Nic Balthazar en Lieve Blancquaert: ‘Wie kan zeggen dat hij een park naast de deur heeft met een krokodil in het water?’

De Gentse familiewoning van televisiemakers Lieve Blancquaert en Nic Balthazar is qua leefbaarheid ideaal gesitueerd, tussen een arm van de Schelde en een kloek stadspark. Dit jaar wendt Maai Mei Niet de blik naar het groen in onze steden.

Maai Mei Niet

Doe eind mei mee aan het Bloementelweekend en registreer nu uw tuin op knack.be/maaimeiniet

Lieve Blancquaert: Nic is in Gent geboren, ik ben ingeweken. Maar ik woon hier nu al zo lang, geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om terug te gaan naar Wetteren. Dat is me te klein.

Nic Balthazar: Ondertussen is Gent een even bruisende als groene minimetropool, maar toen ik kind was, was het een grijze, stinkende provinciestad. Ik heb de stad in één leven zien veranderen.

Blancquaert: Als je langs de Muinkschelde fietste, moest je een zakdoek voor je neus houden, zo scherp was de beerputwalm soms. Nu is het water schoon.

Balthazar: Ik heb er al in gezwommen. Ik geef nu wel licht in het donker, maar ik kan het navertellen. Gent is het bewijs dat een beleid dat gericht is op minder auto’s en meer bomen en water de levenskwaliteit bevordert.

Blancquaert: Maar we moeten eerlijk zijn: dat komt met een prijs, letterlijk. Wij hebben dit huis nog aan een schappelijke prijs kunnen kopen. Voor jonge mensen is het onmogelijk om zelfs maar een appartement van 70 vierkante meter te kopen. Wij zijn dus gezegend, ook met onze stadstuin, een oase waar zelfs een kurkeik groeit.

Balthazar: Tijdens de eerste lockdown kwam een ongelofelijke ongelijkheid bloot te liggen tussen mensen mét tuin en die zonder.

Blancquaert: Onze kinderen zijn toen naar huis gekomen, dat was erg fijn. En toen ze jonger waren, was dit park het decor van hun verjaardagsfeestjes. Dan konden ze tenminste thuis het kot niet afbreken.

Balthazar: Honderden voetbalwedstrijden heb ik hier met mijn zoon uitgevochten. In het begin kon ik nog winnen, nadien niet meer.

Blancquaert: Ik fiets graag door het park, zo ervaar ik als stadsbewoner toch het wisselen van de seizoenen.

Balthazar: Ik ben dan wel een groene jongen, maar ik ken beschamend weinig over natuur. Mensen die er wel iets van kennen zeggen dat die plataan daar een bijzondere ecologische waarde heeft.

Blancquaert: Aan het gras kun je zien dat het Muinkpark ook echt gebruikt wordt. Door mensen met jonge kinderen. Door de bewoners van de serviceflats. En, zodra de zon schijnt, ook door studenten. Die laten weleens vuilnis achter. Dat stoort me, dat is spijtig. In september vindt hier het buurtfeest plaats, en een rommelmarkt. En dat huisje daar is opgeknapt door het buurtcomité. In de zomer is het een cafeetje.

Balthazar: Dat is trouwens een overblijfsel van de dierentuin die hier ooit was. De echte beesten zijn al lang dood, in de plaats zijn sculpturen gekomen. Wie kan zeggen dat hij een park naast de deur heeft met een krokodil in het water en een beer in een boom?

Schrijf u hier in voor Maai Mei Niet 2024: Knack.be/maaimeiniet/

Partner Content