John Vandaele
John Vandaele Journalist MO* en auteur van 'De melkboer en de geschiedenis' (EPO)

Sinds de val van het Oostblok moet Cuba het op zijn eigen manier zien te rooien in de enige wereld die er is, de kapitalistische.

CARLOS TABLADA heeft een ietwat ongewoon curriculum. Tot halverwege de jaren zeventig doceerde hij filozofie aan de universiteit van Havana. Toen kwam de Sovjetizering over Cuba en werd hij geacht een eng ?Marxistisch-Leninistische” kursus in Moskou-stijl te doceren. Tablada weigerde dat, omdat hij vond dat studenten pas kritische geesten worden als ze een brede filozofische vorming krijgen. Het regime gaf de man, die ook een doctoraat in de ekonomie verwierf in de Sovjetunie, een tweede kans : hij mocht Emprova leiden, een belangrijke staatsonderneming die onder meer meubelen produceert. Dat deed hij zeventien jaar lang. Sinds kort verblijft hij in België als onderzoeker bij het Centro de Investigacion de la Economia Mundial, een denktank van de Cubaanse overheid die, zoals de naam zegt, de wereldekonomie bestudeert. Het instituut past uiteraard in de Cubaanse pogingen om aansluiting te vinden bij die wereldekonomie, en in de praktijk treedt Tablada vaak op als kontaktman en fondsenwerver voor allerlei projekten op Cuba.

Onlangs verscheen een Nederlandse versie van het boek van Tablada over het ekonomisch denken van Ernesto Che Guevara. De grondgedachten van dat boek dateren al uit de jaren zeventig, toen Tablada openlijk de Sovjetizering van Cuba aanklaagde. Hij vond dat de Sovjetleiders het marxisme hadden omgezet van een teorie van sociale strijd in een rechtvaardiging van hun persoonlijke macht en rijkdom. ?De nomenklatura eiste een groot deel van de produktie voor zich op. Het enige verschil met echte kapitalisten was dat ze geen eigendomstitel bezaten. In teorie waren de arbeiders eigenaar van de fabriek maar in de praktijk namen ze geen enkele beslissing. Dat waren geen socialistische verhoudingen. Het systeem was enkel gericht op produktieverhoging. Voor subjektieve elementen zoals bewustzijn, participatie of demokratie was geen plaats. Dat staat haaks op Cubaanse tradities waar altijd veel aandacht was voor subjektieve en humanistische aspekten.” Het zal een rode lijn zijn die door het hele gesprek met Tablada loopt : het geloof in de eigen Cubaanse weg, hetzij in de kommunistische wereld van weleer, hetzij in de huidige kapitalistische omgeving.

Vraag is natuurlijk of een klein landje als Cuba in het begin van de jaren zeventig wel een andere keuze had dan de Sovjetweg te bewandelen. Wie ziet welke neergang Cuba meemaakt sinds de grote Sovjetbroer niet langer met massale steun over de brug komt, kan daar niet om heen.

CARLOS TABLADA : We hadden kunnen reageren tegen de onderdrukking van ons denken. Vandaag kent het land in veel benarder omstandigheden een nooit geziene vrijheid van meningsuiting. Zoals we nu met een kritische geest toenadering zoeken tot de kapitalistische wereld, had dat ook gekund tegenover de Sovjets. Trouwens, dat is ook voor een stuk gebeurd. Het feit dat ik nog leef en dat er zelfs nooit een proces tegen me is gevoerd, bewijst dat er op Cuba nooit plaats is geweest voor Stalinisme.

Maar toen was het, net als nu, op Cuba onmogelijk om met een andere partij, of zelfs maar tendens, in te gaan tegen die éne partijlijn.

TABLADA : Dat hadden we kunnen toelaten, indien daar niet op 150 kilometer van onze kust de Verenigde Staten hadden gelegen, die elke kans aangrepen om de oppositie te steunen. U bent toch niet vergeten dat in Nicaragua, Violeta Chamorro met haar VN-koalitie negen miljard frank kreeg van de VS voor haar verkiezingscampagne tegen de Sandinisten ? Stel je voor dat zoiets in België zou gebeuren. Dat, bijvoorbeeld, de VLD zo’n bom geld kreeg van, pakweg, Duitsland ? Dat zou een schandaal zijn, maar in Amerika mag dat blijkbaar wel.

Toch heeft Cuba veel te danken aan zijn bevoorrechte relaties met het Oostblok.

TABLADA : Cuba ontving van de Sovjets vele miljarden dollars, die het land toelieten zich te ontwikkelen zoals geen enkel ander land van de derde wereld. We vonden in de Oostbloklanden ook een markt die ons een eerlijke prijs voor onze goederen gunde. Een beetje zoals de ACP-landen preferentiële prijzen kregen van Europa onder de Lomé-akkoorden. Dat heeft ons geen windeieren gelegd : volgens de Wereldgezondheidsorganizatie klom de gemiddelde levensduur op Cuba van 59 naar 75 jaar en daalde de kindersterfte van 40 naar 9.9 per duizend. Het onderwijs is gratis en er bestaat sociale zekerheid.

U stelt dat die verwezenlijkingen nog altijd intakt zijn. Is dat niet verbazend, gezien de impact van de val van het Oostblok op Cuba ?

TABLADA : In één klap viel 85 procent van onze buitenlandse handel, 98 procent van onze olie-invoer, 80 procent van onze grondstoffeninvoer en 70 procent van onze invoer van machines en wisselstukken weg. De nationale produktie daalde met 40 procent op drie jaar tijd. Maar in 1995 groeide de Cubaanse ekonomie voor het eerst sinds 1991 opnieuw : met twee procent. Dat wijst erop dat Cuba erin zal slagen zich aan te passen aan de internationale markt én een minimum aan sociale verwezenlijkingen te behouden.

Hoe heeft Cuba op die enorme klap gereageerd ?

TABLADA : Niet met repressie want de vrijheid is juist toegenomen. We hebben ons opengesteld voor de wereld. Zelfs The New York Times erkent dat de vernieuwing van de bureaukratie sinds 1992 versneld is doorgezet. Fidel Castro wordt nu omringd door jonge kaders. De landbouw werd hervormd : 60 procent van de staatsondernemingen werd omgezet in koöperatieven. Daardoor verdween de agrarische bureaukratie en moeten de landarbeiders zelf hun administratie en verkoop regelen. De helft van de bureaukratie is al afgevloeid.

Is dat niet te optimistisch ? Dit jaar vallen nog eens honderdduizenden ontslagen in de publieke sektor. Dat zal tot massale werkloosheid leiden, terwijl de ongelijkheid nu al fel is toegenomen en de prostitutie opnieuw bloeit in Havana.

TABLADA : Dat klopt, maar een en ander wordt ook overdreven. Natuurlijk is er op Cuba een zwarte markt. Natuurlijk is er werkloosheid, korruptie en prostitutie. Is het niet normaal dat twintig tot dertig procent van de samenleving tijdens zo’n krisis daardoor wordt aangetast ? We mogen niet alleen het negatieve zien : zeventig procent van de Cubanen verkeert niét in die situatie, en de ekonomie groeit weer.

U vertrouwt erop dat vele afgedankten zelfstandig zullen worden of in dienst zullen treden van privé-ondernemingen of van joint ventures tussen de Cubaanse staat en de buitenlandse investeerders ?

TABLADA : De peso heeft zich in elk geval hersteld : in augustus 1994 kreeg je 120 peso voor een dollar, nu nog 25. De inflatie is onder kontrole, het overheidstekort is in 1995 met driekwart verminderd. Wij doen wat Frankrijk momenteel niet kan.

Fidel Castro was onlangs op bezoek in China om het geheim van de Chinese ekonomische bloei te bestuderen. Zal Cuba de Chinese weg volgen : liberalizering van de ekonomie met een autoritaire overheid ?

TABLADA : En waarom zouden we niet de Cubaanse weg zoeken ? Er is een gelijkenis met China omdat we trachten de sociale orde te behouden en omdat de staat een belangrijke rol blijft spelen, maar dat laatste was ook het geval in Japan, Zuid-Korea, Taiwan, Indonesië en zelfs het Chili van generaal Pinochet. Kortom, in bijna alle landen die forse groei kenden. Cuba wil een zachte landing maken in de enige wereld die er is, de kapitalistische. We bouwen niet meer aan het socialisme maar willen wel zoveel mogelijk behouden van onze verwezenlijkingen.

Sommigen zien in Cuba al een toekomstige ?Caraïbische tijger”. Ten slotte moet een land dat naar Latijnsamerikaanse normen erg veilig is, over een redelijke infrastruktuur en een hoge scholingsgraad beschikt, aantrekkelijk zijn voor investeerders. Zal de socialistische periode later gezien worden als een intermezzo dat de weg bereidde voor buitenlandse investeerders ?

TABLADA : We kunnen een Caraïbische tijger worden, maar ook weer op onze eigen manier. Leiders van grote Amerikaanse bedrijven komen naar Havana om over investeringen te praten. Bijwijlen staan ze zelfs in de rij, maar het verschil met de tijd vóór 1959 is dat ze nu onze kondities aanvaarden. De regels van het spel zijn veranderd.

Bij buitenlandse ondernemers kunnen werknemers rekenen op minimale sociale garanties wat arbeidsduur, loon, veiligheid en hygiëne betreft. Kan Cuba dat volhouden als de werkloosheid toeneemt ? De speciale ekonomische zones in China hebben veel weg van het wilde kapitalisme dat ook Rusland kent.

TABLADA : Je mag het kultureel en individueel bewustzijn van Chinezen en Russen niet vergelijken met dat van de Cubanen. Cuba kende nooit een Ivan de Verschrikkelijke ; het maakt deel uit van het Westen. De bevolking staat in grote mate achter het gevoerde beleid. Dat blijkt uit een opinie-onderzoek van Gallup dat onlangs in The Miami Herald verscheen.

Sommigen voorspellen dat die consensus ineenstuikt als Castro wegvalt.

TABLADA : Zelfs het Pentagon geeft toe dat het leiderschap op Cuba geen eenmanszaak is. Er is een kollektief leiderschap. Daarbij moet je afstappen van de idealizering van dat meerpartijensysteem : je moet dat in zijn kontekst zien. Als de VS hun agressieve houding aanhouden, blijven we een eenpartijstaat. Interne verdeeldheid zou van Cuba opnieuw een Amerikaanse kolonie maken. Als de VS een Cuba-beleid voeren zoals bijvoorbeeld België dat heeft, zal ik de eerste zijn om een andere partij op te richten. Dat betekent dat de VS hun militaire basis op Cuba en hun hegemonistische visie opgeven. Laten we wel wezen : het eenpartijsysteem is geen punt voor 95 procent van de Cubanen. Voor de revolutie hadden we vijf partijen maar er was amper inspraak. Een meerpartijensysteem is geen synoniem voor demokratie.

John Vandaele

La Havana : op eigen kracht uit de diepe ekonomische put ?

Carlos Tablada : op zoek naar de Cubaanse weg.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content