ontstaan over de kilometerheffing en de problematiek van de opcentiemen en het kadaster. Trouwens, het kadaster is nog steeds federaal. Gezien het feit dat Vlaanderen veel eigen woningen telt (80 procent) kan de mogelijke invoering van een vermogenstaks voor sommige politieke partijen een regelrechte rit naar de electorale afgrond betekenen.

Dat de inkomsten met 9 miljard stijgen in vergelijking met 2021 komt vooral door de hoge inflatie én is ook het gevolg van de manier waarop de BFW werkt – waarover straks meer. In elk geval ligt een wijziging van die BFW niet voor de hand, want dat vereist een bijzondere meerderheid. En zoek die maar eens in het huidige politieke veld.

Lees verder onder het artikel

Uitgaven

De vereffeningskredieten, ook bekend als de betalingskredieten, worden geraamd op 62,3 miljard euro voor 2023. Dat is in vergelijking met het jaar 2021 een toename van liefst 11,5 miljard euro. De hitparade der uitgaven ziet er als volgt uit:

  • Onderwijs: 17,5 miljard (plus 2,4 miljard)
  • Welzijn: 15,9 miljard (plus 2,3 miljard)
  • Kanselarij/bestuur /buitenland/justitie: 5,6 miljard (plus 700 miljoen)
  • Financiën/begroting: 5,3 miljard (plus 3,2 miljard)
  • Mobiliteit/openbare werken: 5,1 miljard (plus 900 miljoen)
  • Werk/sociale economie: 3,9 miljard (plus 500 miljoen)
  • Omgeving: 3,6 miljard (plus 1 miljard)
  • Economie/innovatie: 3,1 miljard (plus 900 miljoen)
  • Cultuur/sport /media: 1,5 miljard (plus 200 miljoen)
  • Hogere entiteiten: 157 miljoen (plus 28 miljoen)

Het aandeel van Onderwijs in de uitgaven bedraagt 28 procent en Welzijn komt uit op 25 procent. Samen zijn beide gemeenschapsbevoegdheden goed voor meer dan 53 procent van alle Vlaamse uitgaven.

Maar in het hypothetisch geval dat Vlaanderen een Franstalige structuur zou hebben, met een splitsing van het gewest en de gemeenschap, dan was de Vlaamse gemeenschap ook failliet (aangezien de dotaties aan de Vlaamse gemeenschap 29,6 miljard euro bedragen, terwijl de uitgaven aan Onderwijs en Welzijn samen meer dan 33 miljard bedragen). We zouden dan hetzelfde probleem zien als bij de Franse Gemeenschap.

Op wat langere termijn bekeken is het trouwens duidelijk dat beide posten in Vlaanderen budgettair geëxplodeerd zijn: in 2015 werd Onderwijs begroot op 10,8 miljard euro en Welzijn op 10,3 miljard, samen 21 miljard. Een stijging van meer dan 50 procent.

Voor heel de uitgavenvergroting weegt het indexsysteem van de lonen en de uitkeringen (bijvoorbeeld het Groeipakket, de vroegere kinderbijslag) door, net als de oplopende kost aan leningen.

Opvallend is toch wel dat de gewestbevoegdheden budgettair veel lager worden begroot dan die van de gemeenschap. Als men hetzelfde niveau van wegen wenst te hebben in Vlaanderen dan in Nederland, dan zal men daarin nog aardig wat mogen investeren.

Schuld

Volgens het geconsolideerde Europees stelsel van nationale en regionale rekeningen (ESR) zijn de Vlaamse ontvangsten dus 57 miljard euro. Die som is nog steeds groter dan de totale geconsolideerde Vlaamse schuld (45,2 miljard). De schuld bedraagt dus 74 procent van de ontvangsten.

Vlaanderen is het enige deel van deze federale staat waar de ontvangsten groter zijn dan de schuld. Daarom kan Vlaanderen zijn volledige schuld aflossen met de jaarlijkse som van ontvangsten. Voor de rating is dit een meer dan belangrijke parameter en het is aan te raden dat Vlaanderen in de nabije toekomst daar de nodige aandacht voor blijft hebben. Trouwens, van deze 45,2 miljard schuld is er maar 31,3 miljard directe schuld. De overige miljarden zijn gerelateerd aan onder meer de huisvestingsmaatschappijen en de ziekenhuisinfrastructuur.

Lees verder onder het artikel

Tekort

Het geconsolideerd ESR-tekort bedraagt in Vlaanderen 5,3 miljard euro. Rekening houdend met de onderbenutting, de ESR-correcties en de buiten begrotingsdoelstellingen (bijvoorbeeld het Oosterweelproject) zakt het tekort naar 1,9 miljard, en dat is 300 miljoen euro beter dan in 2022 en 500 miljoen beter dan in 2021.

Parameters

Nog dit: de Vlaamse algemene toelichting bevat ook interessante cijfers over een aantal parameters die van fundamenteel belang zijn voor de berekening van de dotaties.

Om te beginnen het aandeel van de deelstaten in de inning van de personenbelasting. Vlaanderen is in 2023 goed voor 64,17 procent van de totale inning van de personenbelasting. Wallonië is goed voor 27,10 procent, Brussel 8,31 procent en Ost-Belgien onveranderd op 0,42 procent. Hier ziet men de evolutie van de laatste jaren: het Vlaamse aandeel in de personenbelasting neemt toe, het aandeel van Wallonië en Brussel neemt af.

Bekijken we even het aandeel van de deelstaten in de personenbelasting in verhouding tot hun bevolking. Het Vlaamse aandeel in de Belgische bevolking is 57,8 procent, Wallonië komt op 30,8 procent, Brussel op 10,7 procent en de Duitstalige Gemeenschap op 0,7 procent. Als men deze cijfers afzet tegen het aandeel van de opbrengst van de personenbelasting, dan heeft alleen Vlaanderen een positief getal: plus 6,4 procent. Voor Wallonië is dit min 3,7 procent en Brussel staat op min 2,4 procent. Vandaar dat de twee Franstalige deelstaten steeds zullen ijveren voor nationale solidariteit.

Vooral het dalend aandeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de opbrengst van de personenbelasting in combinatie met een snel stijgende bevolking is problematisch.

Ook opmerkelijk is dat het Vlaamse aandeel in de schoolplichtige leerlingen stijgt tot 58,22 procent (2021: 57,78 procent), terwijl het aandeel van de Franse Gemeenschap daalt van 42,22 procent naar 41,78 procent.

Nog interessant: de financiering van de pendelaars naar het Brussels Gewest bedraagt 61,8 procent voor Vlaanderen en 38,2 procent voor het Waalse Gewest. Dit veel grotere Vlaamse aandeel heeft vooral te maken met de aanwezigheid van de Vlaamse administratie in Brussel, terwijl de Waalse administratie is gevestigd in Namen.

Conclusie

Deze Vlaamse begroting stijgt enorm als je naar de cijfers kijkt en dat is een gevolg van de inflatie en de werking van de Bijzondere Financieringswet. Vooral de omvang van de welzijn- en de onderwijsbegroting vallen op. Vlaanderen heeft de betere begroting van het land, maar het is opletten voor het tekort en de toenemende schuld.

En daarom moet Vlaanderen dringend een kerntakendebat houden, anders krijgt men de begroting niet meer in evenwicht. Maar een budgettaire kenner merkt ook wel dat in deze begroting miljarden nutteloze uitgaven zitten, zoals de honderden Vlaamse subsidies.

Met andere woorden, een Vlaamse begroting in evenwicht en zelfs in overschot met belastingverlagingen, is zeker mogelijk.  

Partner Content