Op hotel voor het goede doel

© GF
Ronald Meeus

Geen stickeractie kan het lagere aantal donaties vanuit het rijke deel van de westerse wereld compenseren. Het Rode Kruis zoekt nieuwe inkomsten, en in Kenia kwam het uit bij een activiteit die weinig met zijn corebusiness te maken heeft: het runnen van een luxehotel.

Kenia. Een overnachting in The Boma Nairobi, een vijfsterrenhotel in het hart van de Keniaanse hoofdstad, kost 220 tot 1500 euro. Behoorlijk prijzig voor een hotel op die reisbestemming, maar de hotelgast krijgt er, naast de gebruikelijke accommodaties van een vijfsterrentent, ook zielenrust voor in de plaats: de winst die de onderneming maakt, wordt rechtstreeks ingezet voor humanitaire doeleinden. Het hotel is het eigendom van het Keniaanse Rode Kruis.

Het project kostte de organisatie 18 miljoen euro, waarvoor ze een banklening aanging. Maar de onderneming zou, zelfs met de personeelskosten die zijn verbonden aan een staf van 500 mensen en een zware schuldaflossing, zo snel mogelijk winst moeten maken. Het Rode Kruis is daarvan overtuigd dankzij een kleiner hotelproject dat het enkele jaren geleden startte: het eveneens in Nairobi gelegen driesterrenhotel Boma Inn. Dat is sinds zijn opening voor gemiddeld 75 procent volgeboekt. Het nieuwe hotel profiteert mee van de aanwezigheid van multinationale bedrijven als Coca-Cola en General Electric, die in Nairobi hun Afrikaanse hoofdkwartier hebben gevestigd.

Hoteldirecteur Mugo Maringa, die beide verblijven runt, heeft zelfs een agressief expansieplan: hij wil zo snel mogelijk een Boma-hotel in elke grote stad in het land. En het Rode Kruis laat hem doen: zolang het kan delen in de winst en gratis gebruik kan maken van de conferentiezalen, is het goed. ‘De organisatie bemoeit zich niet met de hoteloperaties’, zei Maringa tijdens de opening van het hotel in januari.

Winstgevende operaties worden steeds belangrijker in het inkomstenmodel van nationale Rode Kruisafdelingen, nu donorfondsen uit het economisch bange Westen scherp zijn gedaald. Volgens een recent onderzoek van de Internationale Federatie van het Rode Kruis is donorgeld nog maar goed voor 25 procent van de inkomsten van gemiddelde landelijke organisaties. Voor 51 procent moeten ze zelf goederen en diensten commercialiseren, voor een groot stuk uit de verkoop van EHBO-kits en het geven van eerstehulptrainingen. Steeds vaker hebben acties helemaal niets te maken met de corebusiness. Zo is er een snackbar in Belize, een bouwbedrijf en tankstationketen in Sri Lanka en een private ambu-lancedienst in Thailand. ‘We willen onze inkomstenstromen zo breed mogelijk spreiden. Andere Rode Kruisorganisaties zullen dat voorbeeld nog volgen’, zegt woordvoerster Reeni Amin Chua van de federatie.

Ronald Meeus

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content