Bart Staes en Petra De Sutter

‘Het valt niet uit te leggen dat we ondanks alle kennis aan hormoonverstoorders blootgesteld blijven worden’

‘De aanpak van gevaarlijke chemische stoffen is een politiek schandaal van de eerste orde, waarbij dat van Volkswagen en Dieselgate verbleekt’, schrijfven Bart Staes en Petra De Sutter van Groen.

Om te beginnen een korte, medische waarschuwing: de Knack-berichtgeving over hormoonverstorende stoffen (EDC’s, endocrine disrupters) kan schokkende informatie bevatten die uw gemoedsrust kan schaden en uw stressniveau verhogen. De chemische lobby is permanent aanwezig.

Het verhaal is echter niet nieuw. Wij volgen dit dossier al een paar jaar, met stijgende verbazing en verontwaardiging. Uitgerekend op dezelfde dag dat Knack met de onthullende berichtgeving kwam over deze stoffen, bleek dat de Europese Commissie nog maar eens met wetgevende voorstellen kwam die de chemische industrie gunstig moeten stemmen. Net daarom zijn die zo controversieel. In die mate zelfs dat de experten van de lidstaten die er over moesten stemmen (volgens de zogenaamde comitology-procedure) geen meerderheid voor of tegen vonden. Elf Europese landen stemden op 28 februari voor, acht tegen en acht landen onthielden zich. Wat de Belgische experten in uw naam deden, leest u verderop.

Reeds in 2002 omschreef de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een hormoonverstoorder als een lichaamsvreemde stof die de hormonale huishouding van mens en dier (en hun nageslacht) flink kan ontregelen. Het zijn dus chemische stoffen (zoals pesticiden, brandvertragers, parabenen) die lichaamseigen hormonen imiteren, en daarom al bij de kleinste dosering effect kunnen hebben. Net daarom zijn de door de Europese Commissie voorgestelde ‘drempelwaarden’ zo onzinnig en vooral gestuurd door commerciële belangen.

De essentie van het verhaal is inderdaad zoals Knack beschreef dit. Net als de tabaksindustrie destijds, slaagden lobbyisten er ook nu weer in om twijfel te zaaien over de desastreuze effecten van sommige chemische stoffen en verschuilen overheden zich nu al jaren achter deze gefabriceerde ‘wetenschappelijke onzekerheid’ om niet in te moeten grijpen. Terwijl we ook in dit dossier wel degelijk veel leed en kosten zouden kunnen voorkomen. Waarom niet ernstig werken aan alternatieven?

DES-dochters

Waarom het zo belangrijk kan zijn om het voorzorgsprincipe te volgen blijkt uit het verhaal van de DES-dochters. Tussen 1940 en 1970 kregen wereldwijd honderdduizenden vrouwen door hun dokter het hormoon diëhylstilbetrol voorgeschreven, beter bekend als “DES”. Liefst 267 bedrijven brachten dit synthetisch oestrogeen als een wondermiddel op de markt. Het zou goed zijn voor allerlei gynaecologische problemen: vroegtijdige menopauze, cyclusstoornissen, het voorkomen van miskramen tijdens de zwangerschap, enzovoort. Vreemd genoeg bleek al in de jaren ’50 dat het middel eigenlijk niet werkzaam was. Van evidence based medicine had toen helaas nog niemand gehoord. De medici bleven het dus lustig voorschrijven, waardoor zeer veel vrouwen DES slikten tijdens hun zwangerschap en daarna ogenschijnlijk gezonde jongetjes of meisjes ter wereld brachten.

Maar in 1971 waren er de eerste tekenen dat de “gezonde” meisjes niet zo gezond waren. Velen hadden afwijkingen aan de geslachtsorganen en ontwikkelden later vagina- of baarmoederkanker. Ze werden “DES-dochters” genoemd. Ook de DES-zonen hadden problemen en nog veel later blijkt dat ook hun kinderen problemen hebben. Halfweg de jaren ’70 werd het middel in de meeste landen uit de handel genomen. Tot zover het DES-verhaal.

Bisfenol-A

Maar de geschiedenis vertelt nog iets anders. Toen men experimenteerde met nieuwe chemische stoffen en allerlei synthetische hormonen ontwierp, zat er naast DES nog een ander wondermiddel in de pipeline, namelijk bisfenol-A. Het was al sinds de jaren ’30 bekend dat ook bisfenol-A een oestrogene werking had, maar de farmaceutische industrie koos uiteindelijk toch voor DES als “geneesmiddel”. Bisfenol-A vond een ander bestaan in de chemische nijverheid, namelijk als weekmaker van toen eveneens ontwikkelde plastics.

Het is algemeen erkend dat DES een “foutje” uit het verleden was (behalve voor alle DES-dochters en -zonen die nu zelf ook kinderen hebben). Maar met dat DES-broertje bisfenol-A, komt nog steeds wereldwijd zowat iedereen mee in contact via alomtegenwoordige plastics. Zo zit Bisfenol-A onder meer in verpakkingen van voeding, speelgoed, medisch materiaal zoals infuuszakjes en ga zo maar door.

800 hormoonverstoorders

Inmiddels bestempelden wetenschappers meer dan 800 chemische stoffen als hormoonverstoorder. Deze zijn intussen op grote schaal in het milieu aanwezig, met alle gevolgen van dien voor mens en dier. Vooral bisfenol-A is via voedingsverpakkingen een bron van opname door de mens. Weliswaar blijkt uit onderzoek dat onze weefsels lagere doses bisfenol-A bevatten, dan destijds de concentraties DES. Maar toch zijn de effecten dezelfde: het zijn stoffen die een erg gelijkaardige chemische samenstelling hebben. Recent is aangetoond dat er mogelijk versterkende effecten zijn van combinaties van hormoonverstoorders, ook wel “cocktaileffecten” genoemd. En ook van bisfenol-A weten we intussen dat het afwijkingen aan de geslachtsorganen veroorzaakt, dat het leidt tot hormoonstoornissen en onvruchtbaarheid en is het ook in verband gebracht met immuunstoornissen en kanker.

Bovendien zaait de stof zijn heilloze effecten over de generaties heen. De WHO spreekt in haar ‘State of the Science of Endocrine Disrupting Chemicals 2012′ inmiddels van een ‘mondiaal gevaar’, en brengt hormoonverstoorders in verband met een toename van kankergevallen, diabetes, obesitas, onvruchtbaarheid, IQ-verlies en autisme.

Gedurige blootstelling

We moeten niet ver zoeken om de oorzaken te kennen van die vele koppels die zich moeten wenden tot fertiliteitscentra omdat het op een natuurlijke wijze niet lukt om zwanger te worden. Wat ons wel verwondert en schandaliseert is dat we ondanks de geschiedenis en de kennis vandaag, massaal aan hormoonverstoorders blijven blootgesteld worden.

Dit is in feite een politiek schandaal van de eerste orde, waarbij dat van Volkswagen en Dieselgate verbleekt. Want feit is dat ook in dit dossier de Europese overheden al vele jaren op de hoogte zijn, maar niets ondernemen om deze producten te bannen en alternatieven naar voren te schuiven. We durven dus stellen dat overheden willens en wetens de gezondheid van hun bevolkingen schaden.

Met name de Europese Commissie blijft zich halfhartig verstoppen achter onenigheid tussen wetenschappers, precies zoals men vroeger deed rond asbest, roken en DES. Schuldig verzuim heet dat. Want de Europese Commissie is zich wel degelijk bewust van het feit dat hormoonverstoorders gevaarlijk zijn, maar men is het officieel niet eens over welke stoffen precies onder deze noemer vallen.

Schuldig verzuim

In 2009 besliste het Europees Parlement dat er iets aan deze ‘wetteloze’ toestand gedaan moest worden. Men droeg de Europese Commissie op om tegen december 2013 met een duidelijke definitie en criteria te komen voor het vaststellen van hormoonverstorende eigenschappen in chemische producten. Dit als basis voor nieuwe wetgeving.

Het rapport dat een team topwetenschappers op vraag van het Directoraat-Generaal Milieu maakte, was kraakhelder: blootstelling aan chemische stoffen heeft hormoonverstorende, onomkeerbare effecten die pas in een latere levensfase duidelijk worden. De wetenschappers pleiten voor de toepassing van het voorzorgsprincipe.

Enkele maanden later verschijnt prompt een ’tegenstudie’ betaald door het American Chemistry Council, de Amerikaanse lobby voor de chemische sector, die Europese beleidsmakers oproept om te wachten met het treffen van maatregelen “zolang er geen degelijke wetenschappelijke basis is die aantoont dat die stoffen echt schadelijk zijn”. Drie chemische reuzen – Bayer, BASF en Syngenta – schrijven op 13 februari 2013 een brief aan milieucommissaris Janez Potocnik. Ze wijzen er op dat het gebruik van het voorzorgsprincipe een klap zou betekenen voor de voedselproductie en de agrochemische sector.

Een intense lobby achter de schermen (die dus nu zeer gedetailleerd beschreven en bevestigd wordt door Knack) onder meer door de American Chamber of Commerce, heeft groot succes. Op 2 juli 2013 verstuurt Catherine Day, de toenmalige hoogste ambtenaar bij de Europese Commissie een interne brief waarin ze stelt dat er een impact analyse moet komen en het niet nodig is om tijdelijke maatregelen te treffen rond het gebruik van hormoonverstorende stoffen. Naast economische rampspoed, wordt ook het belang van de onderhandelingen rond het Trans-Atlantisch vrijhandelsverdrag TTIP tussen de VS en de EU als reden opgevoerd voor het niet nemen van maatregelen.

‘De Europese Commissie kiest voor zo’n brede definitie van EDC’s, dat alle stoffen die ons hormonaal systeem negatief beïnvloeden, gewoon op de markt kunnen blijven.’

In maart 2013 stemde het Europees Parlement nog voor een resolutie waarin het de Commissie oproept om werk te maken van een wetgevend voorstel over EDC’s. De resolutie volgde de eerdere lijn van DG Milieu en zegt dat het voorzorgsprincipe gehandhaafd moet worden. Het pleit voor een totaal verbod op hormoon verstorende stoffen omdat de wetenschap vooralsnog niet toelaat om grenswaarden vast te stellen.

En toch is dat wat de Europese Commissie voorstelde en waar de lidstaten dus deze week over wilden stemmen. Na jarenlange vertraging en een verloren rechtszaak kwam de Europese Commissie vorige zomer dan eindelijk met een voorstel om criteria vast te stellen om te toetsen of een stof een negatief effect heeft op het hormonaal stelsel.

De Europese Commissie kiest voor zo’n brede definitie van EDC’s, dat alle stoffen die ons hormonaal systeem negatief beïnvloeden, gewoon op de markt kunnen blijven. De Europese Commissie stelt namelijk dat er een bewezen negatief effect op mensen moet zijn, voordat een stof als hormoon verstorend aangewezen kan worden. Een bewezen negatief effect op dieren telt niet als wetenschappelijk bewijs. Dat zet zelfs de wetenschappelijke praktijk op zijn kop.

‘Naast de onvoorstelbare en helaas deels onzichtbare schade die dit soort stoffen aanrichten bij mensen, zrgen ze ook voor een geschatte economische schade van 157 miljard euro per jaar.’

Het is vrijwel onmogelijk om dit schadelijk effect voor mensen één-op-één vast te stellen. De gevolgen van hormoonverstorende stoffen zoals kanker, vruchtbaarheidsproblemen en obesitas treden vaak tientallen jaren later op. Daarnaast kan je niet zomaar allerlei testen op mensen los gaan laten. Mensen zijn tot nader order geen proefdieren. Dit druist volledig in tegen alle voorgaande regelgeving rondom chemische stoffen, het wettelijk vastgelegde voorzorgsprincipe en tegen het wettelijke mandaat van de Europese Commissie.

Het is beschamend dat de Europese Commissie gewoon doorgaat met het verdedigen van de lijn van de chemische industrie ten koste van de volksgezondheid. Wederom is bevestigd dat de Europese Commissie economische belangen boven gezondheid zet. We moeten wellicht meer kijken naar de geldstromen die in deze business omgaan. Want de lijn van de Commissie verdedigt dan zogenaamd de economische belangen van de chemische sector, maar voor de kosten kijkt men weg. Want naast de onvoorstelbare en helaas deels onzichtbare schade die dit soort stoffen aanrichten bij mensen, zorgt het ook voor een geschatte economische schade van 157 miljard euro per jaar.

Zoals gezegd, we zijn ons goed bewust van het schokkende karakter van deze boodschap en velen zullen het vast opnieuw ontkennen: “Dit kan toch allemaal niet waar zijn? Die groenen zullen wel weer overdrijven…” Maar het is helaas zoals het is. U hoeft ons niet geloven, ga vooral zélf op onderzoek uit, lees de Knack publicaties aandachtig of herbekijk bijvoorbeeld de Panorama-reportage over hormoonverstoorders van 4 oktober (2015).

En nee, dit is geen defaitisme of het zoveelste doembericht. Het betekent vooral ook dat we zaken kunnen veranderen, met die befaamde vijf minuten politieke moed. Hopelijk schudt ook de senaat die met een onderzoek is gestart :de soms kortzichtige Wetstraat wakker en gaat er iets ten gronde veranderen.

Om af te sluiten nog dit: België onthield zich op de stemming. Geen mening. Lekker makkelijk, mevrouw De Block?

Partner Content