FRANS VERLEYEN

HET BEWAREN VAN VOLSTREKTE STILTE is een gave waarin het kabinet Dehaene II uitblinkt. Aan zijn vele achterdeuren laat het wat verdwaalde honden grommen of naar etensresten zoeken, maar zelf verpinkt het niet ook al brandt bij voorbeeld het Brusselse Noordstation als een middeleeuws pakhuis en zit het nationale pendelvolk klem. De regering pleegt wat losse babbels over de stadswachters of zit iets genoeglijks te lezen bij het gezellige haardvuur van de politieke macht. Ze vermijdt echter iedere zware bewering of daad naar buiten toe. In deze koalitie met haar altijd wat gespannen zenuwen valt een woord immers gauw verkeerd.

In dit geval kan stilzwijgen twee dingen verraden : angst of, veel beter, de diskrete voorbereiding van een groot plan. Dat laatste was trouwens aangekondigd. Deze maand nog zou de “modernizering” van de sociale zekerheid aan het parlement, overigens het braafste ter wereld, worden voorgelegd. De bijna vijftienhonderd miljard die jaarlijks door de bevolking moeten worden samengebracht ten gunste van kinderen, zieken, gehandicapten, bejaarden en werklozen kunnen beter worden geïnd en besteed, zodat ze niet alleen sociaal nuttiger zijn maar ook minder werkloosheid veroorzaken.

Bij gebrek aan eensgezindheid heeft de regerende meerderheid op dat gebied nog niet veel van haar hervormingsdrang kunnen tonen. “De geesten moeten nog rijpen, het vraagt tijd om de droesem te laten neerslaan op de bodem van de fles. ” Toch is er een zeldzaam lichtpunt. Voor het eerst sedert jaren geeft de hele politieke klasse, de socialisten inbegrepen, toe dat de overheid teveel belastingen en premies heft op door de bevolking geleverde arbeid. Dat onderdeel van de ekonomie is voor zowel de openbare dienst als de ondernemingswereld te duur en dus onaantrekkelijk geworden. Zelfs het minimumloon kost, met alles erop en eraan, ongeveer honderdduizend frank per maand.

Daarover werd, onder meer op deze bladzijde, jarenlang getreurd : de gulzigheid van ons sociaal-politieke systeem vreet de betaalde arbeid op en de verzorgingsstaat leeg. De sociale myte leidt tot modern onrecht. Lange tijd werd die noodkreet afgedaan als een konservatief, zoniet “rechts” standpunt waarmee op elk SP-kongres hartelijk gelachen mocht worden. Ondertussen bleven de zogenaamde middenveld-apparaten met hun talrijke dienstverleners stevig in het zadel. Daaraan komt nu langzamerhand een einde.

Bezwadderd door Agusta, ontmoedigd door de verpaupering van het straatbeeld en overeind gehouden door Louis Tobback, aanvaarden nu ook de zich progressief noemende meeëters binnen het “maatschappelijk weefsel” de onhoudbaarheid van de toestand. Het objektief socialistische karakter van onze samenleving, waarin zes maanden op twaalf voor rekening van de staat gewerkt wordt, verliest gaandeweg zijn verdedigers.

Weliswaar stijgt een nieuw modebegrip ten hemel, de “alternatieve financiering” : belastingen op machines en rokende schoorstenen, op energie of telekommunikatie en wat nog meer te verzinnen valt. De onderliggende bedoeling is de verzorgingsstaat en zijn bedienaren te blijven financieren zoals vroeger, maar dan uit andere bronnen. Helaas kan een klein land, hoe dapper ook, dat niet op eigen houtje. Alle moderne industrielanden moeten mee hetzelfde willen doen, anders kunnen de Belgen niet meer konkurreren met de rest van de wereld. Het blijft dus draaien om de hete brij.

Nadat, met eerst nog wat tijdverlies, ook die slappe poging tot het uitmelken van de alternatieve ekonomische uier voorbij zal zijn, kan ons sociaal stelsel eindelijk opgeklaard worden. Niet vanwege de in het binnenlandse debat nu al zolang opgegooide argumenten, maar door toedoen van de Europese kollega’s. Die zijn, van Den Haag tot Parijs en Madrid of nu ook Luxemburg met dezelfde ingreep bezig. Vrijwel alle binnenlandse politieken van de vijftien EU-staten lijken op elkaar. Allemaal, van welke politieke ideologie ze ook uitgaan, proberen ze de uit hun krachten gegroeide SZ-stelsels en begrotingen wat meer in evenwicht te krijgen.

Iedereen weet nu dat die sanering gebeurt onder druk van de Duitse Bundesbank die straks haar vleugels over het hele EU-muntsysteem zal uitstrekken. Want alle toekomstig Europees geld moet even goed zijn als Duits geld, er horen van Helsinki tot Athene ekonomieën met gelijke kenmerken achter te staan. Pas dan zijn nationale staten gereed om in de muntunie te stappen en met elkaar handel te drijven zonder schommelende wisselkoersen. Afgezien van de vraag of die historische operatie nog deze eeuw van start kan gaan, want bijna geen land is er klaar voor en half Frankrijk staakt ertegen, lokt ze nu een louterende bedenking uit.

Ten eerste : de verdere Europese integratie krijgt haar beslag volgens het receptenboek van Duitsland, de vijftig jaar geleden verslagen vijand die vijf jaar geleden bovendien zijn territoriale eenheid terugvond en de DDR met sukses weer in het Vaterland opnam. Het zal niet vaak gebeuren dat de geschiedenis zulk een klare taal kan spreken. Terwijl zegevierend Europa lichtzinnig boven zijn stand ging leven, liepen de Duitsers gebukt onder zware herstelbetalingen en zaten ze tussen al hun stadspuin flink aan de grond. Maar ze begonnen, internationaal weinig geliefd zoniet bespot, taai en stil aan de heropbouw van hun land.

OM HUN “WIRTSCHAFTSWUNDER” TOT STAND te brengen gebruikten ze, behalve ouderwetse nijverheidsdeugden, erg vrije marktmetodes maar lieten ze tegelijk hun werknemers meebeslissen over het beleid binnen de ondernemingen : de Mittbestimmung, het sociale model dat ook door de Belgische linkerzijde jarenlang werd verketterd als klasseverraad want kollaboratie van de arbeiders met het verfoeilijke kapitaal. We weten nu waar dat standpunt toe geleid heeft, namelijk tot de grote knieval voor Helmut Kohl en bankier Hans Tietmeyer. Wel een stuk of tien EU-landen staan straks in Frankfurt te bedelen om toch maar mee in de monetaire klub te mogen.

Dàt wordt vandaag, ook in de mond van progressief België, de kern van een goed sociaal beleid op lange termijn genoemd. Toch maar oppassen met al die evangelisten op wie de Rijnlanders nu met een ironische glimlach neerkijken. Ze vertellen maar wat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content