Patrick Martens

Nu verdachten door de Salduzwet al tijdens een eerste verhoor bijstand van een advocaat kunnen krijgen, belanden ze minder vaak in voorlopige hechtenis. Dat blijkt uit een evaluatie van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid.

Verdachten van lichtere misdrijven leggen tijdens een eerste verhoor sneller een bekentenis af door tussenkomst van hun advocaat. Bij zwaardere misdrijven doen ze dat echter minder en maken ze vaker gebruik van hun zwijgrecht. Dat is te lezen in een uitvoerige evaluatie van de toepassing van de Salduzwet door de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid (DSB).

Die wet heeft alvast een gunstig effect op de voorlopige hechtenis (109 onderzoeksrechters vaardigden in 2012 goed 10.000 aanhoudingsbevelen uit). In veertien gerechtelijke arrondissementen hielden ze minder verdachten aan. In Leuven, Luik, Bergen en Veurne nam de voorlopige hechtenis zelfs af met meer dan 20 procent.

De Salduzwet kwam er na arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en trad op 1 januari 2012 in werking. Sindsdien kunnen verdachten bij een eerste verhoor een voorafgaand vertrouwelijk gesprek met en bijstand door een advocaat vragen, wat een eerlijk proces moet garanderen. Ze krijgen ook uitleg over de feiten waarvan ze verdacht worden en over hun rechten (zoals medische bijstand, de mogelijkheid om te zwijgenof om een familielid of de werkgever inte lichten).

Het DSB-rapport bevat een schat aan cijfers. Zo nam de politie in 2012 in totaal 1.943.602 verhoren af. Het overgrote deel daarvan (61 procent) waren verhoren van slachtoffers en getuigen. In een derde van de gevallen werden verdachten ondervraagd. Slechts 2,5 procent van de verhoren had betrekking op gearresteerde verdachten (minder dan 50.000).

Vier op de tien politieverhoren van verdachten vonden ’s nachts plaats. Een verhoor van een gearresteerde verdachte nam gemiddeld een uur in beslag; bij de federale politie was dat het dubbele. Tijdens een verhoor door de federale politie beslisten verdachten veel vaker om te zwijgen (17 procent) dan bij een verhoor door de lokale politie (1 procent). Naast de politieverhoren vermeldt het DSB-rapport 14.000 verhoren door onderzoeksrechters en 2500 verhoren door procureurs.

Een derde van de gearresteerde meerderjarige verdachten deed tijdens een eerste politieverhoor geen beroep op een advocaat. Voor de anderen kon die aan Nederlandstalige zijde negen op de tien keer ook snel gevonden worden. In Franstalig België lukte dat in slechts vier op de tien gevallen. Daar namen maandelijks ook amper 150 advocaten deel aan een zogenaamde Salduzpermanentie, tegenover 533 aan Nederlandstalige kant. In Franstalig België haakten de advocaten bovendien drie maanden af uit onvrede over de vergoeding van hun (pro Deo) bijstand. Justitieminister Annemie Turtelboom (Open VLD) werkt aan een hervorming van dat systeem.

De Salduzwet kreeg aanvankelijk veel kritiek omdat er veel en verdoken kosten aan zouden plakken (bij de lokale politie houden ze vol dat de invoering ervan 700 agenten van de straat heeft weggehaald)en er nogal wat juridische en knelpunten bestonden. De praktijk valt volgens het DSB-rapport mee. Zo lijken de problemen met aparte verhoorlokalen en het aantal incidenten met advocaten beperkt te blijven.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content