Bart Cornand

Jazz Middelheim viert zijn vijfentwintigste editie. De Vlaamse jazzscene is dezelfde niet meer. En dat is maar goed ook.

Jazz Middelheim: 11-15/08 in Park Den Brandt, Wilrijk; www.jazzmiddelheim.be

Free Music Festival: 19-21/08 in deSingel, Antwerpen; www.desingle.be

Motives Festival: 16-19/11 in Casino Modern, Genk; www.motivesfestival.com

Blue Note Festival: juli 2006 in de Bijloke, Gent; www.bluenotefestival.com

Jazz Brugge: oktober 2006 in Concertgebouw, Brugge; www.dewerf.be

Timing is alles in jazz. Muzikanten die netjes op de beat spelen, zijn burgermannetjes uit het cocktailcircuit. Zo ver mogelijk ná de tel spelen en de song toch overeind houden, dat is de kunst. Met de timing van Jazz Middelheim zit het wel goed: het festival viert volgende week zijn 25e verjaardag, welgeteld 36 jaar na de eerste editie. Daar horen lofdichten en lintjes bij, maar gelukkig ook veel muziek. Een ouverture voor twaalf contrabassen van de anarchistische componist Peter Vermeersch, en grote namen als Toots Thielemans, Uri Cain, Wayne Shorter en de Dizzy Gillespie Big Band. Middelheim 2005 wordt als vanouds warm en degelijk, een beetje zoals de Belgische jazzscene zelf.

Je zou er bijna bij vergeten dat het ooit anders is geweest. Toen Middelheim in 1969 begon, maakte de jazz donkere tijden door. Op Jazz Bilzen was het zoeken naar echt jazzvolk tussen de Ferre Grignards en Procul Harums. In Antwerpen en Gent bestond er wel een levendige freejazzscene en in het Gentse Gravensteen liep een improvisatiefestival, maar voor de rest was het armoe troef. In het beste geval maakte een armlastige Amerikaanse solist in zijn eentje de oversteek. Die sliep dan op een muffe mansarde bij een Belgische bassist, met wie hij snel, snel een tourneetje deed. Niets dan goede bedoelingen en erg arty allemaal, maar muzikaal was het toch the real thing niet.

36 jaar later heeft de jazz in Vlaanderen een kloeke boerenblos op de wangen, en daar heeft de ‘volksopvoeding’ van Middelheim veel mee te maken. Conservatoria spuien jaarlijks een gulp degelijke jazzmuzikanten, en het concertaanbod is spectaculair toegenomen. Elke dag van de week is er live jazz te horen in hotellounges en cafés, in hoogpolige zalen als Bozar en op festivals. Oók van jonge Belgische muzikanten, die sinds twaalf jaar een bijzonder podium krijgen via JazzLab Series – zowat het muzikale pendant van Behoud de Begeerte. Zelfs Clear Channel, de grootmogol van de poppromotoren, zet steeds vaker jazznamen op Belgische podia. ‘Niet dat we er bewust naar vissen. Ze komen gewoon naar ons toe’, zegt Teddy Hillaert van Clear Channel. ‘Nogal wat jazzmuzikanten werken tegenwoordig met managers en agenten uit de rockwereld, die via ons een nieuw publiek zoeken. Met de cd-verkoop valt nauwelijks nog geld te verdienen, dus proberen ze met aantrekkelijke concerten hun inkomsten op te drijven. Zo brachten we onlangs trompettist Erik Truffaz, tenorsaxofonist Joe Lovano en zangeressen als Cassandra Wilson en Dianne Reeves naar België. Over enkele jaren zie ik cross-overjazzbands als The Bad Plus en Soulive op Pukkelpop staan.’

Is dit nog jazz?

En dan is er nog die plotse opstoot van jazzfestivals die sinds enkele jaren aan de gang is. Momenteel bestaan er in Vlaanderen vijf relatief grote. Middelheim natuurlijk. Het Free Music Festival in Antwerpen, dat pure improvisatie aanbiedt. Het Gentse Blue Note Festival programmeert sinds 2002 jaarlijks één luik met klassieke en avant-gardejazz, en één luik met cross-over – mengvormen van jazz met pop, rock, dance en wereldmuziek zeg maar. Motives in Genk legt sinds 2004 dan weer de link met elektronica en digitale kunst, en Jazz Brugge zet tweejaarlijks uitsluitend Europese jazz op de affiche.

Bij de ene slaat de formule al wat beter aan dan bij de andere, en dan steekt achter de schermen al snel een discussie over de grondbeginselen op. Is het publiek plots zo veel groter geworden? Is de doorsneeliefhebber bereid om verschillende keren per seizoen zijn portemonnee open te trekken? En hoe commercieel kun je programmeren zonder als festival je identiteit te verliezen? ‘In ons geval: totaal níét’, benadrukt Rob Leurentop, programmator van Free Music. ‘Wij zijn 32 jaar geleden net ontstaan als reactie tégen Middelheim, toen dat in 1973 plots groter en commerciëler werd – we liepen toen zelfs op dezelfde dagen als zij. Intussen werken we complementair. We evolueren mee met de muziek. Free is allang niet meer de militante freejazz van weleer, maar een mix van gevarieerde improvisatie, experimentele rock, elektronica en zelfs volksmuziek. Maar als we commercieel worden, verliezen we meteen ons bestaansrecht.’

Ook in Brugge houden ze het been stijf, ondanks de zwakke opkomst in 2004. ‘Wij sluiten geen compromissen en blijven voor de Europese kwaliteit kiezen’, zegt organisator Rik Bevernage. ‘Ik vind het schandalig om op een jazzfestival met Vaya con Dios uit te pakken (die band stond in juli op het Blue Note Festival, nvdr). Maar er is nu eenmaal een groot verschil tussen een gesubsidieerd kunstencentrum als De Werf dat vanuit een opdracht een jazzfestival organiseert, en een privé-initiatief dat zoiets om den brode doet.’

Dat privé-initiatief is het Blue Note Festival, dat dit jaar 25.000 bezoekers aantrok. ‘Ik vind gespecialiseerde festivals als Brugge, Free Music en Motives, die hun eigen terrein afbakenen, heel mooi. Maar het is niet onze missie om een nichefestival te organiseren’, zegt organisator Bertrand Flamang. ‘Wij willen een representatief beeld geven van de huidige jazz. Beschouw ik bands als Vaya con Dios, Van Morrison en Buena Vista Social Club als jazz? Nee. Maar ze zitten wel in het randgebied ervan, sommige van die acts zitten op jazzlabels, én het is voor ons een noodzaak om de werking van het festival rond te krijgen. Ik word een beetje moe van de kruideniersmentaliteit. We doen dit toch allemaal vanuit passie voor de muziek?’

En Middelheim? Ook dat is de jongste jaren ’toegankelijker’ geworden. Tijdens het concert van elektronicawizard Bugge Wesseltoft twee jaar geleden brak onder puristen een kleine oproer uit, en dat zal ook dit jaar met de doortocht van onder andere DJ Grasshoppa niet anders zijn. Maar die verschuiving is al langer aan de gang, zij het subtieler. In 1997 werd Toots Thielemans tot peter van het festival uitgeroepen. Sindsdien passeert hij elke editie twee avonden in Park Den Brandt. Dat kun je als een vorm van erkenning beschouwen, zeker nadat Thielemans in de jaren zeventig en tachtig grotendeels werd genegeerd. Maar je kunt het ook zien als een mercantiele zet: tot op vandaag zorgt Toots steevast voor een volle tent. ‘Klopt, maar bij ons hoeft hij – in tegenstelling tot op veel personeelsfeestjes – geen variétérepertoire te brengen’, countert samensteller Miel Vanattenhoven. ‘Wij koppelen hem steevast aan sterke pianisten, waardoor hij altijd échte jazz kan spelen. En wat die verjonging betreft: genres als ambient en dance kun je niet negeren, ze bepalen nu eenmaal de muziekscene. Toen Dizzy Gillespie in de jaren veertig en vijftig plots Cubaanse ritmes ging gebruiken, stond ook een hoop mensen te schreeuwen dat dat geen jazz meer was. Voor de VRT staat één premisse voorop: Jazz Middelheim is – als een van de enige overblijvende in zijn soort in Europa – een radiofestival. Het festival moet goede programma’s opleveren, ook als je niet in de sfeer van het park en de tent zit. In een van de eerste edities hebben we nog ballet geprogrammeerd. (lacht) Op de radio viel dat wat tegen, moet ik zeggen.’

Bart Cornand

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content