Massasprint in de Tour: ‘Een renner bestraffen voor de fout van een ploegmaat? Niet vanzelfsprekend’

Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen vieren na de ritzege van de Limburger in Nogaro. De Nederlander zal later gediskwalificeerd worden. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Toen Mathieu van der Poel na de massasprint van de Tour in Nogaro gediskwalificeerd werd omdat hij te bruusk plaats had gemaakt voor zijn ploegmaat Jasper Philipsen, dook een oude discussie weer op: kan je een renner sanctioneren voor de fout van een teamgenoot?

Dinsdag, in de hectische massasprint van de Tour de France op het autocircuit van Nogaro, leek Jasper Philipsen te ver te zitten om nog mee te doen voor de zege. Tot zijn lead-out Mathieu van der Poel met een lichte duw Biniam Girmay opzijschoof, vervolgens verschroeiend aanzette en Philipsen zo richting de zege katapulteerde. Zonder dat manoeuvre had de Limburger wellicht niet gewonnen.

De wedstrijdjury vond het echter over de limiet en bestrafte Van der Poel met een diskwalificatie in die etappe. De Nederlander liet het niet aan zijn hart komen. Het belangrijkste doel was verwezenlijkt: de tweede ritzege van zijn ploegmaat.

Toch vonden sommige analisten dat dit niet meer kan worden toegelaten. Omdat het de deur openzet voor bewuste, foutieve manoeuvres van renners die een ploegmaat aan een overwinning willen helpen. Voortaan zou de jury niet alleen de renner die de fout begaat moeten bestraffen, maar ook de renner die er voordeel uithaalt. Wielrennen is tenslotte ook een teamsport.

(Lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De vraag is: kan je zo’n regel effectief invoeren? Druist dat niet in tegen de basisbeginselen van het (sport)recht? Professor Frank Hendrickx van de KU Leuven zet de moeilijke discussie in een juiste context: ‘Een specifiek principe in het sportrecht dat hierop een antwoord geeft, is er niet. Al bestaat het wel op een andere manier, anderen bestraffen voor al dan niet puur individuele fouten. Het antidopingreglement van de Internationale Wielerunie (UCI) bepaalt dat als twee renners van een team binnen de twaalf maanden een positieve dopingtest afleggen, dat de hele ploeg dan geschorst wordt voor een periode van 15 tot 45 dagen.’

‘Dat is echter een heel duidelijke, niet te weerleggen, voorspelbare regel. En dat is in het sportrecht wel een beginsel. Als je dus andere leden van een ploeg, of bij uitbreiding het hele team, zou willen sanctioneren voor het gedrag van één lid, dan moet dat in een duidelijke, voorspelbare regel neergeschreven worden. Niet zo vanzelfsprekend, want in veel situaties in de sport, zoals in een massasprint in het wielrennen, kan je zeer moeilijk met een regel bepalen in welke gevallen dat kan gebeuren. Dan zou je telkens een hele evaluatie moeten maken van wie welk voordeel of nadeel zou hebben gehad bij een manoeuvre in de sprint. Dat komt de duidelijkheid en voorspelbaarheid niet ten goede.’

Kaartensysteem

‘Als de UCI ooit zo’n algemene, abstracte regel wil invoeren’, zegt Hendrickx, ‘zou het volgens mij alleen extreme situaties kunnen behandelen. Waarbij een actie van een renner overduidelijk bedoeld was om een ploeggenoot voordeel te verschaffen, ten nadele van een andere renner die zo echt “uitgeschakeld” wordt. Het manoeuvre van Mathieu van der Poel lijkt me alleszins niet onder die noemer te vallen. Want hoe kan je zeker weten dat Philipsen alléén daardoor heeft gewonnen? Bovendien konden ook andere renners profiteren van de ruimte die Van der Poel schiep. Philipsen in dat geval sanctioneren zou tegen het basisbeginsel van duidelijkheid en voorspelbaarheid indruisen.’

Een systeem van gele en rode kaarten, is volgens professor Hendrickx wel haalbaar. Daarbij zou een renner bij een fout sprintmanoeuvre bestraft kunnen worden met een gele kaart en met een rode kaart, en dus een uitsluiting, bij een tweede overtreding. Zo wordt de al dan niet rechtstreeks bevoordeelde ploegmaat ook enigszins gestraft, omdat die een waardevolle kracht verliest voor de komende ritten of races. ‘Maar op zich blijft dit een individuele straf’, zegt Hendrickx. ‘Als dat goed en duidelijk in het reglement gestipuleerd wordt, kan dat wel. Al wordt het ook dan belangrijk om bij het bestraffen consequent te zijn, en te blijven.’

Partner Content