De Franse autoconstructeurs geven meer dan ooit de toon aan in het segment van de kleine familie- en stadswagens. Spaarzaamheid, originaliteit en functionaliteit blijken de sleutels tot hun succes.

Peugeot verkocht tijdens het eerste half jaar van 2004 wereldwijd meer dan een miljoen wagens, goed voor een stijging van zes procent. En dit terwijl de meeste autoconstructeurs minder verkopen. Olga Rémy (Peugeot) wijt de goede resultaten in de eerste plaats aan ‘een spectaculaire vooruitgang van 41,5 procent in Oost-Europa en in het gebied rond de Middellandse Zee. Vooral Turkije scoorde bijzonder goed.’ In Zuid-Amerika slaagde Peugeot erin zijn verkoop te verdubbelen.

De topdrie op de ranglijst van de meest verkochte auto’s in ons land wordt al enkele jaren ingenomen door Franse merken. Zij doen het vooral goed in het zogenaamde B-segment van de kleine familie- en stadswagens, dat meer dan een derde van de Europese markt omvat, en waarop de constructeurs elkaar bijgevolg stevig beconcurreren.

Tussen 1983 en 2003 groeide de markt voor kleine auto’s met liefst 72 procent. Zelfs een ‘premium’ merk als DaimlerChrysler investeert fors in de uitbreiding van zijn Smart-modellenreeks, om een prominente plaats te veroveren in dit B-segment. Voorlopig zijn de concurrenten van de Franse autobouwers echter op achtervolgen aangewezen.

De Fransen zelf zitten ook niet stil. Eind september presenteren zij op de Mondial de l’Automobile in Parijs enkele opvallende, rijklare modellen, waarmee zij hun voorsprong kunnen uitbreiden. Zowel de Renault Modus als de Citroën C4 beschikken over sterke troeven, maar dé blikvanger wordt zonder enige twijfel de Peugeot 1007, een grappige stadsauto zonder directe concurrenten.

De veiligheid van Renault

De kwaliteit en het uitrustingsniveau van de nieuwe Citroën C4 zou die van Duitse en Japanse concurrenten overtreffen. Bovendien is de prijs in het B-segment – een segment waar elke euro telt – vaak een doorslaggevend verkoopsargument. Wat de klant betaalt, is de optelsom van een aantal vaste en variabele kosten. De Belgische Citroën-dealers rekenen een minimale winstmarge, waardoor hun verkoop stijgt.

De Franse constructeurs produceren blijkbaar ook goedkoper dan hun concurrenten. Ze profiteren optimaal van de synergiemogelijkheden tussen de verschillende merken en maken maximaal gebruik van de ver doorgedreven automatisering en flexibiliteit in de nieuwe fabrieken. Zo streven Peugeot en Ci- troën ernaar alle modellen die op hetzelfde platform worden gebouwd, van een en dezelfde band te laten rollen. Door de fusie met Nissan kan ook Renault de miljardeninvesteringen in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe modellen afschrijven over een veelvoud van wagens. Tijdelijke allianties met andere merken dienen hetzelfde doel. Zo bracht Peugeot – in samenwerking met Ford en Jaguar – onlangs een krachtige dieselmotor op de markt, die bestemd is voor de grote luxemodellen van de drie merken. De nieuwe fabriek in Tsjechië wordt gebouwd in samenwerking met Toyota. Volgend jaar loopt de opvolger van de Peugeot 106-reeks van de band.

Ook veiligheid blijkt een troef in Franse handen. Zes nieuwe Renault-modellen behaalden vijf sterren bij de crashtests van EuroNCAP, een bevestiging van de positie van Renault als marktleider op het vlak van veiligheid. Franse auto’s zijn veiliger en goedkoper. En ze maken ook emoties los.

De aanzet werd gegeven door Patrick le Quément . Zijn gedurfde en innoverende modellen bezorgden Renault begin jaren negentig de ene na de andere designprijs. Zijn creaties zijn zowel naar inhoud als vorm grensverleggend. Zo hebben de modellen Twingo en Scénic nieuwe marktsegmenten gecreëerd. Hun commercieel succes heeft positief bijgedragen tot het jeugdig en sportief imago dat aan de basis ligt van de groeiende succes van het merk.

Le Quéments allernieuwste schepping is de Renault Modus. Renault, de Créateur d’Automobiles, heeft het over een ‘kleine auto met een groot hart’. De verschuifbare achterbank met twee plaatsen kan snel worden uitgebreid tot drie. En de grote achterklep met dubbele opening of de speciaal voor dit model ontworpen fietsendrager, beklemtonen het modulair en gebruiksvriendelijk karakter van de Modus. De rijkelijke uitrusting en de talrijke comfortvoorzieningen zijn aan het hogere segment ontleend, zij moeten comfortbewuste kopers over de streep halen. De Modus is vanaf dit najaar te koop en wordt gebouwd in het Spaanse Valladolid, in een van de meest productieve autofabrieken van Europa.

Het ei van Peugeot

Bij de nieuwe Peugeot 1007 – een sympathieke en tegelijk ietwat grappige verschijning – staat het gebruiksgemak voorop: hoge zitpositie met goed uitzicht, grote laadruimte en multifunctionele indeling. Maar voor alles is de Peugeot 1007 uitgerust met twee elektrische schuifdeuren, een unicum. Zij maken het in- en uitstappen tot een makkie, vooral in de stad of op plaatsen waar de ruimte beperkt is, zoals parkeergarages. Door het grote glasoppervlak en de ver naar achter geplaatste middenstijl heeft de bestuurder vrij zicht op de verkeerssituatie. De schuifdeuren worden via een elektromotor en een kabel bediend, en ze zijn in alle omstandigheden veilig: ze kunnen niet worden geopend zodra de auto sneller dan 5 km/u rijdt. Bij een eventuele aanrijding wordt de elektrische bediening uitgeschakeld en kunnen de deuren manueel worden geopend.

De ruimte binnenin is overweldigend in verhouding met de compacte buitenafmetingen van deze handige city cruiser, de indeling is doordacht en zeer praktisch. Klap de rugleuning van de passagiersstoel dicht en er ontstaat een handig tafeltje. De losse stoelen achteraan maken verschillende indelingen mogelijk, afhankelijk van de behoefte van het moment. Met vier volwaardige zitplaatsen varieert de bagageruimte van 178 dm3 tot 364 dm3. De achterstoelen kunnen tegen de voorstoelen worden opgeklapt, zodat ook grotere voorwerpen aan boord kunnen. Maar ze verdwijnen niet in de laadvloer, zoals bij de Opel Meriva bijvoorbeeld.

In de 1007 geen gebrek aan opbergruimten: her en der verspreid vind je laden, bergvakken, bekerhouders en kaartbakken. Er is zelfs aan muntenbakjes en bonnenhouders gedacht. Een andere innovatie heeft te maken met de bekleding van de wagen. Je kunt kiezen uit twaalf verschillende interieurcombinaties, het uit- een aankleden van het interieur via een eenvoudig ritssysteem neemt hooguit een kwartiertje van je tijd in beslag. Voor de airco, de 2-Tronicautomaat, het navigatiesysteem met kleurenscherm en het panoramisch glazen schuifdak wordt extra betaald. De klant kan kiezen uit twee benzine- en twee dieselmotoren.

Aan de realisatie van de Peugeot 1007 ging zes jaar ontwikkelingstijd vooraf, Peugeot investeerde 560 miljoen euro in het project en de Italiaanse designer Pininfarina haalde nog een keer zijn beste potlood te voorschijn. Als alles naar wens verloopt, start de productie begin volgend jaar in het Franse Poissy. Geplande jaarproductie van het hebbeding: 130.000 eenheden.

Urbain Vandormael

De Franse auto’s zijn veilig, goedkoop en maken emoties los.