Het sociaal statuut voor kunstenaars wordt nog niet veel gebruikt.

Het sociaal statuut voor kunstenaars is ruim een jaar van kracht. De maatregel zou na dertig jaar een einde maken aan de rechtsonzekerheid voor kunstenaars en meer sociale bescherming bieden. Kunstenaars worden door de maatregel nadrukkelijk erkend als werknemers, tenzij ze zelf het zelfstandigenstatuut kiezen. Maar lost het statuut voor kunstenaars de verwachtingen nu in?

‘Het sociaal statuut voor de kunstenaars was voor de sector van de beeldende kunsten absoluut nodig’, zegt Stefan Siffer, medewerker van het New International Cultural Center (NICC), dat de belangen van de beeldende kunstenaars verdedigt. ‘Maar de toepassing ervan loopt momenteel nog mank. Zeer veel kunstenaars weten niet wat het statuut inhoudt. Ze koesteren te hoge verwachtingen en denken dat het een soort basisloon biedt. Dat is niet zo.’

Het Kunstenloket, de helpdesk voor kunstenaars die de overheid vanaf 1 januari 2004 zou starten, is nu pas operationeel geworden. Daardoor is de informatieverspreiding en dienstverlening voor kunstenaars minder vlot verlopen. Er was wel tijdelijke opvang door een Helpdesk Kunsten. Maar het uitblijven van het Kunstenloket was niet positief voor de werking van het statuut. De Helpdesk deed een kleine peiling bij de Sociale Bureaus voor Kunstenaars, sociale agentschappen die als kunstenaars occasionele opdrachten krijgen de rol van werkgevers opnemen en de administratieve rompslomp van de opdrachtgevers overnemen. Daaruit bleek dat nog maar weinig beeldende kunstenaars gebruikmaakten van de diensten.

Stefaan De Ruyck, voorzitter van de Vlaamse Directie Podiumkunsten, zegt dat in het theater en de dans al langer met tijdelijke werknemerscontracten gewerkt wordt en dat het statuut van de kunstenaar in die sectoren minder problematisch was. ‘Dat was anders bij de muzikanten, waar bijvoorbeeld bij optredens zeer kort durende contracten worden gegeven. Nu hebben muzikanten meer sociale bescherming. Het zal wel nog een tijdje duren voor de maatregel ingeburgerd raakt. Vooral kleinere en occasionele organisatoren nemen nog veel te weinig de werkgeversrol op zich bij de werving van groepen.’

De Ruyck vindt dat de overheid op termijn ook een fiscaal statuut voor kunstenaars moet ontwikkelen. ‘Vooral beeldende kunstenaars en auteurs zouden er baat bij hebben als hun inkomensbelastingen gespreid kunnen worden over enkele jaren. Ze werken vaak enkele jaren aan één project waarvan de opbrengst in één jaar belast wordt. Dat is financieel niet leefbaar.’

E.L.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content