Peter Nadas – De eigen dood

Het is een klein boekje, maar het soortelijk gewicht ervan is omgekeerd evenredig aan zijn omvang. De eigen dood van de grote Hongaarse schrijver Peter Nadas (1942) is een van de ongelofelijkste teksten die ooit zijn geschreven.

Peter Nadas – De eigen dood
Uit het Hongaars vertaald door Rob Visser.
Uitgeverij: Van Gennep, Amsterdam
Aantal pagina’s: 63
ISBN: 978-90-551-5526-2

Het is een klein boekje, maar het soortelijk gewicht ervan is omgekeerd evenredig aan zijn omvang. De eigen dood van de grote Hongaarse schrijver Peter Nadas (1942) is een van de ongelofelijkste teksten die ooit zijn geschreven.

Hij beschrijft hoe het is om dood te zijn, je kunt het niet anders uitdrukken. Wat aan die dood voorafgaat, is nog alledaags genoeg: Nadas wordt onderweg in de stad (Boedapest) onwel, raakt nog op eigen kracht thuis, gaat ten slotte toch maar naar een dokter, en wordt per ambulance met een hartinfarct naar het ziekenhuis afgevoerd.

Bij die verschillende etappes tekent de schrijver heel precies op hoezeer ziel (dat is het woord dat hij gebruikt, al bedoelt hij er niets onstoffelijks mee) en lichaam van elkaar gescheiden raken. Maar het is pas in de registratie van zijn verblijf in het ziekenhuis dat Nadas tot werkelijk verbluffende bladzijden komt.

Hij krijgt een hartstilstand, die drieëneenhalve minuut duurt. En hij is uit dat geenzijds ook weer teruggekeerd om er verslag van te doen: ‘De grote hoofdschakelaar was omgezet. Er volgde een andere film. Zweven in de ruimte. Ik kan niet anders zeggen, er zit iets in van de vreugde van grote intellectuele erkenningen of grote liefdesherenigingen. Ik heb dit ergens geweten, toch heb ik het me tijdens mijn leven niet zo voorgesteld. (…) Ik weet dat ik nu sterf. Wat me met vreugde noch met verdriet vervult. (…) Ik ervaar de totaliteit van mijn herinnering, en hetzelfde doet met mij het ruimtebesef. Ze zijn in elkaar geschreven. Mentaal de subliemste androgyne toestand, een euforische toestand. God is in de totaliteit van de tijd helaas niet te vinden, ik zal moeten erkennen dat hij niet bestaat (…). (…)

Bij gebrek aan beter zegt men wel dat de gebeurtenissen uit het leven van de mens in het moment van zijn dood opnieuw worden afgedraaid. Eerlijk gezegd wordt er helemaal niets afgedraaid. Maar men kan ze eindelijk goed overzien, voor herinneren is er in de tijdloosheid immers ook geen plaats.

Een leven lang begreep men ze niet omdat men ziel en lichaam nooit als één gezien heeft.’ Enzovoort. Als er ooit een bloedstollend verhaal is geschreven, dan is het dit.

Herman Jacobs

Partner Content